ECLI:NL:RBMNE:2017:6777

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 juni 2017
Publicatiedatum
30 januari 2018
Zaaknummer
C/16/412881 / HA ZA 16-262
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid bij tekortkomingen in de levering en installatie van een alarminstallatie

In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, gaat het om een geschil tussen Front Runner Nederland B.V. en [partij X] B.V. over de aansprakelijkheid voor schade die is ontstaan na een inbraak in het pand van Front Runner. Front Runner had een alarminstallatie besteld bij [partij X], die niet naar behoren functioneerde tijdens de inbraak op 12 en 13 september 2015. De rechtbank oordeelt dat [partij X] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, maar dat de aansprakelijkheid is uitgesloten op basis van de algemene voorwaarden van [partij X]. De rechtbank wijst de vordering van Front Runner af, omdat er geen opzet of grove schuld aan de zijde van [partij X] is aangetoond. De rechtbank concludeert dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn en dat Front Runner bekend was met deze voorwaarden door eerdere transacties. De vordering van [partij X] in reconventie om een verklaring voor recht te verkrijgen dat een schuld aan Front Runner een boedelschuld is, wordt eveneens afgewezen. De rechtbank veroordeelt Front Runner in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
Vonnis in hoofdzaak en vrijwaring van 7 juni 2017
in de hoofdzaak met zaaknummer / rolnummer: C/16/412881 / HA ZA 16-262 van
MR R. MULDERin zijn hoedanigheid van curator van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FRONT RUNNER NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Nieuwegein,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. P.F. Holtrop te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[partij X] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. N.P.H. Borm te Deventer,
in welke zaak heeft verzocht zich te voegen aan de zijde van [partij X] B.V.
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TRIGION ALARMCENTRALE B.V.,
gevestigd te Schiedam ,
gedaagde in conventie,
advocaat mr. H.M. Kruitwagen te Arnhem,
en in de vrijwaringszaak met zaaknummer / rolnummer C/16/425989 / HA ZA 16-818 van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[partij X] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. N.P.H. Borm te Deventer,
tegen
1. de naamloze vennootschap
REAAL SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Zoetermeer ,
gedaagde in conventie,
advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[partij Y] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. H. Lebbing te Rotterdam,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TRIGION ALARMCENTRALE B.V.,
gevestigd te Schiedam ,
gedaagde in conventie,
advocaat mr. H.M. Kruitwagen te Arnhem,
in welke zaak heeft verzocht zich te voegen aan de zijde van [partij X] B.V.
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[partij Y] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. H. Lebbing te Rotterdam.
Partijen zullen hierna respectievelijk Front Runner, [partij X] , Trigion , Reaal en [partij Y] genoemd worden.

1.De procedure in de hoofdzaak

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 22 maart 2017
  • het proces-verbaal van comparitie van 11 april 2017.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De procedure in de vrijwaringszaak

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 22 maart 2017
  • het proces-verbaal van comparitie van 11 april 2017.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

