ECLI:NL:RBMNE:2017:6953

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
22 september 2017
Publicatiedatum
22 augustus 2018
Zaaknummer
16/652543-12 verlenging PIJ
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering verlenging PIJ-maatregel met voorwaarden voor voorwaardelijke beëindiging

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 september 2017 uitspraak gedaan over de vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de PIJ-maatregel voor een betrokkene, geboren in 1994 in Irak. De rechtbank heeft de vordering tot verlenging van de maatregel afgewezen en in plaats daarvan voorwaarden gesteld voor een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel. De rechtbank heeft geconstateerd dat de betrokkene een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt binnen de inrichting en tijdens het scholings- en trainingsprogramma (STP) dat hij volgt. De rechtbank heeft daarbij de adviezen van de inrichting en de reclassering in overweging genomen, die beiden adviseerden om de PIJ-maatregel niet te verlengen, gezien de positieve ontwikkeling van de betrokkene en het afgenomen recidiverisico. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid niet langer eisen dat de termijn van de maatregel wordt verlengd. De rechtbank heeft de betrokkene voorwaarden opgelegd voor de voorwaardelijke beëindiging van de maatregel, waaronder het zich houden aan huisregels, begeleiding en behandeling, en het vermijden van drugsgebruik. De rechtbank heeft de beslissing gebaseerd op de artikelen 77s, 77ta, 77tb en 77u van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/654543-12
Beslissing op de vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen van:
[betrokkene]
geboren op [geboortedatum] 1994 te [geboorteplaats] (Irak)
thans verblijvende in [verblijfplaats] , ( [postcode] ) [woonplaats] , [adres]
nader te noemen: betrokkene

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken, waaronder:
- het arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 11 december 2013, waarbij aan betrokkene – onder andere – de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (verder: PIJ-maatregel) is opgelegd, die vervolgens is ingegaan op 28 december 2013;
- de vordering van de officier van justitie van 14 augustus 2017, die strekt tot verlenging van de PIJ-maatregel met zes maanden;
- het advies van de Justitiële Jeugd Inrichting […] van 26 juli 2017, uitgebracht door drs. [A] , hoofd behandeling, [B] , behandelcoördinator en mr. [C] , directeur […] en hoofd van de inrichting, strekkende tot beëindiging van de maatregel en oplegging van de verplichte nazorg;
- het Advies aan opdrachtgever verplichte nazorg PIJ van GGZ Reclassering [naam instelling] [vestigingsplaats] van 28 augustus 2017, opgesteld door [D] en [E] , toezichthouders;
- de voortgangsverslagen toezicht over de periode 10 maart 2017 tot en met 10 juni 2017;
- de perspectiefplannen over de periode 10 maart 2016 tot met 14 november 2016 en het STP plan van 26 januari 2017;
- de overige stukken van het betreffende dossier.

2.De procesgang

Het onderzoek heeft – met gesloten deuren – plaats gevonden in de raadkamer van
8 september 2017, waarbij zijn gehoord de officier van justitie, betrokkene, zijn raadsman mr. F.P. Holthuis en de deskundigen A.M. Dekker, GZ-psycholoog en verbonden aan de inrichting en [D] , reclasseringswerker.

3.Het standpunt van de inrichting

A.M. Dekker heeft ter terechtzitting het standpunt en advies van de inrichting toegelicht.
Betrokkene mag definitief bij [verblijfplaats] verblijven en heeft een scholings- en trainingsprogramma (STP). Hij werkt mee aan zijn behandeling en denkt mee over een geschikte dagbesteding. Op de korte termijn zal hij hoogstwaarschijnlijk starten met een dagbesteding op het terrein. Geconcludeerd kan worden dat betrokkene de afgelopen jaren groei heeft laten zien: hij heeft zijn boosheid en middelengebruik beter onder controle en accepteert de regels en kaders die door zijn omgeving aan hem gesteld worden. Betrokkene blijft een beïnvloedbare jongen. Gezien zijn cognitieve capaciteiten is het echter de vraag in hoeverre hierin nog verbetering op kan treden. Dit maakt dat betrokkene afhankelijk is van sturing en begrenzing van zijn omgeving en baat heeft bij voldoende toezicht. Het doel is om betrokkene op den duur door te laten stromen naar een open groep, waarna wellicht overplaatsing naar een begeleide woonvorm overwogen kan worden. Ook krijgt hij een uitkering. Betrokkene laat zien binnen de kaders van het STP voldoende adequaat te kunnen functioneren. Af en toe maakt hij een onhandige keuze, maar deze keuzes hebben geen negatieve gevolgen voor anderen en berokkenen hen geen leed. Het recidiverisico lijkt daarmee voldoende onder controle. Het recidiverisico neemt echter toe als het duidelijke kader dat nu aanwezig is, abrupt komt te vervallen. Overgaan op de verplichte nazorg, met duidelijke afspraken over wonen, dagbesteding, middelengebruik en behandeling, wordt gezien als een goede manier om de overgang naar nog meer vrijheid geleidelijk vorm te geven. De inschatting is dat het recidiverisico daarmee voldoende beperkt kan worden.
Gelet op de aard en de omvang van het recidiverisico en een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van betrokkene, wordt geadviseerd de PIJ-maatregel niet te verlengen zodat de verplichte nazorg in kan gaan.

