Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
- de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie
- de conclusie van dupliek in reconventie
- de rolbeslissing (n.a.v. bezwaar tegen de conclusie van dupliek in reconventie)
- de akte uitlating producties
- de pleidooien en de ter gelegenheid daarvan overgelegde stukken
2.De feiten
4.Nabetaling
Op 27 november 2014 heeft Roompot c.s. in een brief (in het Duits) aan het gemeentelijk samenwerkingsverband Birkenfeld het volgende laten weten (voor zover relevant, in het Nederlands vertaald):
3.Het geschil
in conventie
€ 2.250.000,-, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 1 januari 2009 tot de voldoening;
€ 2.250.000,-, althans een door de rechtbank te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2009 tot de voldoening;
Subsidiair vordert [eiseres] schadevergoeding wegens tekortkoming door Roompot c.s. in de nakoming van haar uit de Koopovereenkomst voortvloeiende inspanningsverplichting om zo snel mogelijk na het sluiten van de Koopovereenkomst een wijziging van het bestemmingsplan te bewerkstelligen.
€ 250.000,-, verschuldigd op grond van artikel 4.1 van de Koopovereenkomst in het geval dat per 1 januari 2015 geen onherroepelijke bestemmingsplan wijziging heeft plaatsgevonden en geen onherroepelijke bouwvergunningen zijn verleend.
Partijen zijn geen inspanningsverplichting aan de zijde van Roompot c.s. overeengekomen, zodat van een tekortkoming in de nakoming van die verplichting geen sprake kan zijn.
€ 250.000,- staat wat Roompot c.s. betreft in de weg dat ter zake deze verplichting tussen partijen kennelijk nooit wilsovereenstemming heeft bestaan. Deze bepaling is daarom niet rechtsgeldig overeengekomen.
Roompot c.s. concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiseres] , met veroordeling van [eiseres] in de kosten van de procedure.
4.De beoordeling
inleiding
conventiestaat centraal de vraag of [eiseres] een nabetaling van de koopprijs toekomt uit hoofde van artikel 4.1 van de Koopovereenkomst. In dat kader zullen achtereenvolgens de volgende onderwerpen aan bod komen:
- verjaring
- schending klachtplicht
- schuldeisersverzuim
- 403-verklaring Zim Holding
- nabetaling € 2.250.000,-
- nabetaling € 250.000,-
- vergoeding voor planologische kosten
reconventiestaat kort gezegd de vraag centraal of aanleiding bestaat de Koopovereenkomst – of haar overeengekomen gevolgen – aan te tasten of te wijzigen. Bij de beoordeling komen achtereenvolgens de volgende onderwerpen aan bod:
- (partiële) ontbinding
- wijziging van de gevolgen
- (partiële) vernietiging
- opheffing nadeel
Subsidiair vordert Roompot c.s. op diezelfde gronden dat zij ingevolge artikel 6:60 BW door de rechtbank wordt bevrijd van haar verbintenissen voortvloeiend uit artikel 4.1 aanhef en onder i) van de Koopovereenkomst, nu [eiseres] als schuldeiser zelf in verzuim is.
“Partijen komen overeenelkaarregelmatig op de hoogte te houden met betrekking tot de voortgang van de aanvragen tot wijziging van het bestemmingsplan of de aanvragen van bouwvergunningen (…)”In de considerans van de Koopovereenkomst, onder f, is opgenomen:
“(…)Verkoper en koperzullen zich ervoor inspannen de daarvoor benodigde vergunningen zo spoedig mogelijk te verkrijgen.”[onderstreping tweemaal door de rechtbank.]
De feitelijke gang van zaken, afgezet tegen wat partijen met elkaar waren overeengekomen, rechtvaardigt evenmin het oordeel dat sprake is geweest van de situatie die wordt bedoeld in artikel 6:23 BW. Afgesproken was immers, dat partijen kort na het sluiten van de Koopovereenkomst gezamenlijk aan de slag zouden gaan om de benodigde bestemmingsplanwijziging in gang te zetten, en dat zij elkaar daarbij telkens op de hoogte zouden houden van daarin gemaakte vorderingen. Feitelijk heeft geen van partijen enige actie ondernomen tot eind 2013, begin 2014, waarna [eiseres] het traject eenzijdig in gang heeft gezet, zonder daarbij op de overeengekomen wijze te overleggen met, of te rapporteren aan Roompot c.s. Dat Roompot c.s., geconfronteerd met een voorgenomen bestemmingsplanwijziging waarin zij geen inspraak had gehad, op 24 november 2014 de in 2.3 geciteerde brief heeft gestuurd valt gezien deze gang van zaken te begrijpen zodat niet kan worden geoordeeld dat de redelijkheid en billijkheid verlangen dat de voorwaarde als vervuld moet worden beschouwd. Daar komt nog bij dat niet vast staat dat Roompot c.s. met deze brief het vervuld raken van die voorwaarde ook daadwerkelijk heeft belet. Een oordeel daarover kan echter, gezien het voorgaande, in het midden blijven.
€ 2.250.000,- ten titel van schadevergoeding, wegens toerekenbare tekortkoming door Roompot c.s. van haar verplichting uit de Koopovereenkomst om zo spoedig mogelijk na het sluiten van deze overeenkomst een onherroepelijke wijziging van het bestemmingsplan te bewerkstelligen. Net zoals hiervoor, onder 4.15 en 4.19, verwijst de rechtbank op dit punt naar de beoordeling in reconventie onder 4.6. Gelet op het oordeel dat beide partijen hebben nagelaten met elkaar in contact te treden om op de overeengekomen wijze gezamenlijk en in goed overleg de bestemmingsplanwijziging in gang te zetten, doet zich niet de situatie voor dat één van beide partijen ten aanzien van die verplichting in verzuim verkeert. Dit heeft eveneens gevolgen voor het beroep dat [eiseres] doet op wanprestatie. Wel is er sprake van een tekortschieten door (ook) Roompot c.s. in de nakoming van de overeengekomen verplichtingen, maar het feit dat nakoming van juist deze verplichtingen gelijktijdig en even zwaar op beide partijen rustte, terwijl zij geen van beiden correct zijn nagekomen maakt, dat de tekortkoming niet aan Roompot c.s. (maar slechts aan [eiseres] en Roompot c.s. gezamenlijk) kan worden toegerekend. De vordering van [eiseres] wordt daarom, ook op deze subsidiaire grondslag afgewezen.
€ 250.000,-, op grond van artikel 4.1 aanhef en sub i), laatste zin van de Koopovereenkomst, waar staat:
“Indien op 1 januari 2015 geen onherroepelijke wijziging van het bestemmingsplan heeft plaatsgevonden of alsdan niet één of meerdere onherroepelijke bouwvergunningen zijn verleend, zal Koper als Nabetaling I een eenmalig, vast bedrag van € 250.000,00 (zegge: twee honderd vijftigduizend euro) aan Verkoper betalen.”
12.844,00(4,0 punten × tarief € 3.211,00)