Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift van [verzoekende partij] tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst;
- het verweerschrift van [verweerster] .
2.De feiten
Een schets van een proces. Al vanaf het moment dat [A] hoofd Video werd, verliep onze samenwerking moeizaam. Na een woede explosie van [A] naar mij op de afdeling, nu 6 jaar gelden, heb ik aan de bel getrokken : ik had geen vertrouwen meer in [A] als leidinggevende . Ik heb een brief geschreven over zijn stijl van leidinggeven die gekenmerkt wordt door het voortdurend niet onthouden van afspraken, geen transparantie, a zeggen en b doen enzovoort. Ongetwijfeld bevindt die brief zich nog in het personeelsdossier.
Hierbij bevestig ik je hetgeen ik gisteren, in aanwezigheid van [K] (adviseur P&O), met je heb besproken. Vorige week dinsdag heb je het vertrouwen opgezegd in je manager, [A] . Naar aanleiding daarvan hebben we op donderdag 14 april jl een gesprek gehad, waarbij ook [I] (hoofd P&O) aanwezig was. Tijdens dat gesprek heb ik je gevraagd je verhaal toe te lichten. Je hebt toen geschetst waarom je geen vertrouwen meer hebt in [A] als leidinggevende en de verdere samenwerking daarom moeilijk vindt.
Bij deze bevestig ik het gesprek dat [C] en ik afgelopen dinsdag (13-12) met je hebben gehad. (…) Wat de mediation betreft, heb jij aangegeven dat deze dit najaar met een hogere frequentie voortgezet zou worden, maar dat het sinds september niet tot een afspraak is gekomen. Je bent in oktober even niet in staat geweest tot een gesprek vanwege stemproblemen, hebt dat bij dhr. [J] gemeld en aangegeven wanneer je weer voldoende hersteld was om de mediation op te pikken. Het initiatief tot het maken van een afspraak lag bij hen, ik heb afgelopen week contact met ze gehad en ze hebben bevestigd dat zij dat vanwege drukke agenda’s hebben nagelaten. Zowel jij als [A] hebben daarover niet aan de bel getrokken en actief de mediator benaderd om tot een concrete vervolgafspraak te komen. (…) Jij begon met vertellen dat je die weg onder leiding van een producent ondersteunt, dat jij zelf al vaker hebt aangegeven dat er gekeken zou moeten worden naar de richting waarin drama zich aan het ontwikkelen was. Daarbij ging het je vooral om de beschrijving en de (her)waardering van je huidige functie. [A] deelde dat laatste niet, de discussie rondom de functie werd geparkeerd tot na afronding van het mediationtraject. (…) Gevolg van het plan is dat jouw functie, de functie van eindredacteur drama komt te vervallen, en dat je in de gelegenheid wordt gesteld te solliciteren op de functie van Producent. Deze vacature is, zoals aangegeven, inmiddels intern uitgezet. (…) Je geeft aan dat je dit een ongemakkelijk proces vindt, aangezien het mediationtraject nog niet is afgerond. [C] neemt daarop volledig de verantwoordelijkheid voor het vaart maken in de uitvoering, er zijn toezeggingen aan het net gedaan en de druk op hem om te leveren neemt toe. Dat de mediation hier doorheen loopt, is lastig voor betrokkenen, maar hij kan het zich niet veroorloven daarop te wachten. Dit proces staat daar ook los van. Je vraagt wat er gaat gebeuren als je besluit om niet te solliciteren of als je het niet wordt. In dat geval geldt dat in ieder geval de Sociale Regeling van toepassing is en gaan we in eerste instantie op zoek naar een passende functie.”
Vrijdagmorgen belde dhr. [J] . Wat betreft de voortgang van de mediation heeft hij het boetekleed aangetrokken. Hij heeft inderdaad verzuimd met jou af te spreken, zoals hij wel had aangekondigd en hij heeft na mijn ziek- en beter melding de mediation wat langer laten liggen om mij voldoende hersteltijd te gunnen. Hij heeft echter niemand daarover ingelicht, ik heb begrepen dat hij inmiddels ook met jou telefonisch contact heeft gehad. Ik was zo vrij hem jouw mobiele nummer te geven.
