Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 29 juni 2016
- het proces-verbaal van comparitie van 25 oktober 2016
- de conclusie van antwoord in reconventie
- de akte van [gedaagde] van 11 januari 2017
- de akte van [eiseres] van 3 mei 2017
- de akte van [gedaagde] van 3 mei 2017.
2.De feiten
El Cóbanoin Costa Rica gekocht uit de boedel van [bedrijfsnaam 1] . De leden van [gedaagde] hadden van het [bedrijfsnaam 1] participaties gekocht die recht zouden geven op de opbrengst van stukken grond op deze plantage. Leden van [eiseres] hadden rechten gekocht op de opbrengst van dezelfde stukken grond. Geen van deze rechten waren echter door het fonds rechtsgeldig gevestigd. [gedaagde] en [eiseres] hebben over deze conflicterende aanspraken onderhandeld en in 2004 een overeenkomst gesloten. In 2011 zijn nieuwe bomen van een inheemse soort geplant op enkele plekken waar het teakhout niet goed groeide. [eiseres] heeft meebetaald aan deze zogenoemde “tussenplant”.
Amortizacion de deuda de [gedaagde]”. [eiseres] heeft [gedaagde] aangesproken voor het overeengekomen deel van de opbrengst van het gekapte teakhout. De advocaat van [eiseres] heeft [gedaagde] op 17 december 2015 bericht dat zij zonder geldige reden weigerde het afgesproken deel te betalen en haar gesommeerd om uiterlijk op 31 december 2015 een bedrag van USD 98.125,00 te betalen.
3.Het geschil
In conventie
4.De beoordeling
De hoofdsom in conventie en de hoofdsom in reconventie
1.788,00(2,0 punten × factor 1,0 × tarief € 894,00)