ECLI:NL:RBMNE:2017:6591

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
29 december 2017
Publicatiedatum
29 december 2017
Zaaknummer
07.022010-94
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met dwangverpleging

Op 29 december 2017 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling (tbs) met dwangverpleging van een betrokkene, geboren in 1973 en verblijvende in het FPC De Oostvaarderskliniek te Almere. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene nog de nodige stappen moet maken in het kader van resocialisatie, te beginnen met de verloven. De rechtbank heeft de tbs-maatregel met één jaar verlengd, op basis van een vordering van het openbaar ministerie die op 22 november 2017 was ingediend. De betrokkene was bijgestaan door zijn advocaat, mr. A.L. Louwerse, en de officier van justitie, mr. P.E.F. Poppe, was ook aanwezig tijdens de zitting op 18 december 2017.

De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende rapportages, waaronder een verlengingsadvies van De Oostvaarderskliniek, waarin werd gesteld dat de betrokkene lijdt aan een borderline persoonlijkheidsstoornis en trekken van een paranoïde en narcistische persoonlijkheidsstoornis. Hoewel de persoonlijkheidsproblematiek milder is geworden, blijft er sprake van een onderliggende zwakke opbouw van de persoonlijkheid. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de algemene veiligheid van personen een verlenging van de tbs-maatregel eist, en dat de betrokkene nog niet klaar is voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging.

De rechtbank heeft de verzoeken van de verdediging om de beslissing omtrent de dwangverpleging aan te houden afgewezen, en heeft geoordeeld dat de verlenging van de tbs-maatregel gerechtvaardigd is, gezien het indexdelict en de huidige fase van resocialisatie. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar eerdere beslissingen van het Gerechtshof en heeft de vordering van het openbaar ministerie toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht - Strafraadkamer
Parketnummer: 07.022010-94
Uitspraak: 29 december 2017
Beslissingop de vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de termijn, gedurende welke:
[terbeschikkinggestelde] ,
geboren op [1973] te [geboorteplaats] (Suriname),
verblijvende in het FPC De Oostvaarderskliniek te Almere,
ter beschikking is gesteld teneinde van overheidswege te worden verpleegd.

1.De procedure

Betrokkene is bij vonnis van de rechtbank Zwolle van 15 december 1994, ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, van welke terbeschikkingstelling de termijn is ingegaan op 28 december 2000. Bij beschikking van deze rechtbank van 5 maart 2015 is de verpleging van overheidswege onder voorwaarden beëindigd. De hervatting van de verpleging is door deze rechtbank bij beslissing van 26 oktober 2015 gelast, welke beslissing in hoger beroep in stand is gebleven. De terbeschikkingstelling is laatstelijk verlengd bij beschikking van de rechtbank Midden-Nederland van 6 maart 2017, zodat de maatregel zonder nadere voorziening eindigt op 28 december 2017.
Het openbaar ministerie heeft op 22 november 2017 een vordering ingediend tot verlenging van bovenvermelde termijn met één jaar. Bij die vordering zijn de door de wet voorgeschreven stukken overgelegd.
Betrokkene, bijgestaan door mr. A.L. Louwerse, advocaat te Haarlem, en de officier van justitie, mr. P.E.F. Poppe, zijn op 18 december 2017 in raadkamer in het openbaar gehoord.
Tevens is als deskundige gehoord mevrouw drs. P.K. Kristensen, als GZ-psycholoog verbonden aan De Oostvaarderskliniek.
De rechtbank heeft kennisgenomen van:
  • een verlengingsadvies van De Oostvaarderskliniek van 8 november 2017, opgesteld door drs. H.J. van der Lugt, hoofd van de inrichting, drs. P.K. Kristensen, hoofd behandeling, drs. A.W.T.M. Vissers, hoofd behandelzaken a.i. en drs. E.P.K. Sikkens, psychiater van De Oostvaarderkliniek;
  • de wettelijke aantekeningen over de periode van het vierde kwartaal van 2016 tot en met het derde kwartaal van 2017;
  • de overige stukken van het de betrokkene betreffende dossier.

