5.3.Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het onder 1 en onder 2 ten laste gelegde
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Op 9 november 2015 heeft [A]
(zaak 2)aangifte gedaan van identiteitsfraude. Zij verklaarde dat zij op 29 oktober 2015 werd gebeld door haar broer of zij iets wist van Walibitickets die te koop werden aangeboden op Marktplaats. Hij was namelijk hierover gebeld door onbekenden. Op 2 november 2015 werd aangeefster gebeld door [D] . Zij vroeg aangeefster of zij tickets voor Walibi gekocht had. Zij had namelijk een bewijs van betaling ontvangen dat er geld was overgemaakt vanaf een aangeefster onbekend rekeningnummer ten name van [A] . Op 6 november 2015 werd aangeefster gebeld door [E] . Zij vroeg aan haar of zij tickets voor Walibi via Marktplaats gekocht had. Aangeefster gaf aan hier niets van te weten.
Op 29 september 2015 was aangeefster per WhatsApp benaderd door iemand die zich [F] noemde. Hij had interesse in een IPhone die aangeefster te koop had staan op Marktplaats [F] vroeg naar het identiteitsbewijs van aangeefster. Aangeefster heeft een kopie van haar identiteitsbewijs doorgestuurd en daarna niets meer van hem gehoord. Na onderzoek op internet bleek dat deze persoon niet [F] was en dat de echte [F] ook was opgelicht.
Op 26 november 2015 heeft [B]
(zaak 1)aangifte gedaan van oplichting en misbruik van haar identiteit via internet. Aangeefster verklaarde dat zij op 2 oktober 2015 via Marktplaats twee kaartjes bestemd voor “Exclusive Holland” te koop had gezet. Diezelfde dag werd via WhatsApp gereageerd door [A] . [A] wilde de kaarten na betaling van 150 euro per mail ontvangen.De volgende dag ontving aangeefster een WhatsApp bericht met als afzender “ [A] ”, met de vraag of het geld al was gestort. Aangeefster meldde haar dat dat nog niet het geval was. Daarna werd de toon van de appjes met [A] steeds minder aardig en zij betichtte aangeefster van oplichting omdat zij de kaartjes nog niet had ontvangen. Om aan te geven dat zij geen oplichtster was, heeft aangeefster toen een foto van het rijbewijs via de WhatsApp getoond. De appberichtjes werden steeds dwingender en aangeefster besloot één kaartje van 75 euro te mailen naar het emailadres van [A] . Aangeefster heeft nooit geld voor dit kaartje ontvangen.
Op 27 oktober 2015 heeft [G]
(zaak 5)aangifte gedaan van oplichting in de periode tussen 19 oktober 2015 en 22 oktober 2015. Aangeefster verklaarde dat zij haar scooter van het merk Piaggio op Marktplaats te koop had gezet voor een bedrag van € 950. Op 19 oktober werd aangeefster via WhatsApp benaderd door iemand die zich [A] noemde, die de scooter wilde kopen. [A] gaf aan dat zij eigenaresse was van een snackbar en dat zij op 21 oktober 2015 één van haar medewerkers langs zou sturen.Tijdens de WhatsApp gesprekken had [A] als bewijs een foto gestuurd van haar rijbewijs. Op 22 oktober 2015 kwam de koper naar aangeefster. Aangeefster zei dat de betaling zou worden geregeld bij de overschrijving van de scooter. Aangeefster wilde dan namelijk gelijk de screenshot van de bankoverschrijving van [A] zien. Vervolgens heeft rond 18.30 uur de overschrijving van de scooter plaatsgevonden. Aangeefster had een screenshot ontvangen. Hierop was te zien dat een bedrag naar aangeefster was overgemaakt van € 712,50. De screenshot stond op naam van [A] . Dit screenshot zag er voor aangeefster echt en betrouwbaar uit.Aangeefster heeft het geld echter nooit op haar bankrekeningnummer ontvangen.Diezelfde dag, 22 oktober 2015 om 18:47 uur stond de scooter geregistreerd op naam van verdachte.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat het klopt dat hij die scooter heeft opgehaald bij aangeefster en dat hij deze op zijn naam heeft laten zetten.
