Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
1. primair: op 5 juni 2017 in Lelystad tezamen en in vereniging een mobiele telefoon, een portemonnee (met inhoud) en/of autosleutels, toebehorende aan [slachtoffer] , heeft gestolen,
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld;
1. subsidiair: op 5 of 6 juni 2017 in Lelystad tezamen en in vereniging [slachtoffer] heeft mishandeld;
2. in de periode van 5 juni 2017 tot en met 6 juni 2017 in Lelystad tezamen en in vereniging een Volkswagen Caddy, toebehorende aan [slachtoffer] , heeft gestolen met behulp van een valse sleutel.
3.VOORVRAGEN
4.VRIJSPRAAK
Oja, nog wat, ik wil je telefoon’, waarna hij medeverdachte [medeverdachte 2] hoorde zeggen: ‘
die heb ik al’. Dat duidt op een vooropgezet plan, zodat het medeplegen van de diefstal met geweldpleging date onder feit 1 is ten laste gelegd wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Oja, nog wat, ik wil je telefoon’, waarna een van de medeverdachten zou hebben geantwoord: ‘
die heb ik al’, is onvoldoende om te concluderen dat sprake was van een vooropgezet plan van verdachte om met de medeverdachte(n) aangever te beroven, nu deze uitspraken voor meerdere uitleg vatbaar zijn. Aangezien andere bewijsmiddelen voor betrokkenheid van verdachte bij een dergelijk plan ontbreken, kan het medeplegen daarvan niet worden bewezen.
5.WAARDERING VAN HET BEWIJS
6.BEWEZENVERKLARING
7.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
8.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
9.OPLEGGING VAN STRAF
10.BESLAG
11.BENADEELDE PARTIJ
12.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
13.BESLISSING
- verklaart [slachtoffer] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil.