Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
Artikel 16 Concurrentie- en relatiebeding en geheimhouding
3.1 De werknemer is gehouden om alle hem door of namens de werkgever
Middels deze brief bevestigen wij dat u op staande voet en met onmiddellijke ingang
De klant (…), heeft dit tijdens een interne audit, uitgevoerd door (…), geconstateerd en ons hiervan op de hoogte gebracht. We zijn ook naar de locatie gereden en (…) heeft ook geconstateerd dat er asbest is achter gebleven. Hiervan zijn foto’s gemaakt. Het achterlaten van asbest na een eindcontrole is een ernstige overtreding die de veiligheid van personen in gevaar kan brengen alsmede de continuïteit van het bedrijf.
3.De verzoeken en verweren
- i) [verzoeker] veiligheidsvoorschriften heeft geschonden door asbestresten in een containment achter te laten, waardoor risico is ontstaan voor de veiligheid van personen en de continuïteit van het bedrijf,
- ii) uit artikel 3 van de Arbeidsvoorwaardenregeling volgt dat bij een dergelijke overtreding van de veiligheidsvoorschriften ontslag op staande voet volgt,
- iii) [verzoeker] opzettelijk heeft gehandeld, hetgeen blijkt uit zijn verklaring dat hij ervan uit ging dat de DTA-er zijn werk wel goed zou doen zodat hij een inspectie (kennelijk) onnodig achtte en
- iv) [verzoeker] op de hoogte was van de veiligheidsvoorschriften en dat schending daarvan ontslag op staande voet zou opleveren.
4.De beoordeling
dat in het geval van artikel 7:681 BW het situaties betreft waar de werkgever heeft gehandeld in strijd met voor hem geldende voorschriften. Dat is hem ernstig aan te rekenen en om die reden kan de rechter op verzoek van de werknemer een billijke vergoeding toekennen (in plaats van het vernietigen van opzegging)" (Advies Afdeling Advisering Raad van State en Nader Rapport, p. 61). Hieruit volgt dat door de enkele omstandigheid van de niet rechtsgeldige opzegging de ernstige verwijtbaarheid een gegeven is. In dit geval is er geen sprake van een rechtsgeldige opzegging indien [verweerster] [verzoeker] ten onrechte op staande voet heeft ontslagen. Het is dan ook van belang te beoordelen of dit laatste het geval is geweest of niet.
5.De beslissing
woensdag 12 juli 2017te 9.30 uur teneinde [verweerster] in de gelegenheid te stellen bij akte aan te geven op welke wijze zij bewijs wil leveren;
in de drie maanden nadienverhinderd zijn; zij dient bij die opgave ten minste vijftien dagdelen vrij te laten waarop het getuigenverhoor zou kunnen plaatsvinden;
;