Op 17 oktober 2015 heeft [H]
(zaak 12)aangifte gedaan van oplichting. Aangeefster wilde een kaartje van Neonsplash verkopen via Marktplaats. Aangeefster kreeg via WhatsApp een reactie van een persoon die zich [A] noemde, die dit ticket voor € 50 wilde kopen. Aangeefster heeft dit e-ticket vervolgens online naar [A] verzonden. Vervolgens zag aangeefster op Ticketswap.nl dat haar ticket daar werd aangeboden door accountnaam [accountnaam] . Aangeefster heeft geen betaling ontvangen.
Aan de accountnaam [accountnaam] bleek de profielnaam van [I] gekoppeld te zijn, met als bankrekening: [nummer] .Deze bankrekening staat op naam van [J] , de moeder van verdachte.
Van de vier aanverwante accounts was het account met de profielnaam [K] gekoppeld aan de bankrekening [nummer] . Banknaam: [verdachte] .
Het account met de profielnaam [L] was eveneens gekoppeld aan de bankrekening [nummer] . Banknaam: [verdachte] .
De ticket van [H] was op Ticketswap te koop aangebodendoor [accountnaam] , dan wel één van de twee verwante accounts onder de profielnamen [K] of [L] , beiden gebruikmakend van het bankrekeningnummer van verdachte.
Uit nader onderzoek bleek dat de bankrekening van verdachte, [nummer] , in de periode van 1 juni 2015 tot en met 9 november 2016 door de bedrijven Ticketswap B.V. en Tickettack B.V. regelmatig geldbedragen werden gestort op rekening van verdachte.Ook werden in genoemde periode op deze bankrekening regelmatig geldbedragen gestort waarbij in de omschrijving gerefereerd werd aan de verkoop van diverse tickets.In deze periode werd een totaalbedrag op de betrokken bankrekening gestort van € 21.040,42 afkomstig van de verkoop van (digitale) entreekaartjes.
Binnen de onderzoeksperiode werd op 15 juni 2015 op het bankrekeningnummer [nummer] op naam van [J] een bedrag van € 907,25 gestort, afkomstig van Ticketswap. Diezelfde dag werd met behulp van een bankpas een geldbedrag van € 910 contant opgenomen.
Op 15 november 2015 werd een doorzoeking verricht in de woning van verdachte aan de [adres] te [woonplaats] . Tijdens deze doorzoeking werd onder meer een MacBook veiliggesteld en door verbalisant bekeken.Op deze laptop werd een afbeelding van een rijbewijs ten name van [F] aangetroffen. Deze afbeelding kwam overeen met de foto die de aangever [aangever 8]via WhatsApp bericht verkreeg van de koper van de tickets.
Ook zijn bij deze doorzoeking in de woonkamer onder meer een tweetal telefoons aangetroffen.Na onderzoek aan de Nokia werden 91 sms-berichten aangetroffen die betrekking hadden op kaartverkoop via Ticketswap en de aan- en verkoop van entreetickets voor concerten van derden die via Marktplaats reageerden op een advertentie.
Onderzoek aan de Alcatel leverde eveneens tekstberichten op die betrekking hadden op de kaartverkoop via Ticketswap.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat het klopt dat hij de beschikking heeft over zowel de bankrekening die op zijn naam staat, te weten [nummer] als over de bankrekening van zijn moeder, te weten [nummer] . Verdachte verklaarde ook dat hij wist dat er geldbedragen op zowel zijn eigen rekening als op de rekening van zijn moeder werden gestort en dat hij, verdachte, die bedragen dan weer pinde.
Verdachte heeft desgevraagd aangegeven dat hij hier verder niet over wil verklaren omdat hij geen problemen wil krijgen met anderen.
