In deze zaak betreft het een herstelvonnis van de Rechtbank Midden-Nederland, uitgesproken op 1 februari 2018, in de strafzaak met parketnummer 16/660005-16 (P). Dit herstelvonnis volgt op een eerdere uitspraak van 2 oktober 2017, waarin een fout was ontdekt in het dictum. De rechtbank heeft vastgesteld dat de naam van de benadeelde partij onjuist was opgenomen in het dictum van het eerdere vonnis. In plaats van de correcte naam van de benadeelde partij, stond er abusievelijk een andere naam vermeld. Deze fout had tot gevolg dat de beslissing tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij niet kon worden geëxecuteerd.
De rechtbank heeft in het herstelvonnis de kennelijke misslag gecorrigeerd door de naam in het dictum te verbeteren. De rechtbank heeft bepaald dat de naam van de benadeelde partij nu correct zal worden weergegeven, en dat de eerdere beslissing van 2 oktober 2017 voor het overige ongewijzigd blijft. Tevens is bepaald dat de griffier dit vonnis zal hechten aan het originele vonnis van 2 oktober 2017 en dit vonnis per brief ter kennis zal brengen van de verdachte, de officier van justitie en de benadeelde partijen.
Dit herstelvonnis is van belang voor de executie van de beslissing tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, zodat deze nu correct kan worden uitgevoerd.