2.Het standpunt van de kliniek

Het standpunt van de kliniek blijkt uit het advies van 8 november 2017 en de daarop gegeven toelichting tijdens de behandeling in raadkamer.
In 2014 is door FPC Veldzicht vastgesteld dat bij betrokkene sprake is van een borderline persoonlijkheidsstoornis en trekken van een paranoïde en narcistische persoonlijkheidsstoornis. In recente Pro Justitia rapportage wordt de beschreven persoonlijkheidspathologie in mildere mate of zelfs afwezig gevonden.
De Oostvaarderskliniek onderschrijft dat de persoonlijkheidsproblematiek milder is geworden, maar blijft van mening dat er sprake is van een onderliggende zwakke opbouw van de persoonlijkheid waardoor betrokkene vooral binnen intieme relaties in de problemen komt. Op andere vlakken functioneert hij adequaat. Betrokkene verblijft sinds 2 juni 2016 in De Oostvaarderskliniek. Hij stelt zich, in het oppervlakkige contact, open op naar het behandelteam. Wel heeft betrokkene een analyse naar de reden van zijn terugplaatsing, hervatting van de verpleging van overheidswege, aanvankelijk afgehouden.
Op 2 juni 2017 beslist de rechtbank dat de tbs-maatregel voorwaardelijk beëindigd wordt onder de voorwaarden dat betrokkene nog verblijft in De Oostvaarderskliniek en voortvarend op zoek gaat naar alternatieve huisvesting, werk/inkomen en zijn volledige medewerking verleent aan het tot stand komen van de terugplaatsanalyse. Het Gerechtshof besluit echter op 28 september 2017 dat de condities waaronder de voorwaardelijke beëindiging kan plaatsvinden niet duidelijk genoeg zijn en, omdat het de derde resocialisatiepoging betreft van betrokkene, dat een voorwaardelijke beëindiging van verpleging van overheidswege niet op haar plaats is.
Betrokkene staat aan het begin van een nieuw resocialisatietraject. Bij hem is een intramuraal behandelplafond bereikt en de risico’s op recidive zijn op dit moment laag.
Hij zal bij afnemend toezicht en controle in de resocialisatiefase moeten laten zien dat hij wel volledig transparant en betrouwbaar kan zijn zonder terug te vallen in pathologische en risicovolle gedragspatronen. Als spanningen ontstaan, vooral in relationele sfeer, kunnen risico’s toenemen. Bij een eventuele (ontwikkelende) relatie, wordt zijn vriendin op de hoogte gesteld van betrokkenes pathologie en risicosignalen. Betrokkene heeft zich de afgelopen periode goed staande weten te houden tijdens de stressvolle momenten. Hoewel de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege in hoger beroep niet werd uitgesproken, is hij stabiel blijven functioneren en heeft hij zijn programma gevolgd. Bij uitbreiding van het verlofkader naar transmuraal verlof is het recidiverisico laag. Bij beëindiging van de tbs-maatregel wordt de kans op recidive op lange termijn als matig ingeschat.
De kliniek wil een versneld resocialisatietraject inzetten. Er is een verlofaanvraag voor transmuraal verlof gedaan, te beginnen met begeleid en onbegeleid verlof. De bedoeling is om betrokkene via een kliniekwoning uit te laten stromen. Het uiteindelijke doel is zelfstandig wonen met toezicht van de reclassering en ambulante behandeling bij het ForFact-team. De kliniek heeft geadviseerd de tbs-maatregel met één jaar te verlengen.
De deskundige P.K. Kirstensen heeft bij de behandeling in raadkamer het advies nader toegelicht. Sinds betrokkene de terugvalpresentatie heeft gegeven is er meer zicht op zijn emoties. Hij is erg rationeel. Onder de tegenslagen dit jaar is hij rustig gebleven. Het doel voor komend jaar is dat hij een eigen woning en werk heeft en dat de resocialisatie ver gevorderd is. Er is een voorlopig akkoord gegeven voor het transmuraal verlof. Dit zal op 2 januari 2018 besproken worden bij de commissie.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gepersisteerd in haar vordering tot verlenging met één jaar.
Aan de voorwaarden voor verlenging van de terbeschikkingstelling is voldaan. Er is voldaan aan de proportionaliteit en subsidiariteit. Een voorwaardelijke beëindiging is niet aan de orde. Thans liggen er dezelfde rapporten als bij de voorwaardelijke beëindiging door de rechtbank op 16 juni 2017. Die beslissing is door het Gerechtshof op 28 september 2017 vernietigd. Gelet op eerder ingrijpen bij een resocialisatiepoging is een gefaseerde, begeleide en langzame resocialisatie nodig. Betrokkene is nog niet klaar met de behandeling. Dat bij hem het interne behandelplafond is bereikt, zegt niets over de behandeling die hij buiten nodig heeft.
Een jaar geleden heeft onderzoek plaatsgevonden door twee extern deskundigen. Opnieuw deskundigen laten rapporteren zal niets verduidelijken.