Oordeel rechtbank met betrekking tot het bewijs en de rol van verdachte
Uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen leidt de rechtbank het volgende af.
Door de betrokkenheid van verdachte bij de aankoop van de scooter van [G] op 27 oktober 2015 staat vast dat verdachte, al dan niet samen met anderen, de beschikking had over de identiteitsgegevens van [A] .
Ook staat vast dat deze identiteitsgegevens op 2 november 2015 zijn gebruikt om [B] te bewegen tot het doorsturen van een foto van haar eigen rijbewijs.
De rechtbank is met de raadsman van oordeel dat de afgifte van digitale bestanden niet kan worden aangemerkt als de “afgifte van een goed”. Wel valt het op een dergelijke wijze beschikken over digitale bestanden onder de noemer van het “ter beschikking stellen van gegevens”. Hoewel het verweer van de raadsman slaagt, zal dit dan ook niet leiden tot vrijspraak van hetgeen op dit punt onder zaak 1 en 2 is ten laste gelegd.
Via de aangifte van [H] kan vervolgens worden vastgesteld dat verdachte de gegevens van [A] heeft misbruikt ten behoeve van deze oplichting: De vermeende verkoop van dit ticket vond immers plaats aan een persoon die zich uitgaf voor [A] , terwijl dit - niet betaalde - ticket even later te koop stond op Ticketswap, aangeboden door [accountnaam] . Uit bovenstaande bewijsmiddelen blijkt dat zowel de profielnaam van dit account alsmede twee aanverwante accounts gekoppeld waren aan het rekeningnummer van verdachte dan wel aan het rekeningnummer van de moeder van verdachte, waarover verdachte eveneens de beschikking had.
Daarnaast is op de laptop bij verdachte een foto van een rijbewijs van [F] aangetroffen. Verdachte heeft voor de aanwezigheid hiervan geen verklaring willen geven.
Gelet op het vorengaande gaat de rechtbank uit van daderschap van verdachte, in die gevallen waarin zijn betrokkenheid kan worden vastgesteld door middel van gebruikmaking van de identiteit en namen van [A] , [B] of [F] , de aan verdachte gekoppelde rekeningnummers van hemzelf en van zijn moeder en/of zijn betrokkenheid via de aan verdachte gelieerde accounts van [accountnaam] .
Gelet op het feit dat verdachte samen met een ander of anderen verantwoordelijk kan worden gehouden voor de oplichting van [G] en gezien het gegeven dat achter het account [accountnaam] meerdere verwante accounts gekoppeld waren, waarbij twee aanverwante accounts niet aan verdachte te linken zijn, gaat de rechtbank ervan uit dat er meerdere personen bij deze vorm van oplichting betrokken zijn geweest.
Verdachte heeft ter terechtzitting zijn rol in het geheel niet willen toelichten. Gelet op hetgeen uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat verdachte, gehandeld hebbende tezamen en in vereniging met een ander of anderen, als medepleger verantwoordelijk kan worden gehouden.
Gelet op het vorengaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in de periode van 1 januari 2015 tot en met 9 november 2016 heeft schuldig gemaakt aan medeplegen van oplichting van respectievelijk [B] , [A] , J. F. [G] en [H] . Daarnaast acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich 29 september 2015 en 26 november 2015 heeft schuldig gemaakt aan medeplegen van identiteitsfraude ten aanzien van [A] en [B] en [F] .
Per oplichtingszaak zal de rechtbank vervolgens ingaan op hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.
Gelet op de hiervoor al behandelde bewezenverklaringen met betrekking tot de zaken 1, 2, 5 en 12 gaat het vervolgens om de ten laste gelegde oplichtingen onder de zaken 3, 4, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 13, 14, 15, 16 en 17.
Aangifte [aangever 3] (zaak 3)
Aangever heeft aangifte gedaan van oplichting op 8 augustus 2016. Aangever had op Marktplaats gereageerd op een door [M] aangeboden Makita schroefmachineset. Aangever heeft deze machineset na goed contact per bankoverschrijving betaald op rekening [nummer] , maar het product nooit ontvangen.
