Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
beschikking wijzigen omgangsregeling
in de zaak van
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, hierna te noemen de GI,
[de vader] , hierna te noemen de vader,
[de moeder] , hierna te noemen de moeder,
Het procesverloop
De feiten
Het verzoek
- Moeder heeft 2 vaste bezoekmomenten per week met een duur van 1 uur per bezoek;
- Bezoek vindt plaats op donderdagavond van 18.15 – 19.15 uur en op zaterdagmorgen van 11.00 – 12.00 uur;
- Moeder wordt tijdens dit bezoek begeleid door een externe hulpverlener, waar zij zelf zorg voor draagt (wanneer deze hulpverlener op bovenstaande tijden onmogelijk aanwezig kan zijn, wordt in overleg met [naam organisatie] en de Stichting de bezoektijd aangepast, de duur en frequentie van het bezoek blijven gelijk);
- Dit bezoek vindt plaats in een aparte ruimte, afgescheiden van de groep (locatie: [naam woongroep] , [naam organisatie] te [woonplaats] ), bijv. op [(voornaam van) minderjariges] slaapkamer met de deur open;
- Bij binnenkomst heeft moeder een praktische overdracht met de begeleiding van [voornaam van minderjarige] (van maximaal 10 minuten). De overdracht zal gaan over hoe het met [voornaam van minderjarige] gaat en wat hij nodig heeft. Daarna begint het bezoek van een uur;
- Aan het einde van het bezoek is er wederom een overdrachtsmoment van maximaal 10 minuten waarin ook de praktische zaken worden overgedragen;
- Moeder gebruikt de bezoektijd om met [voornaam van minderjarige] te zijn, moeder gaat niet in discussie met de begeleiding en luistert naar hun aanwijzingen. Wanneer moeder de aanwijzingen niet opvolgt, zal het bezoek beëindigd worden;
- De Stichting kan de bezoekregeling wijzigen wanneer zij dit noodzakelijk acht voor het welzijn van [voornaam van minderjarige] .
De standpunten
De verhoudingen tussen de moeder en het personeel van [naam organisatie] verslechteren als gevolg van het ongefundeerde toezicht op de omgang met [voornaam van minderjarige] . De situatie is geëscaleerd toen [voornaam van minderjarige] in het ziekenhuis lag en de moeder hem slechts één uur onder toezicht mocht bezoeken. De GI was toen onbereikbaar om een uitleg te geven. De moeder wil dat de kinderrechter bij aanpassing van de omgangsregeling tevens een regeling opneemt voor als [voornaam van minderjarige] in het ziekenhuis ligt. Het is volgens de moeder volstrekt duidelijk dat de GI en de vader erop uit zijn de moeder uit het leven van [voornaam van minderjarige] te schrappen. De verzoeken van de GI om te bepalen dat de GI zelf de bezoekregeling kan wijzigen wanneer zij dat voor [voornaam van minderjarige] nodig vindt en dat de moeder moet worden begeleid door een externe hulpverlener die zij zelf moet inschakelen moeten worden afgewezen. Voor die verzoeken bestaat geen grondslag. De moeder is bovendien niet in staat om de bedoelde externe hulpverlening te betalen. De GI is degene die de gemeente moet verzoeken om dergelijke hulp te bekostigen. De moeder wil niet meer persoonlijk met [naam organisatie] -medewerkers praten. Ze wil alleen nog via emails met hen communiceren. Zij stelt voor te bepalen dat [naam organisatie] haar uiterlijk twee uren voor het omgangsmoment de informatie mailt die in het kader van de overdracht noodzakelijk is. Zij zal dan na het bezoek haar bevindingen aan [naam organisatie] mailen. Voor beperking van de plaats waar de omgang zal plaatsvinden is geen reden. Het verzoek van de GI komt feitelijk neer op beperking van de bewegingsvrijheid van [voornaam van minderjarige] en de moeder en is in strijd met artikel 5 van het EVRM.
De beoordeling
De beslissing
- De moeder heeft twee vaste bezoekmomenten per week met een duur van één uur per bezoek;
- Bezoek vindt plaats op donderdagavond van 18.15 – 19.15 uur en op zaterdagmorgen van 11.00 – 12.00 uur;
- De moeder wordt tijdens dit bezoek begeleid door een externe hulpverlener of vertrouwenspersoon, waar zij zelf zorg voor draagt (wanneer deze hulpverlener of vertrouwenspersoon op bovenstaande tijden onmogelijk aanwezig kan zijn, wordt in overleg met [naam organisatie] en de Stichting de bezoektijd aangepast, de duur en frequentie van het bezoek blijven gelijk);
- Dit bezoek vindt plaats in een aparte ruimte, afgescheiden van de groep (locatie: [naam woongroep] , [naam organisatie] te [woonplaats] ), bijv. op [(voornaam van) minderjariges] slaapkamer met de deur open;
- Bij binnenkomst heeft de moeder een praktische overdracht met de begeleiding van [voornaam van minderjarige] (van maximaal 10 minuten). De overdracht zal gaan over hoe het met [voornaam van minderjarige] gaat en wat hij nodig heeft. Daarna begint het bezoek van een uur;
- Aan het einde van het bezoek is er wederom een overdrachtsmoment van maximaal 10 minuten waarin ook de praktische zaken worden overgedragen;
- De moeder gebruikt de bezoektijd om met [voornaam van minderjarige] te zijn, de moeder gaat niet in discussie met de begeleiding en luistert naar hun aanwijzingen. Wanneer de moeder de aanwijzingen niet opvolgt, zal het bezoek beëindigd worden;
Arnhem-Leeuwarden