In de hoofdzaak en de vrijwaring

3.1.
Front Runner houdt zich bezig met de verkoop van sportkleding en sportschoenen, zowel online als in een 17-tal winkels in Nederland. Haar hoofdkantoor en magazijn bevindt zich in Nieuwegein.
3.2.
[partij X] houdt zich onder andere bezig met de installatie en het onderhoud van elektrotechnische en elektronische apparatuur en beveiligingsinstallaties.
3.3.
Front Runner heeft een inventaris-goederenverzekering en bedrijfsschadeverzekering afgesloten bij ASR. In de polis van ASR staat vermeld dat er preventiemaatregelen moeten zijn genomen die voldoen aan de eisen van het CCV, volgens risicoklasse 4.
3.4.
[partij X] heeft op 5 februari 2014 een offerte uitgebracht voor de levering van een alarmcentrale en beveiligingssysteem in een winkel van Front Runner te [vestigingsplaats] . Aan de offerte zijn de algemene voorwaarden toegevoegd. Hierin is onder meer het volgende bepaald:
“Artikel 1. Algemene bepalingen
Deze voorwaarden zijn van toepassing op alle overeenkomsten en aanbiedingen die zijn gesloten met, respectievelijk uitgebracht door de besloten vennootschap[partij X] B.V.,met name overeenkomsten bestaande uit aanneming van werk, verkoopovereenkomsten, overeenkomsten tot het verrichten van onderhoudswerkzaamheden, overeenkomsten aangaande de totstandkoming van telefoonverbindingen en doormelding van alarmmeldingen.
(…)
Artikel 6. Aansprakelijkheid en garantie
(…)4. [partij X] is ten aanzien van klanten die handelen in het kader van hun beroep en/of bedrijf wegens toerekenbaar tekortschieten slechts aansprakelijk voor de directe materiële schade van de klant veroorzaakt door een gebrek in het geleverde goed of het verrichte werk of geleverde dienst en/of overschrijding van de (op)levertijd of welke andere grond dan ook, tenzij zulks te wijten valt aan opzettelijk handelen of grove schuld aan de zijde van [partij X] en/of de door [partij X] ingeschakelde hulppersonen en/of onderaannemers. Tot die directe materiële schade valt niet de gevolgschade, bedrijfsschade, productie en/of omzetverlies, gederfde winst of waardevermindering of verlies van producten. Ten aanzien van andere schade is [partij X] ten aanzien van klanten die handelen in het kader van hun beroep en/of bedrijf slechts aansprakelijk indien die klanten bewijst dat zulks te wijten is aan opzet of grove schuld van [partij X] ;
(…)6. In geval [partij X] aansprakelijk is voor de door klanten geleden schade is de aansprakelijkheid beperkt tot het bedrag dat de aansprakelijkheidsverzekeraar van [partij X] uitkeert.”
3.5.
Ook voor een winkel in Nijmegen heeft [partij X] een inbraakbeveilingssysteem geleverd en geïnstalleerd. Na deze opdrachten heeft [partij X] in opdracht van Front Runner een beveiligingsplan opgesteld voor het bedrijfspand en magazijn te Nieuwegein. [partij X] heeft een offerte uitgebracht voor de levering en installatie van een elektronische inbraakbeveiliging risicoklasse 4 met alarmopvolging en een prijsopgave gedaan voor telefonie en VPN oplossing. Op de laatste pagina staan de namen van partijen en staat het volgende vermeld:
“Op deze overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van [partij X] B.V. van toepassing. U ontvangt een exemplaar van deze algemene voorwaarden. Door ondertekening van deze offerte verklaart u in te stemmen met de toepasselijkheid van deze voorwaarden en van de inhoud te hebben kennisgenomen.”
3.6.
De offerte is getekend door Front Runner in persoon van haar (indirect) statutair directeur [A] (hierna: [A] ) en bij e-mail van 3 december 2014 teruggestuurd. Het inbraakbeveiligingssysteem is voor het pand in Nieuwegein in december 2014 en januari 2015 geleverd en geïnstalleerd.
3.7.
Ingevolge de verzekeringsovereenkomst tussen Front Runner en haar verzekeringsmaatschappij diende het beveiligingssysteem te voldoen aan de eisen van risicoklasse 4. Dat betekent dat de alarminstallatie van het inbraakdetectiesysteem door twee verbindingen moet zijn verbonden met een meldkamer, te weten:
  • door middel van een beveiligde lijn, waarbij de verbinding tussen de alarminstallatie en de meldkamer iedere negentig seconden wordt getest en een falende testmelding moet leiden tot een alarmmelding bij de meldkamer van de alarmcentrale, en
  • door middel van een tweede lijn, welke lijn de verbinding overneemt in geval de eerste, beveiligde, verbinding wegvalt, opdat alarmmeldingen dan via de tweede lijn alsnog aan de meldkamer van de alarmcentrale kunnen worden doorgegeven.
3.8.
[partij X] heeft voor het beveiligingssysteem van Front Runner een contract gesloten met Trigion en Trigion maakt voor de aansluiting tussen haar meldkamer en de alarminstallatie gebruik van de partij [bedrijfsnaam] Limited. Een glasvezellijn fungeert als beveiligde lijn, waarmee het inbraakdetectiesysteem van Front Runner met de meldkamer van Trigion is verbonden. De tweede lijn is een GPRS-lijn.
3.9.
[partij X] heeft via haar assurantietussenpersoon [partij Y] met Reaal een aansprakelijkheidsverzekering Bedrijven (AVB) afgesloten.
3.10.
Op 14 juli 2015 heeft een poging tot inbraak plaatsgevonden bij het pand van Front Runner te Nieuwegein. Bij de meldkamer van Trigion is een inbraakmelding ontvangen, waarna Trigion zorg heeft gedragen voor directe alarmopvolging door beveiliging naar het pand te sturen. Er zijn geen goederen ontvreemd.
3.11.
Op of omstreeks de avond van 12 en/of de ochtend van 13 september 2015 heeft wederom een inbraak plaatsgevonden bij het pand van Front Runner in Nieuwegein. Bij de inbraak is een beveiligde glasvezellijn opgegraven en doorgeknipt. Daarbij zijn goederen van Front Runner gestolen. De inbraak is ontdekt door [A] , die op zondag 13 september 2015 rond 11.50 uur bij het pand arriveerde. De meldkamer van Trigion heeft geen alarmmelding ontvangen. Na melding van de inbraak bij ASR heeft ASR dekking afgewezen, omdat de alarminstallatie niet zou voldoen aan de eisen van risicoklasse 4 of omdat de alarminstallatie niet volledig zou functioneren ten tijde van de braak.
3.12.
Front Runner heeft zowel ASR als [partij X] in kort geding betrokken. Bij vonnis van 6 januari 2016 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland geoordeeld dat ASR geen dekking behoeft te verlenen, maar dat wel aannemelijk is dat de vordering op [partij X] zal worden toegewezen. [partij X] is veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 200.000,-- aan Front Runner.
3.13.
[partij X] heeft de partijen Reaal, [partij Y] en Trigion in kort geding betrokken. Bij vonnis van 9 maart 2016 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland in kort geding geoordeeld dat [partij Y] niet aan haar zorgplicht jegens [partij X] heeft voldaan. Zij is veroordeeld tot het betalen van een bedrag van € 200.000,-- aan [partij X] .
3.14.
Front Runner is bij vonnis van de Rechtbank Noord-Holland van 24 juni 2016 in staat van faillissement verklaard, waarbij mr. Mulder als curator is aangesteld, die de procedure heeft voortgezet.

4.Het geschil

In de hoofdzaak
In conventie
4.1.
Front Runner Nederland B.V. vordert samengevat - veroordeling van [partij X] en Trigion tot betaling van € 574.085,83, vermeerderd met rente en kosten. Zij legt het volgende aan de vordering ten grondslag. [partij X] is toerekenbaar tekortgekomen in de nakoming van de tussen Front Runner en ASR gesloten overeenkomst tot levering en installatie van een alarmsysteem conform risicoklasse 4 van het CCV, omdat de alarminstallatie tijdens de braak op of omstreeks de avond van 12 en/of ochtend van 13 september 2015 niet naar behoren heeft gefunctioneerd.
4.2.
[partij X] voert verweer. Zij voert aan dat geen sprake is van een ondeugdelijke alarminstallatie. Daarnaast stelt zij zich op het standpunt dat het beroep van Front Runner naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, omdat zij niet aansprakelijk kan worden geacht voor fouten van Trigion . Meer subsidiair beroept [partij X] zich op haar algemene voorwaarden, op grond waarvan zij alleen aansprakelijk is voor schade die het gevolg is van opzettelijk handelen of grove schuld aan de zijde van [partij X] . Bovendien is gevolgschade, bedrijfsschade, productie en/of omzetverlies, gederfde winst of waardevermindering of verlies van producten uitgesloten.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
In reconventie
4.4.
[partij X] vordert een verklaring voor recht dat de schuld ad € 200.000,-- die ontstaat aan de zijde van Front Runner indien de rechtbank de vordering van Front Runner afwijst, een boedelschuld is. Zij legt hieraan ten grondslag dat de curator ervoor heeft gekozen de procedure na het faillissement van Front Runner voort te zetten. De wil van de curator is er op gericht dat de bodemrechter een eindoordeel geeft over het bestaan van het recht op schadevergoeding en de omvang daarvan. Daarmee is de wil van de curator ook gericht op het aangaan van een eventuele schuld, indien de bodemrechter de vordering van Front Runner afwijst.
4.5.
Front Runner stelt zich kort samengevat op het standpunt dat een terugbetalingsverplichting van Front Runner van het op 17 maart 2016 namens [partij X] betaalde voorschot niet kwalificeert als een boedelschuld op basis van de wet noch de rechtspraak. Deze terugbetalingsverplichting zou slechts worden aangemerkt als een boedelschuld indien [partij X] het voorschot aan de curator zou hebben voldaan en de titel daartoe nadien zou komen te ontbreken, hetgeen niet het geval is.
In de vrijwaringszaak
In conventie
4.6.
[partij X] vordert primair in het geval de vordering van Front Runner wordt toegewezen - samengevat - dat Reaal wordt veroordeeld tot nakoming van haar verplichtingen uit de verzekeringsovereenkomst en tot betaling van haar schade. Subsidiair vordert zij veroordeling van [partij Y] tot betaling van een geldsom gelijk aan het bedrag waartoe [partij X] in de hoofdzaak wordt veroordeeld aan Front Runner te betalen. Daarnaast vordert zij de door haar gemaakte kosten. Tevens vordert zij subsidiair betaling van [partij Y] in het geval de vordering van Front Runner in de hoofdzaak wordt afgewezen een geldsom gelijk aan het bedrag dat [partij X] niet op Front Runner kan verhalen. Zij vordert daarnaast veroordeling van Trigion tot betaling aan [partij X] van het bedrag waartoe [partij X] in de hoofdzaak wordt veroordeeld. In het geval de vordering van Front Runner in de hoofdzaak wordt afgewezen vordert zij veroordeling van Reaal, [partij Y] en Trigion tot betaling van een bedrag van € 200.000,--.
4.7.
Reaal, Trigion en [partij Y] voeren verweer.
4.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
In (voorwaardelijke) reconventie
4.9.
[partij Y] vordert veroordeling van [partij X] om aan [partij Y] te voldoen een bedrag van € 204.804,25 te vermeerderen met rente en kosten. Zij legt daaraan het volgende ten grondslag. In het geval de vordering van [partij X] op [partij Y] zou worden afgewezen, staat daarmee vast dat het bedrag dat [partij Y] naar aanleiding van het kort geding vonnis van 9 maart 2016 heeft betaald, onverschuldigd is voldaan.
4.10.
[partij X] heeft zich op het standpunt gesteld dat een eventuele veroordeling tot terugbetaling aan [partij Y] voor haar tot grote financiële problemen en mogelijk zelfs tot een faillissement zou kunnen leiden. Mocht in hoger beroep de vordering van [partij X] op [partij Y] alsnog worden toegewezen dan zou alleen de curator hierbij baat hebben.

5.De beoordeling

In de hoofdzaak
In conventie
5.1.
Vast staat dat Front Runner in december 2014 een overeenkomst gesloten heeft met [partij X] voor de plaatsing van een alarminstallatie risicoklasse 4 inclusief de melding en directe alarmopvolging volgens deze risicoklasse. [partij X] heeft ten behoeve van de alarmopvolging een contract gesloten met Trigion .
5.2.
Tussen partijen is allereerst in geschil of het beveiligingssysteem deugdelijk heeft gefunctioneerd. Volgens [partij X] wel. Er is bij de inbraak op 12/13 september wel een melding gegenereerd, al is die niet door de meldkamer ontvangen. De rechtbank is van oordeel dat Front Runner op basis van de overeenkomst mocht verwachten dat de alarminstallatie doet waarvoor deze bedoeld is, namelijk melding geven bij een inbraak. De installatie voldeed in beginsel aan de eisen, maar nu duidelijk is dat er geen melding in de meldkamer terecht is gekomen, kan geconcludeerd worden dat deze niet naar behoren heeft gefunctioneerd. Ongeacht het antwoord op de vraag wat er niet goed is gegaan en of dit met de alarminstallatie zelf heeft te maken of met de alarmopvolging is dit een toerekenbare tekortkoming van [partij X] ten opzichte van Front Runner op grond van artikel 6:74 BW. Mocht een derde partij aansprakelijk zijn, dan ligt het op de weg van [partij X] om zich op die partij te verhalen. Het primaire verweer van [partij X] dat zij niet aansprakelijk is omdat de alarminstallatie wel goed zou functioneren wordt daarmee verworpen.
5.3.
Met verwijzing naar hetgeen is overwogen onder 5.2 wordt ook voorbijgegaan aan het betoog van [partij X] dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn dat [partij X] aansprakelijk is voor fouten die Trigion zou hebben gemaakt, ongeacht de vraag of het Front Runner of [partij X] is geweest die Trigion heeft ingeschakeld. [partij X] draagt op dat punt een eigen verantwoordelijkheid en is op grond van artikel 6:76 BW aansprakelijk voor hulppersonen. Het is aan [partij X] die op haar beurt een contract heeft gesloten met Trigion om - mocht de aansprakelijkheid bij Trigion liggen - zich op Trigion te verhalen.
Algemene voorwaarden
5.4.
[partij X] heeft ter afwering van haar aansprakelijkheid een beroep gedaan op haar algemene voorwaarden. Uit artikel 6 van deze algemene voorwaarden volgt dat [partij X] slechts aansprakelijk is voor schade die het gevolg is van opzettelijk handelen of grove schuld aan haar zijde en/of de door [partij X] ingeschakelde hulppersonen. Verder is onder meer vergoeding van gevolgschade en bedrijfsschade uitgesloten. Front Runner heeft betwist dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn op deze overeenkomst.
5.5.
Bij een eerdere opdracht van [partij X] bij Front Runner te [vestigingsplaats] die ook betrekking had op levering van een inbraakbeveilingssysteem zijn de algemene voorwaarden aan Front Runner overhandigd. Dit is niet door Front Runner betwist. Front Runner heeft echter gesteld dat er wat de overeenkomst ten aanzien van de beveiliging te Nieuwegein betreft sprake is van twee offertes, namelijk een die betrekking heeft op inbraakbeveiliging en een die betrekking heeft op telefonie en VPN. Alleen op deze laatste offerte staat een verwijzing naar de algemene voorwaarden en Front Runner heeft zich op het standpunt gesteld dat de algemene voorwaarden alleen op de laatste overeenkomst van toepassing zijn.
5.6.
[partij X] en ook Trigion hebben dit in deze procedure weersproken en gesteld dat het om één overeenkomst ging en dat Front Runner de offertes ook als een en dezelfde opdracht heeft beschouwd. De rechtbank volgt [partij X] en Trigion in dit verweer.
De inbraakbeveiliging, telefonie en VPN zijn hier onlosmakelijk met elkaar verbonden en vormen samen de alarminstallatie die in verbinding staat met de meldkamer. Het betrof bovendien één e-mail van Front Runner waarin zij de opdracht geeft voor de installatie hiervan en waaruit blijkt dat de offertes door in ieder geval Front Runner als een en dezelfde opdracht zijn beschouwd. Daarnaast geldt dat partijen zoals gezegd eerder zaken met elkaar hadden gedaan, waarbij door [partij X] de algemene voorwaarden op de contractuele relatie van toepassing zijn verklaard. In artikel 1 van de Algemene Voorwaarden staat vermeld dat de voorwaarden van toepassing zijn op alle overeenkomsten die [partij X] sluit. Front Runner was vanwege deze eerdere overeenkomst dus reeds bekend met de voorwaarden. De rechtbank is van oordeel dat met al deze feiten en omstandigheden voldoende is komen vast te staan dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn op deze overeenkomst.
