Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 9 november 2017 in de zaak tussen
[eiseres 1 ], en 2.
[eiser 2 ], te [vestigings-/woonplaats] , eisers, (gemachtigde: mr. H.A. Samuels Brusse-van der Linden),
[eiseres 3] B.V., te [vestigingsplaats] , eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
Uit artikel 4, lid 4.5.6, van de planregels blijkt dat de uitsterfregeling voor de [werkplaats] alleen ziet op het gebruik van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - uitsterfregeling". Het gebruik van de gronden van het buitenterrein voor activiteiten die gerelateerd zijn aan de [werkplaats] is niet toegelaten. In artikel 4, lid 4.1, onder s, van de planregels staat weliswaar dat de gronden met de bestemming "Agrarisch - Rivierzone" mede zijn bestemd voor de "bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals verhardingen, laad- en losvoorzieningen, parkeervoorzieningen, groen, water en nutsvoorzieningen", maar dit heeft betrekking op een medegebruik dat gerelateerd is aan de agrarische bestemming."
De raad heeft het verzoek van [eiseres 3] B.V. om (ook) voor het buitenterrein te voorzien in een uitsterfregeling voor de [werkplaats] -activiteiten afgewezen met een beroep op het gemeentelijk beleid dat erop is gericht de vestiging of uitbreiding van niet-agrarische bedrijven in het buitengebied tegen te gaan. De Afdeling heeft in haar uitspraak van
Beslissing
- verklaart het beroep van eisers 1 en 2 geregistreerd onder UTR 15/6036 gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit 2, voor zover betrekking hebbend op de punten