Op de laptop van verdachte werd een afbeelding van een schroefmachineset van het merk Makita aangetroffen.Een dergelijke schroefmachineset werd door de aangever genoemd als zijnde het product dat hij wilde kopen.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij geld voor deze schroefmachineset heeft ontvangen.
Nadere bewijsoverweging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat het enkel gebruikmaken van een valse naam onvoldoende is om tot oplichting te komen.
De rechtbank stelt vast dat verdachte zich ten onrechte heeft voorgedaan als een bonafide verkoper. Verdachte had een foto van een schroefmachineset op Marktplaats geplaatst en de koper in de waan gelaten dat hij, verdachte, ook daadwerkelijk de beschikking had over een dergelijke schroefmachineset. Verdachte beschikte niet over een schroefmachineset, en kon dus ook niets leveren. Wel heeft verdachte het geld hiervoor geïncasseerd. Aangever heeft ook verklaard dat hij,
na goed contactmet verdachte, per bankoverschrijving betaald heeft. Het op een dergelijke wijze een ander bewegen toch een betaling te verrichten valt naar het oordeel van de rechtbank onder de kwalificatie “een samenweefsel van verdichtsels”.
Het verweer van de raadsman wordt verworpen.
De rechtbank stelt voorts vast dat bij deze oplichting gebruik is gemaakt van het rekeningnummer van verdachte.
Gelet op het vorengaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich op 8 augustus 2016 heeft schuldig gemaakt aan medeplegen van oplichting van [aangever 3] .
Aangifte [aangever 4] (zaak 4)
Aangever heeft op 11 september 2015 aangifte gedaan van oplichting. Aangever had op Marktplaats gereageerd op een door [N] aangeboden duikcomputer Suunto D9tx. Aangever had het afgesproken bedrag op verzoek van deze verkoopster overgemaakt naar rekening [nummer] ten name van [naam] . Aangever heeft de duikcomputer echter niet ontvangen.
Op de laptop van verdachte werd een afbeelding van een duikcomputer van het merk Suunto aangetroffen.Deze afbeelding kwam overeen met de foto die bij de marktplaatsadvertentie werd geplaatst.
Uit de Gmail-correspondentie tussen verdachte en koper blijkt dat verdachte onder meer aan koper heeft laten weten: “Om de Suunto D9tx juist te versturen was ik op zoek naar een perfecte verpakking. De verpakking die ik vandaag gevonden heb is helemaal in orde (…)
Het pakketje is op dit moment gereed om op een zo veilig mogelijke manier verstuurd te worden.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij geld voor deze duikcomputer heeft ontvangen.
Nadere bewijsoverweging
De rechtbank stelt vast dat, blijkens de gevoerde mailwisseling, aangever gedetailleerd vragen heeft gesteld over deze duikcomputer. Verdachte heeft hier ook gedetailleerde antwoorden op gegeven; zowel over de staat waarin de duikcomputer verkeerde als op de wijze waarop deze het beste verpakt en verzonden kon worden. Verdachte had echter helemaal geen duikcomputer en kon dan ook helemaal niets verkopen. Het op een dergelijke wijze een ander bewegen toch een betaling te verrichten valt naar het oordeel van de rechtbank onder de kwalificatie “een samenweefsel van verdichtsels”.
De rechtbank stelt voorts vast dat bij deze oplichting gebruik is gemaakt van het rekeningnummer van verdachte.
Gelet op het vorengaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich op 11 september 2015 heeft schuldig gemaakt aan medeplegen van oplichting van [aangever 4] .
Aangifte [aangever 6] (zaak 6)
Aangeefster heeft aangifte gedaan van een poging tot oplichting op 29 april 2016. Aangever verklaarde dat hij op Marktplaats twee tickets had aangeboden voor Jeff Lynne’s ELO. Hierop werd gereageerd door iemand die zich [C] noemde. Door middel van twee schermprints werd aangetoond dat de betaling verricht was.
