Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift met producties
- het verweerschrift met producties
- de mondelinge behandeling van 5 juli 2016
- het proces-verbaal van 5 juli 2016
- het faxbericht van mr. Spruit van 1 november 2016
- het e-mailbericht van mr. Demirtas van 7 november 2016
- de brief van de rechtbank van 12 december 2016
- het e-mailbericht van mr. Demirtas van 20 december 2016 met begeleidende e-mail van [verzoeker]
- het faxbericht van mr. Spruit van 9 januari 2017 met begeleidende brief van de medisch adviseur
- ten slotte is uitspraak bepaald.
2.De feiten
2.De situatie zonder ongeval(…)Klachten, afwijkingen en beperkingen zonder ongeval2c Zijn er daarnaast op uw vakgebied klachten en afwijkingen die er ook zouden zijn geweest of op enig moment ook hadden kunnen ontstaan, als het ongeval de onderzochte niet was overkomen?
3.Het deelgeschil
4.De beoordeling
Anders dan ASR is de rechtbank van oordeel dat geen sprake is van een volstrekt onnodig of onterecht ingediend verzoek. Voor het oordeel dat de gemaakte kosten niet voor begroting in aanmerking komen moet sprake zijn van misbruik van het processuele middel van het indienen van een verzoekschrift ex artikel 1019w Rv. Een dergelijk misbruik acht de rechtbank niet aanwezig.
[verzoeker] maakt aanspraak op een bedrag van € 8.094,81 inclusief kantoorkosten en btw. Dit is berekend op basis van 24,75 uur tegen een uurtarief van € 285,00. ASR stelt zich op het standpunt dat het aantal bestede uren te hoog is alsmede het gehanteerde uurtarief. De onderhavige zaak betreft naar het oordeel van de rechtbank een voor wat betreft de omvang en complexiteit ervan beperkt deelgeschil. Het aan het deelgeschil bestede en opgegeven aantal uren is daarmee naar het oordeel van de rechtbank niet in overeenstemming. De met de opstelling van het verzoekschrift en de verdere behandeling van de zaak gemoeide, redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW zullen door de rechtbank worden begroot op 15 uren x € 255,00 exclusief kantoorkosten, hetgeen neerkomt op een bedrag van € 4.054,50 inclusief kantoorkosten, te vermeerderen met het betaalde griffierecht van € 79,00.