In deze zaak vordert Crestec Europe B.V. schadevergoeding van Arbovitale B.V. wegens tekortkomingen in de verzuimbegeleiding van een werkneemster die arbeidsongeschikt raakte. De rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat Arbovitale niet heeft gehandeld zoals van een deugdelijke arbodienstverlener verwacht mag worden. De werkneemster, die sinds maart 2014 arbeidsongeschikt was, heeft een complexe re-integratie doorgemaakt met meerdere terugvallen. Crestec stelt dat Arbovitale te laat een juiste diagnose heeft gesteld en onvoldoende heeft doorverwezen naar gespecialiseerde zorg. De rechtbank concludeert dat Arbovitale toerekenbaar tekort is geschoten in haar verplichtingen, wat heeft geleid tot een loonsanctie van het UWV. Crestec vordert schadevergoeding voor loonkosten, transitievergoeding en andere kosten die voortvloeien uit de loonsanctie. De rechtbank wijst de vorderingen van Crestec grotendeels toe, inclusief de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Arbovitale wordt veroordeeld in de proceskosten.