Je mail van afgelopen maandag heb ik even op me laten inwerken. Een aantal punten die ik onder je aandacht had gebracht komen in je reactie niet meer aan de orde. Omdat ik merk dat er daardoor ook wat ruis op de lijn komt, wil ik mijn standpunt zo duidelijk mogelijk maken teneinde zo bij te dragen aan een constructieve en evenwichtige oplossing van de ontstane situatie.
Morgen, dinsdag 10 januari, is het precies vier weken geleden dat jullie mij mondeling (dd 13 december 2016) hebben gemeld dat mijn functie met ingang van 1 januari 2017 zou worden opgeheven. Het opheffen van mijn functie en de procedure staan gemeld in het gespreksverslag dat [K] heeft toegestuurd op 16 december jl.. De datum 1 januari 2017 is daar echter niet in vermeld, dus ik verkeer op dit moment enigszins in verwarring over mijn huidige status. Ik ben uiteraard wel gewoon aan het werk.
In je mail vraag je expliciet of ik vertrouwen in je heb. Ik snap de relevantie van die vraag niet zo goed in relatie tot de huidige ontwikkelingen. Zoals je weet ben ik aan het afronden en over een aantal weken niet meer hier, je moet uiteindelijk verder met de mensen die hier werkzaam blijven.
Ik leid hieruit af dat [verzoekende partij] mij niet als kandidaat ziet voor de functie van Producent Drama, terwijl deze functie m.i. wel degelijk overeenkomt met mijn huidige functie. De functie van producent drama, die thans is gecreëerd, komt tegemoet aan mijn bezwaren. (…) Het probleem in de samenwerking tussen mij en [A] ontstond omdat deze niet met mij wenste te spreken over de verzwaring van mijn functie, ontstaan omdat ik er na de fusie een takenpakket van [naam] en Jeugd bijkreeg. Een nota bene formeel verzoek werd eerst lange tijd vooruit geschoven en vervolgens bleek hierbij uit te zijn gegaan van de functieomschrijving, in plaats van het daadwerkelijk takenpakket. Ook ben ik in dit kader niet gehoord, waaruit opnieuw bleek dat [verzoekende partij] de feiten aangaande de feitelijke inhoud van mijn functie ook toen al niet wilde onderkennen. Ook overigens was de samenwerking met [A] moeilijk omdat hij mij feitelijk of nooit steunde, waar ik dat wel mocht verwachten. Tot dusverre heeft de mediation hierin geen verandering gebracht. Overigens heeft [verzoekende partij] mij in april 2016 wel toegezegd om mijn functie (na de mediation) opnieuw te zullen wegen en de financiële consequenties daarvan met terugwerkende kracht te zullen rechtzetten.
“Bij afwezigheid van [C] kreeg ik onderstaande mailwisseling onder ogen. Ik heb me even kort in de situatie verdiept en ik verbaas me eigenlijk zeer over jouw laatste mail, aangezien je zelf meerdere keren hebt aangegeven dat je eerst de mediation wilt afronden voordat er verder gegaan wordt met de procedure rondom de nieuwe functie van Producent Drama. De mediation is er op gericht het vertrouwen tussen jou en [A] te herstellen. Dit is m.i. ook de basis om met elkaar in gesprek te kunnen gaan over vervolgstappen Wij zijn op jouw verzoek hier dan ook in meegegaan en morgen staat de afspraak gepland bij de mediator. Ik constateer dat je tot nu toe elk gesprek (ook met de mediator) hebt afgehouden en enkel per mail reageert. Ik denk dat het in dit stadium juist belangrijk is om met elkaar in gesprek te gaan, zeker gezien de stellingen en aannames die je in je mails hebt opgenomen. Ik ga er dan ook vanuit dat je morgen wel naar dit mediation gesprek gaat.
Ik ben het helemaal met je eens dat we de mediation snel zouden moeten kunnen afronden. Deze is echter vooral op de relatie tussen [A] en mij gericht en als deze niet kan worden hersteld is er, zoals gezegd, ook nog een alternatief van een andere ophanging van mijn functie, eindredacteur danwel producent. (…) Het moet mij echter van het hart dat zolang [A] over de invulling gaat van de vacature en ons conflict niet is opgelost, het feitelijk ondenkbaar is dat ik een eerlijke kans krijg in de functie die mij toekomt, terwijl als ik geen aanspraak zou kunnen maken op die functie ik ook blijf oplopen tegen de vooralsnog niet herstelde arbeidsrelatie met [A] .”