Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1] ,
[eiser sub 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 28 juni 2017
- het proces-verbaal van comparitie van 1 november 2017.
2.Waar het om gaat
De kern van het geschil
- voor recht wordt verklaard zij niets verschuldigd zijn aan [gedaagde] op grond van de notariële akte
- dat het [gedaagde] wordt verboden om de notariële akte te executeren, op straffe van een dwangsom
- voor recht wordt verklaard dat [gedaagde] onrechtmatig jegens hen heeft gehandeld door hen te dwingen om deze bodemprocedure te starten, en dat [gedaagde] hun schade moet vergoeden, op te maken bij staat
- [gedaagde] (in conventie en in reconventie) wordt veroordeeld in de kosten van dit geding en tot vergoeding van de nakosten ter hoogte van € 131 zonder betekening van het vonnis en
- voor recht wordt verklaard dat in de notariële akte tussen [gedaagde] , [eiser sub 1] en [eiser sub 2] een rechtsgeldige afdwingbare borgstelling is overeengekomen en dat [gedaagde] gerechtigd is deze borgstelling per direct ten uitvoer te leggen
- [eiser sub 1] en [eiser sub 2] hoofdelijk worden veroordeeld in de kosten van dit geding (in conventie en in reconventie).
3.De beoordeling
De eiswijziging van [gedaagde]
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)