5.7.
Uit artikel 6 van de algemene voorwaarden volgt dat [partij X] slechts aansprakelijk is voor schade die het gevolg is van opzettelijk handelen of grove schuld aan de zijde van [partij X] en/of door [partij X] ingeschakelde hulppersonen. Dat er sprake is geweest van opzet of grove schuld is echter niet gesteld of gebleken.
5.8.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat [partij X] niet aansprakelijk is voor de schade die Front Runner heeft geleden. Dit heeft tot gevolg dat de vordering van Front Runner zal worden afgewezen.
5.9.
Frontrunner zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [partij X] worden begroot op:
- griffierecht € 3.903,00
- salaris gemachtigde €
5.160,00(2 punten x tarief € 2.580,00)
Totaal € 9.063,00
De kosten aan de zijde van Trigion die zich heeft gevoegd aan de zijde van [partij X] worden begroot op:
- griffierecht € 3.903,00
- salaris gemachtigde €
2.580,00(2 x 0,5 punten x tarief € 2.580,00)
Totaal € 6.483,00
5.10.
De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
In reconventie
5.11.
Voor de beoordeling van de vordering van [partij X] is van belang de vraag wat onder een boedelschuld moet worden verstaan. Uit het arrest van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2013:BY6108) volgt dat op grond van de Faillissementswet boedelschulden slechts die schulden zijn die een onmiddellijke aanspraak geven jegens de faillissementsboedel hetzij ingevolge de wet, hetzij omdat zij door de curator in zijn hoedanigheid zijn aangegaan, hetzij omdat zij een gevolg zijn van een handelen van de curator in strijd met door hem in zijn hoedanigheid na te leven verbintenis of verplichting. Onder het aangaan van een schuld door de curator in deze zin is te verstaan dat de curator deze schuld op zich neemt bij een rechtshandeling doordat zijn wil daarop is gericht.
5.12.
[partij X] stelt zich op het standpunt dat van het laatste in dit geval sprake is, omdat de curator er voor gekozen heeft om de reeds aanhangige procedure tegen [partij X] voort te zetten. Dat de wil van de curator is gericht op het overnemen van de schuld van Front Runner is naar het oordeel van de rechtbank niet gebleken. De curator heeft dat ook betwist. Deze heeft aangevoerd dat hij slechts het boedelactief wil vergroten. Bovendien is ook niet gebleken dat een titel voor de betaling van [partij X] aan Front Runner ontbrak. Het vorenstaande heeft tot gevolg dat de ontstane vordering van [partij X] op Front Runner een concurrente vordering is en door [partij X] ter verificatie zal moeten worden ingediend. De gevorderde verklaring voor recht zal dan ook worden afgewezen.
5.13.
[partij X] zal als de in het ongelijk gestelde partij in reconventie worden veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Front Runner worden begroot op € 452,00 aan salaris gemachtigde (2 punten maal 0,5 x € 452,00).
In de vrijwaringszaak
In conventie
5.14.
Een vordering in vrijwaring heeft een voorwaardelijk karakter. Dat wil zeggen dat indien de vordering in de hoofdzaak wordt afgewezen, aan beoordeling van de vordering in vrijwaring niet wordt toegekomen en deze eveneens wordt afgewezen. Dit betekent dat de vorderingen die [partij X] heeft ingesteld voor het geval de vordering in de hoofdzaak tegen haar wordt toegewezen worden afgewezen.
5.15.
Voor wat betreft de vorderingen die [partij X] heeft ingesteld in geval de vordering van Front Runner in de hoofdzaak wordt afgewezen, overweegt de rechtbank het volgende. Het debat van partijen heeft zich in de stukken noch ter zitting hierop geconcentreerd. Partijen worden daarom in de gelegenheid gesteld zich hierover alsnog uit te laten. Een beslissing op dit punt zal worden aangehouden.
In (voorwaardelijke) reconventie
5.16.
Voor de voorwaardelijke vordering in reconventie geldt eveneens dat het debat van partijen zich niet op deze vordering heeft toegespitst. [partij X] heeft weliswaar aangevoerd dat zij in grote financiële problemen zou raken als de vordering van [partij Y] zou worden toegewezen en dat het restitutierisico niet bij haar zou moeten komen te liggen, maar ter zitting is dit punt niet uitgebreid ter sprake gekomen. De rechtbank zal partijen daarom alsnog in de gelegenheid stellen zich hierover uit te laten. Een beslissing zal worden aangehouden.