Aangever verklaarde voorts dat hij de tickets niet heeft verzonden, omdat het gebruikte rekeningnummer op de schermprints niet bleek te bestaan. Op de schermprints was door aangever in de URL een ander rekeningnummer gezien dan vanwaar de betaling zogenaamd verricht is. Dit rekeningnummer betreft: [nummer] .
De rechtbank stelt vast dat het WhatsApp bericht van 29 april 2016 op tijdstip 17.07 uur afkomstig is van afzender [C] . Het inhoudelijke bericht wordt daarentegen afgerond met een vriendelijke groet van [B] .
Nadere bewijsoverweging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit vanwege het ontbreken van een connectie tussen verdachte, de gebruikte naam [C] en het opgegeven rekeningnummer.
De rechtbank stelt vast dat uit de bewijsmiddelen volgt dat bij deze poging tot oplichting mede gebruik is gemaakt van de naam [B] . Daarnaast is in de browserbalk het rekeningnummer van mevrouw [J] , de moeder van verdachte, zichtbaar. Het verweer van de raadsman wordt verworpen.
Gelet op het vorengaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich op 29 april 2016 heeft schuldig gemaakt aan medeplegen van een poging tot oplichting van [aangever 6] .
Aangifte [aangever 7] (zaak 7)
Aangeefster heeft aangifte gedaan van oplichting op 30 oktober 2015. Aangeefster verklaarde dat zij die dag twee tickets voor Walibi Fright Nights heeft verkocht via Marktplaats. De wederpartij, die zich [A] noemde, stuurde een screenshot dat zij het geld had overgemaakt, waarna aangeefster haar de tickets heeft gemaild. Aangeefster heeft het geld nooit gekregen.
Nadere bewijsoverweging
De rechtbank stelt vast dat bij deze oplichting gebruik is gemaakt van de aan verdachte gelinkte identiteitsgegevens van [A] . Verdachte heeft deze identiteit gebruikt om bij de verkoopster het vertrouwen te wekken dat zij handelde met een bonafide verkoopster en heeft ten bewijze van de gestelde betaling een vervalste screenshot verzonden.
Gelet op het vorengaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich op 30 oktober 2015 heeft schuldig gemaakt aan medeplegen van oplichting van [aangever 7]
Aangifte [aangever 8] (zaak 8)
Aangever heeft aangifte gedaan van oplichting op 30 september 2016. Aangever verklaarde dat hij die dag twee tickets voor Sensation had aangeboden op Marktplaats. Via WhatsApp gaf een persoon die zich [F] noemde aan geïnteresseerd te zijn. Aangever ontving een screenshot van de voor en achterzijde van het rijbewijs van [F] en een screenshot van de overboeking. Aangever heeft vervolgens de tickets verzonden, maar nimmer een betaling ontvangen.
Nadere bewijsoverweging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit omdat niet vaststaat dat alleen verdachte, met uitsluiting van anderen, gebruik maakte van het account [accountnaam] .
De rechtbank stelt vast dat bij deze oplichting gebruik is gemaakt van de op de laptop van verdachte aangetroffen identiteitsgegevens van [F] . Verdachte heeft deze identiteit gebruikt om bij de verkoper het vertrouwen te wekken dat hij handelde met een bonafide koper en heeft ten bewijze van zijn gestelde betaling een vervalst screenshot verzonden.
Gelet op het vorengaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich op 30 september 2016 heeft schuldig gemaakt aan medeplegen van oplichting van [aangever 8] .
Aangifte [aangever 9] (zaak 9)
Aangeefster heeft aangifte gedaan van oplichting op 4 december 2015. Aangeefster verklaarde dat zij die dag twee concertkaarten voor Madonna op Marktplaats te koop had aangeboden. Aangeefster ontving een sms-bericht van een geïnteresseerde, [B] . [B] stuurde een bewijs van betaling en een kopie van haar rijbewijs, waarna aangeefster de kaartjes verzond. Aangeefster heeft geen betaling ontvangen. Door [B] werd het rekeningnummer [nummer] opgegeven.