4.Het standpunt van de reclassering

[D] heeft ter terechtzitting het standpunt en advies van de reclassering toegelicht.
Het STP is op 10 maart 2017 van start gegaan. Betrokkene is op 10 maart 2017 overgebracht naar [verblijfplaats] , een gesloten setting waar hij zijn vrijheden moet verdienen. In de eerste periode mocht hij op begeleid verlof. Nu mag hij meerdere korte periodes met onbegeleid verlof. Dit verliep niet geheel vlekkeloos; hij kwam een aantal keren te laat terug. Het gevolg is dat zijn vrijheden kortdurend bevroren werden. Bij [verblijfplaats] had betrokkene eenmaal een positieve score op cannabis. Dit is een verandering ten opzichte van het verblijf in de JJI […] , er is nu veel minder cannabisgebruik aan de orde. Betrokkene heeft zich gehouden aan het reclasseringstoezicht in het kader van het STP en dit programma zal, zolang er niks gewijzigd is, voortgezet worden door de reclassering. De overstap van een jeugdgevangenis naar de samenleving is groot. Tot nu toe verloopt het traject zoals verwacht. Middelengebruik, dagbesteding, financiën en wonen zijn aandachtspunten. Deze punten kunnen verder uitgezocht worden in het kader van de voorwaarden bij de verplichte nazorg PIJ. De reclassering ziet geen redenen meer om te adviseren de PIJ maatregel te verlengen. Er hebben de afgelopen periode geen incidenten of strafbare feiten plaatsgevonden.
Het recidiverisico wordt op basis van de SAVRY (d.d. oktober 2016) als matig ingeschat. Risico’s liggen vooral in de onrust, stress en de mogelijke impulsiviteit naar aanleiding hiervan. Met de juiste kaders (afspraken rondom verlof met betrokkene en moeder, duidelijke planning, goede inschatting van de stemming voorafgaande aan het verlof) en geleidelijke afbouwende begeleiding is dit risico goed te hanteren.
[D] heeft ter terechtzitting aangegeven dat er inmiddels contact is met de gemeente Amersfoort voor wat betreft de mogelijkheden van een begeleid wonen-traject en begeleiding op het gebied van financiën. Betrokkene zal zich ook moeten houden aan de huisregels van de inrichting en/of instelling waar hij verblijft of zal verblijven. De komende tijd zal ook gezocht worden naar een dagbesteding die passend is bij een verblijf in een begeleid- of beschermd wonen-traject.
De reclassering adviseert de rechtbank de PIJ-maatregel niet te verlengen en om de verplichte nazorg van de PIJ-maatregel in te laten gaan.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft naar voren gebracht dat gelet op de positieve ontwikkeling van betrokkene een voorwaardelijke beëindiging op zijn plaats is. De officier van justitie verzoekt daarom de vordering af te wijzen en de maatregel voorwaardelijk te beëindigen, onder vaststelling van de voorwaarden zoals vermeld in de adviezen van de inrichting en [naam instelling] en zoals besproken ter terechtzitting van 8 september 2017.

6.Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft betoogd de vordering af te wijzen en voorwaarden te stellen voor een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel, gelet op de positieve ontwikkeling die betrokkene heeft doorgemaakt. Betrokkene heeft nog hulp en ondersteuning nodig, dit zal hem helpen bij het maken van keuzes zoals bijvoorbeeld over een opleiding. De geadviseerde voorwaarden zullen betrokkene de duidelijkheid geven die hij nodig heeft.
Betrokkene heeft ter terechtzitting verklaard bereid te zijn zich aan de te stellen voorwaarden te houden en daaraan mee te werken.