6.De beslissing

De rechtbank:
in de hoofdzaak
in conventie:
6.1.
wijst de vordering van Front Runner op [partij X] , aan welke zijde Trigion zich heeft gevoegd, af;
6.2.
veroordeelt Front Runner in de kosten van de hoofdzaak, aan de zijde van [partij X] tot op heden begroot op € 9.063,00, en aan de zijde van Trigion begroot op € 6.483,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de 14e dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.3.
veroordeelt Front Runner in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat zij niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening;
in reconventie:
6.4.
wijst de gevorderde verklaring voor recht van [partij X] af;
6.5.
veroordeelt [partij X] in de kosten, aan de zijde van Front Runner begroot op € 452,00 te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de 14e dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.6.
veroordeelt [partij X] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat zij niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening;
6.7.
verklaart dit vonnis in deze zaak wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in de vrijwaring
in conventie:
verwijst de zaak naar de rolzitting van woensdag 5 juli 2017 te 9.30 uur, waar Reaal, [partij Y] en Trigion zich schriftelijk dienen uit te laten omtrent hetgeen is overwogen onder rechtsoverweging 5.15;
[partij X] zal vervolgens in de gelegenheid worden gesteld om daarop schriftelijk te reageren;
houdt iedere verdere beslissing aan;
in reconventie:
verwijst de zaak naar de rolzitting van woensdag 5 juli 2017 te 9.30 uur, waar [partij X] zich schriftelijk dient uit te laten omtrent hetgeen is overwogen onder rechtsoverweging 5.16;
[partij Y] zal vervolgens in de gelegenheid worden gesteld om daarop schriftelijk te reageren.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.P. Killian en in het openbaar uitgesproken op 7 juni 2017.
type: RK (4062)
coll: JK (880)