5.Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft primair verzocht de tbs-maatregel met één jaar te verlengen en de beslissing omtrent de dwangverpleging aan te houden om de reclassering nogmaals de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging te laten onderzoeken. Hierbij is verwezen naar de proportionaliteit en subsidiariteit. De tbs-maatregel duurt al 17 jaar en het behandelplafond is bereikt. Als er nog sprake is van een stoornis, dan is deze dusdanig verbleekt dat het een dwangverpleging niet meer rechtvaardigt. Het recidiverisico bij een voorwaardelijke beëindiging is laag volgens de rapporten, zodat ook dit een voortzetting van de dwangverpleging niet rechtvaardigt. Een mindere maatregel volstaat. Het onderzoek bij het Gerechtshof is niet uitputtend geweest. Betrokkene zit in feite gedetineerd omdat hij niet direct een woning heeft. Hij wil graag een woning en werk zoeken, maar krijgt daarvoor geen mogelijkheid omdat er na 20 maanden verblijf nog steeds geen verlof is aangevraagd.
Subsidiair heeft de verdediging verzocht de zaak aan te houden om onderzoek te laten doen door één of twee NIFP deskundigen met name op het gebied van risicomanagement en de vraag of een voorwaardelijke beëindiging verantwoord is.

6.Het oordeel van de rechtbank

Indiening vordering
De vordering is ingekomen op 22 november 2017 en derhalve tijdig ingediend.
Indexdelict
De rechtbank Zwolle heeft de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege bij vonnis van 15 december 1994 opgelegd ter zake van moord (feit 1 primair).
Maximering
De rechtbank Midden-Nederland heeft in de verlengingsbeslissing van 6 maart 2017 overwogen dat de totale duur van de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege niet in tijd is beperkt.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het verlengingsadvies van De Oostvaarderskliniek blijkt dat bij betrokkene sprake is van een borderline persoonlijkheidsstoornis en trekken van een paranoïde en narcistische persoonlijkheidsstoornis. De persoonlijkheidsproblematiek is wel milder geworden, maar er blijft sprake van een onderliggende zwakke opbouw van de persoonlijkheid, waardoor betrokkene vooral bij intieme relaties in de problemen komt.
Bij beëindiging van de tbs-maatregel wordt de kans op recidive op lange termijn als matig ingeschat.
Verlenging
Gelet op het advies en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de algemene veiligheid van personen verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling eist.
De kliniek heeft geadviseerd de tbs-maatregel met één jaar te verlengen, de officier van justitie heeft dit ook gevorderd en de verdediging heeft zich hiertegen niet verzet.
De rechtbank heeft geconstateerd dat betrokkene de komende tijd nog de nodige stappen dient te maken in het kader van de resocialisatie, te beginnen met de verloven. De rechtbank zal de tbs-maatregel dan ook met één jaar verlengen.
De rechtbank deelt de mening van de verdediging niet dat de stoornis dermate verbleekt of afwezig is dat dit een verlenging van de verpleging van overheidswege niet rechtvaardigt. Datzelfde geldt voor het recidiverisico. Gelet op het stadium van resocialisatie waar betrokkene zich thans in bevind, waarbij nog geen machtiging voor transmuraal verlof is verkregen, is een voorwaardelijke beëindiging niet aan de orde. De rechtbank verwijst hierbij naar de beslissing van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 28 september 2017. Een gefaseerd resocialisatietraject heeft de voorkeur. Gelet op het indexdelict is de beslissing niet disproportioneel.
De rechtbank ziet evenmin aanleiding om deskundigen van het NIFP nader onderzoek te laten doen, omdat één jaar geleden nog onderzoek heeft plaatsgevonden door twee externe deskundigen.
De rechtbank wijst derhalve de verzoeken van de verdediging tot het aanhouden van de beslissing omtrent de verpleging van overheidswege af.
De rechtbank heeft bij haar beslissing gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.

7.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van
[terbeschikkinggestelde]voor de tijd van
één jaar.
Aldus gegeven door mr. R.C.J. Hamming, voorzitter, mr. drs. H. Vegter en G. van de Beek, rechters, in tegenwoordigheid van mrs. B.T. Feenstra en O.S. Salet, griffiers en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 december 2017.
Mr. R.C.J. Hamming is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.