7.Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank overweegt dat op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt binnen de inrichting en tijdens het STP-traject buiten de inrichting bij [verblijfplaats] . Betrokkene kan het STP traject bij [verblijfplaats] voortzetten en daar verblijven. Uit een recent afgenomen risicotaxatie blijkt dat het recidiverisico is afgenomen en wordt ingeschat als matig.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, en het belang van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van betrokkene, niet langer meer eisen dat de termijn van de maatregel wordt verlengd. Daarom zal de rechtbank overeenkomstig de vordering van de officier van justitie en het verzoek van de raadsman de vordering tot verlenging afwijzen.
De rechtbank overweegt dat in dit geval de maatregel voorwaardelijk zal eindigen als bedoeld in artikel 77s, zevende lid, van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank is van oordeel dat het, om het verdere resocialisatietraject goed te kunnen afronden, noodzakelijk is dat betrokkene zich houdt aan de voorwaarden, zoals gevorderd door de officier van justitie en besproken ter zitting. Naast de van rechtswege geldende algemene voorwaarden als bedoeld in artikel 77ta, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht zal de rechtbank deze het gedrag van betrokkene betreffende voorwaarden als bijzondere voorwaarden aan de voorwaardelijke beëindiging verbinden. Ter zitting heeft betrokkene verklaard dat hij bereid is zich aan de te stellen en besproken voorwaarden te houden.

8.De toepasselijke wetsartikelen

Deze beslissing berust op de artikelen 77s, 77ta, 77tb en 77u van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
-
wijst afde vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen van
[betrokkene]voornoemd;
-
wijst toede vordering tot het vaststellen van voorwaarden tijdens de voorwaardelijke beëindiging van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen van
[betrokkene]voornoemd, in die zin dat deze voorwaarden – naast de van rechtswege geldende algemene voorwaarden – vanaf het onherroepelijk worden van deze beslissing komen te luiden dat betrokkene:
  • zich niet schuldig zal maken aan het plegen van strafbare feiten;
  • zich laat begeleiden en behandelen door FPA [verblijfplaats] , ook als dat inhoudt dat betrokkenen medicatie zal nemen, en dat hij actief mee zal werken aan een eventuele vervolgbehandeling. Indien geïndiceerd dient hij zijn medewerking te verlenen aan diagnostiek en een psychiatrisch consult;
  • zal wonen en verblijven bij FPA [verblijfplaats] op [naam] , [postcode] te [woonplaats] en zich zal houden aan de door [verblijfplaats] gestelde huisregels. Betrokkene zal zijn woon-/ verblijfplaats niet wijzigen zonder voorafgaand overleg met en toestemming van de reclassering en/of de inrichting;
  • mee zal werken aan het door FPA [verblijfplaats] te indiceren vervolgtraject ook als dit inhoudt een begeleid/beschermd wonen project/traject, waarbij betrokkene zich zal houden aan de met de leiding van het begeleid/beschermd wonen project/traject en/of reclassering te maken afspraken en de door hen gestelde voorwaarden en/of huisregels. Betrokkene zal zijn woon-/ verblijfplaats niet wijzigen zonder voorafgaand overleg met en toestemming van de reclassering en/of de instelling;
  • geen harddrugs mag gebruiken. Hij dient zijn medewerking te verlenen aan urinecontroles en blaastesten op het gebruik hiervan;
  • geen softdrugs en alcohol zal gebruiken, tenzij dit gebeurt in overleg en met toestemming van de reclassering. Voorwaarde hierbij is dat zijn dagelijkse structuur en functioneren niet onder zijn gebruik zullen lijden. Hij dient zijn medewerking te verlenen aan urinecontroles en blaastesten op het gebruik hiervan;
  • streeft naar het verkrijgen en behouden van een structurele en controleerbare en door de reclassering goedgekeurde dagbesteding. Betrokkene zal niet zonder overleg en toestemming van de reclassering van dagbesteding veranderen;
  • zijn financiën inzichtelijk maakt aan de reclassering en indien gewenst inzage hierin geeft door middel van dagafschriften of internetbankieren. Betrokkene laat zich, indien nodig, begeleiden door stadsgeldbeheer en/of een soortgelijke instantie;
  • openheid geeft over zijn sociale netwerk aan de reclassering. Betrokkene geeft indien de reclassering dit nodig acht, toestemming om contact met personen uit zijn sociale netwerk op te nemen;
  • zich begeleidbaar opstelt en zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering. Betrokkene geeft openheid van zaken en toestemming om contact op te nemen met voor het traject relevante derden.
Aldus gegeven door mr. C.E.M. Nootenboom-Lock, voorzitter en tevens kinderrechter,
mr. A.R. Creutzberg en mr. J.W. Ouwerkerk, rechters, in tegenwoordigheid van G. van Engelenburg als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 september 2017.