Aangifte [aangever 10] (zaak 10)
Aangeefster heeft aangifte gedaan van oplichting op 4 december 2015. Aangeefster verklaarde dat zij kaartjes voor een concert van Madonna via Marktplaats te koop had aangeboden. Aangeefster heeft deze kaartjes, nadat zij een foto van een bankafschrift kreeg, verzonden naar de koper, die zich [B] noemde. Aangeefster heeft geen betaling ontvangen. Door [B] werd het rekeningnummer [nummer] opgegeven.
Nadere bewijsoverweging:
De rechtbank stelt vast dat bij zowel zaak 9 als zaak 10 gebruik is gemaakt van de identiteit van [B] en het rekeningnummer van verdachte. Verdachte heeft met behulp van vervalste screenshots de wederpartijen bewogen tot afgifte van hun concertkaarten.
Gelet op het vorengaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich op 4 december 2015 heeft schuldig gemaakt aan medeplegen van oplichting van [aangever 9] en [aangever 10] .
Aangifte [aangever 11] (zaak 11)
Aangever heeft aangifte gedaan van oplichting op 8 juli 2016. Aangever verklaarde dat hij die dag via Marktplaats een ticket van Neil Young voor 9 juli 2016, had verkocht voor 60 euro aan [O] . [O] had via sms een screenshot verstuurd van haar bankrekening dat de transactie voldaan was. Aangever heeft het kaartje naar haar gemaild, maar nooit een betaling ontvangen.
Onder verdachte is op 9 juli 2016 onder meer een toegangskaart voor Neil Young in beslag genomen.
Uit nader onderzoek bleek dat dit, op naam van [P] gestelde, ticket door deze persoon was gekocht en later weer was doorverkocht aan [aangever 11] .
Nadere bewijsoverweging
De raadsman heeft bewijsuitsluiting bepleit omdat de doorzoeking van de auto, waarbij dit ticket werd aangetroffen, onrechtmatig zou zijn.
De rechtbank is van oordeel dat de ernst van het verzuim, het geschonden belang en het ondervonden nadeel door de raadsman onvoldoende zijn onderbouwd. Het verweer wordt verworpen.
Gelet op het vorengaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich op 8 juli 2016 heeft schuldig gemaakt aan medeplegen van oplichting van [aangever 11] .
Aangifte [aangever 13] (zaak 13)
Aangever heeft aangifte gedaan van oplichting op 13 november 2015. Aangever verklaarde dat hij die dag een ticket “Welcome to the future” aanbood op Marktplaats. De koper, die zich [A] noemde, had via WhatsApp een screenprint van de betaling verzonden. Aangever heeft diezelfde dag het ticket naar deze persoon gemaild. Aangever heeft het geld nooit ontvangen.
Deze ticket werd op Ticketswap te koop aangeboden.Het ticket werd aangeboden door [accountnaam] , dan wel één van de twee verwante accounts onder de profielnamen [K] of [L] , beiden gebruikmakend van het bankrekeningnummer van verdachte.
Aangifte [aangever 14] (zaak 14)
Aangever heeft aangifte gedaan van oplichting op 7 november 2015. Aangever verklaarde dat hij die dag 2 kaartjes Neonsplash op Marktplaats te koop aanbod. Een persoon, die zich [A] noemde, reageerde. Aangever heeft haar de kaartjes toegestuurd, nadat hij van haar een vervalst afschrift had gekregen. Aangever heeft geen betaling ontvangen.
Deze tickets werden op Ticketswap te koop aangeboden.De tickets werden aangeboden door [accountnaam] , dan wel door één van de twee verwante accounts onder de profielnamen [K] of [L] , beiden gebruikmakend van het bankrekeningnummer van verdachte.
