Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.Waar gaat het over?
3.De beoordeling
[eiseres] heeft de haar gemaakte verwijten gemotiveerd betwist en zij heeft die betwisting deels gestaafd met stukken (productie 6 en 7). Onder die omstandigheden heeft [gedaagde] haar stellingen onvoldoende onderbouwd, gelet op het gemotiveerde verweer van [eiseres] . Daar komt nog bij dat [gedaagde] van haar stellingen geen bewijs aanbiedt. Zij meent dat de bewijslast rust op [eiseres] . Dit ten onrechte, want [gedaagde] doet een beroep doet op verrekening en maakt aanspraak op schadevergoeding.
- Betaling van € 3.333,-, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 21 juni 2017 (de dag van dagvaarding) tot de voldoening. Gevorderd was de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW maar de kantonrechter oordeelt dat geen sprake is van een handelsovereenkomst als bedoeld in dat artikel.
- Betaling van € 2.812,54, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW (ten onrechte was de handelsrente gevorderd) vanaf 25 juni 2017 tot de voldoening. Deze koopsomtermijn is verminderd met een bedrag dat [eiseres] nog aan [gedaagde] moest betalen in verband met nog door [eiseres] ontvangen doorloopprovisie die aan [gedaagde] toekomt. Partijen zijn het hierover eens.
- Betaling van € 742,75 aan buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden. De kantonrechter stelt vast dat [eiseres] voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief. De kantonrechter zal het bedrag dan ook toewijzen tot het wettelijke tarief, zoals hier begroot.
500,00(2 punten x tarief € 250,00)
€ 250,00). De nakosten, waarvan [eiseres] in reconventie betaling vordert, zullen hierna worden begroot.
4.De beslissing
- € 3.333,33 met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 21 juni 2017 tot de voldoening;
- € 100,- aan salaris gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening;