Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
SNS BANK N.V.,
1.De procedure
- het op 1 september 2010 door de rechtbank Utrecht, inmiddels opgegaan in de rechtbank Midden-Nederland, tussen SNS en [gedaagde] bij verstek gewezen vonnis onder zaaknummer / rolnummer 291389 / HA ZA 10-1773
- de verzetdagvaarding (aan te merken als de conclusie van antwoord),
- de conclusie van antwoord in oppositie (aan te merken als de conclusie van repliek),
- de conclusie van repliek in oppositie (aan te merken als de conclusie van dupliek).
2.De feiten
Op uw verzoek ontvangt u een specificatie van het totaalverschuldigde bedrag:
Ik heb helemaal niets van u verzocht.
In bovengenoemde zaak sturen wij u hierbij een of meer stukken.”
Ik zal u via mijn advocaat nader berichten.”
3.Het geschil
4.De ontvankelijkheid
een of meer stukken” die de incassogemachtigde op 13 oktober 2016 aan [gedaagde] heeft gestuurd. Daarom moet als vaststaand worden aangenomen dat [gedaagde] pas kennis heeft genomen van het verstekvonnis nadat dit op 20 oktober 2016 aan zijn advocaat is gestuurd, zoals [gedaagde] zelf heeft aangevoerd. De verzetdagvaarding is op 16 november 2016 betekend, dat is binnen vier weken na 20 oktober 2016. Het verzet is dus tijdig, en op de juiste wijze, ingesteld, zodat [gedaagde] in zijn verzet kan worden ontvangen. De rechtbank zal dit nu inhoudelijk beoordelen.
5.De inhoudelijke beoordeling
Pagina 2 van 2” is immers overgelegd, dus kennelijk ontbreekt de eerste pagina. Verder is het stuk niet ondertekend namens SNS en is onduidelijk wanneer de overeenkomst zou zijn gesloten.
6.De beslissing
woensdag 20 december 2017teneinde SNS in de gelegenheid te stellen bij akte aan te geven op welke wijze zij bewijs wil leveren;
in de drie maanden nadienverhinderd zijn; zij dient bij die opgave ten minste vijftien dagdelen vrij te laten waarop het getuigenverhoor zou kunnen plaatsvinden;
;