In het vonnis van 9 november 2016 heeft de rechtbank de orthopedisch chirurg M.C. de Waal Malefijt benoemd. De Waal Malefijt heeft op 27 mei 2017 een rapport uitgebracht. De correspondentie met partijen naar aanleiding van het conceptrapport is bij het rapport gevoegd en in de inleiding van het rapport heeft De Waal Malefijt toegelicht dat zijn opmerkingen naar aanleiding van de reacties van partijen op het conceptrapport in het definitieve rapport vet zijn gedrukt.
In het kader van zijn onderzoek heeft De Waal Malefijt röntgenopnamen beoordeeld, waaronder opnamen van 30 januari 2017 van het bekken en de lumbale wervelkolom (LWK) van [eiser] .
Over de röntgenopname van het bekken vermeldt het rapport:
“opname van het bekken toont beiderzijds een normale vorm van het heupgewricht zonder degeneratieve afwijkingen. Er is geen sprake van coxartrose. Er is sprake van een lichte gewrichtspleetversmalling zonder dat overige tekenen van artrose aanwezig zijn. Er is geen sclerosering. Er zijn geen osteofyten zichtbaar. Tevens is beiderzijds het SI gewricht(rechtbank: het sacro-iliciaalgewricht, ook wel heiligbeengewricht)
afgebeeld op deze opnamen zonder duidelijke tekenen van sclerosering.”
Over de röntgenopname van de lumbale wervelkolom vermeldt het rapport:
“Een opname van de lumbale wervelkolom toont een duidelijke versmalling van de tussenwervelruimte L2-L3. Tevens wordt een versmalling gezien van de tussenwervelruimte L5-S1. De AP opname toont het beeld passend bij een artrose van de facetgewrichten laag lumbaal op niveau L5-S1.”
In de samenvatting vermeldt De Waal Malefijt dat er sprake is van:
“een verminderde belastbaarheid van de lumbale wervelkolom bij een man die zwaar lichamelijke arbeid verricht”.
Bij de beantwoording van de vragen vermeldt het rapport, voor zover hier van belang:
“(…)
Er is sprake van een laag lumbale degeneratieve afwijking met discopathie op het niveau L2-L3 en het niveau L5-S1. Tevens is er sprake van een facetartrose op het niveau L5-S1. De door mij vastgestelde objectiveerbare orthopedische afwijkingen kunnen de klachten en beperkingen van betrokkene verklaren.
De door mij vastgestelde verkorting van de hamstring acht ik niet een relevante oorzaak van zijn laag lumbale klachten. De correspondentie vermeldt dat betrokkene in de periode 2011-2014 ook veel klachten gehad heeft van zijn SI gewrichten. Deze klachten kunnen zeker bijdragen aan de beperkingen, zoals met name reiken, tillen, dragen, duwen en trekken, gebogen werken en klimmen en klauteren.
Op de vraag of hij suggesties heeft voor een (activerende) behandeling heeft De Waal Malefijt geantwoord:
“Betrokkene probeert een balans te vinden tussen de belasting en de belastbaarheid van zijn lage rug. Op de momenten dat het hem lukt dit evenwicht te vinden nemen zijn klachten af. Op het moment dat hij de rug meer belast nemen de klachten toe. Ik acht het niet wenselijk dat een orthopedische operatieve behandeling gaat plaatsvinden.”
Verder heeft De Waal Malefijt opgemerkt, onder verwijzing naar literatuur op dit punt, dat een degeneratieve verandering in de lumbale wervelkolom tot chronische klachten aanleiding kan geven. Bij het rapport is een beperkingenlijst gevoegd, waarin de beperkingen zijn vermeld, zoals deze door [eiser] zijn aangegeven, met daarnaast opmerkingen van De Waal Malefijt over de mate van de genoemde beperking en de vraag of deze orthopedisch verklaarbaar zijn.