Aangifte [aangever 15] (zaak 15)
Aangeefster heeft aangifte gedaan van oplichting op 21 november 2015. Aangeefster verklaarde dat zij die dag twee concerttickets voor Simply Red had aangeboden op Marktplaats. Aangeefster werd benaderd door een persoon die zich [B] noemde. Nadat aangeefster via WhatsApp een kopie van een bankoverschrijving had ontvangen én, op haar verzoek, tevens een foto van het rijbewijs van [B] had ontvangen, heeft aangeefster de tickets verzonden. Aangeefster heeft geen betaling ontvangen.
Deze tickets werden op Ticketswap te koop aangeboden.De tickets werden aangeboden door [accountnaam] , dan wel één van de twee verwante accounts onder de profielnamen [K] of [L] , beiden gebruikmakend van het bankrekeningnummer van verdachte.
Aangifte [aangever 16] (zaak 16)
Aangever heeft aangifte gedaan van oplichting op 13 november 2015. Aangever verklaarde dat hij die dag een concertticket voor Marilyn Manson had aangeboden op Marktplaats. Aangever werd benaderd door [A] . Nadat aangever via WhatsApp een kopie van een bankoverschrijving had ontvangen, heeft hij het ticket gemaild. Aangever heeft geen betaling ontvangen.
Dit ticket werd op Ticketswap te koop aangeboden.Het ticket werd aangeboden door [accountnaam] , dan wel één van de twee verwante accounts onder de profielnamen [K] of [L] , beiden gebruikmakend van het bankrekeningnummer van verdachte.
Aangifte [aangever 17] (zaak 17)
Aangeefster heeft aangifte gedaan van oplichting op 14 november 2015. Aangeefster verklaarde dat zij die dag drie concerttickets voor Caro Emerald had aangeboden op Marktplaats. Aangeefster werd benaderd door een persoon die zich [A] noemde, die aangaf geïnteresseerd te zijn. Nadat [A] een foto van een overboeking stuurde, heeft aangeefster via de mail de digitale kaartjes naar haar toegestuurd. Aangeefster heeft geen betaling ontvangen.
Deze tickets werden op Ticketswap te koop aangeboden.De tickets werden aangeboden door [accountnaam] , dan wel één van de twee verwante accounts onder de profielnamen [K] of [L] , beiden gebruikmakend van het bankrekeningnummer van verdachte.
Nadere bewijsoverweging ten aanzien van de onder de zaken 12 t/m 17 ten laste gelegde oplichtingen
De rechtbank stelt vast dat bij al deze zaken gebruik is gemaakt van de identiteit van [A] of [B] . Verdachte heeft met behulp van vervalste screenshots van bankoverschrijvingen de wederpartijen telkenmale bewogen tot afgifte van hun concertkaarten. Vervolgens zijn deze concertkaarten via Ticketswap doorverkocht door een account waaraan het bankrekeningnummer van verdachte of zijn moeder gekoppeld was.
Gelet op het vorengaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich telkenmale heeft schuldig gemaakt aan medeplegen van oplichting van de hierboven genoemde personen.
Ten aanzien van het onder 4 en 5 ten laste gelegde
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte deze hem ten laste gelegde feiten heeft begaan. Aangezien verdachte deze feiten heeft bekend en de raadsman geen vrijspraak heeft bepleit, volstaat de rechtbank ten aanzien van deze feiten met toepassing van het bepaalde in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, met een opsomming van de bewijsmiddelen.
Een proces-verbaal van onderzoek van inbeslaggenomen vuurwerk van 21 november 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 1] , met proces-verbaalnummer PL0900-2016340313, alsmede de van dit proces-verbaal deel uitmakende bijlagen (pag. 258-294).
De bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 10 februari 2017.
Onder 5
3. Een schriftelijk bescheid, te weten een conclusie, KWWM-Print, met betrekking tot de ploertendoder van 22 november 2016 (pag. 295-296)
4. De bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 10 februari 2017.