ECLI:NL:RBMNE:2017:6125

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 oktober 2017
Publicatiedatum
12 december 2017
Zaaknummer
16.652732-17
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in strafzaak wegens beroving met geweld, onduidelijkheid over verklaringen aangever

Op 24 oktober 2017 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van beroving met geweld. De tenlastelegging betrof een incident dat plaatsvond op 8 juni 2017 in Utrecht, waarbij de verdachte samen met een ander de aangever zou hebben beroofd van zijn portemonnee, telefoon, sleutels en een geldbedrag van 100 euro. De rechtbank heeft de verklaringen van de aangever met terughoudendheid bezien, omdat deze op belangrijke punten varieerden en de aangever onder invloed was ten tijde van het incident. De officier van justitie stelde dat de verklaringen van de aangever, ondanks de inconsistenties, voldoende bewijs boden voor een veroordeling. De verdediging betoogde echter dat de aangever geen betrouwbare getuige was, gezien zijn toestand en de tegenstrijdigheden in zijn verklaringen. De rechtbank concludeerde dat het onduidelijk bleef wat er precies was gebeurd en dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij, die zich had gevoegd in het geding, werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, omdat de verdachte was vrijgesproken. De rechtbank wees ook de vordering tot tenuitvoerlegging af.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummers: 16/652732-17 en 16/247755-16 (TUL) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 24 oktober 2017
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1984] te [geboorteplaats]
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres [adres] , [postcode] [woonplaats]

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. C. Booij, van hetgeen mr. D.C. van den Heuvel, advocaat te Utrecht, namens verdachte naar voren heeft gebracht, en van hetgeen mr. P.M.A.C. van der Wouw, advocaat te Utrecht, namens benadeelde partij [slachtoffer] naar voren heeft gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
samen met een ander op 8 juni 2017 in Utrecht met geweld en met bedreiging met geweld van [slachtoffer] heeft weggenomen en/of [slachtoffer] heeft gedwongen tot afgifte van
een portemonnee, telefoon, sleutels en/of een geldbedrag van 100 euro.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.VRIJSPRAAK

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld, kort weergegeven, dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen, met name gelet op de verscheidene verklaringen van de aangever bij de politie. Die verklaringen lopen weliswaar op onderdelen uiteen, maar hij had een plausibele reden om in zijn eerste verklaring niet de gehele waarheid te spreken, omdat zijn vriendin hierbij aanwezig was en hij zich schaamde. Dit maakt zijn verklaring niet onbetrouwbaar.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat zijn cliënt geen handelingen heeft verricht die hem zijn ten laste gelegd. De aangever heeft zelf verklaard dat hij onder invloed was en het is zeer goed mogelijk dat zijn waarneming daardoor is beïnvloed. Zijn verklaring is daardoor onbetrouwbaar. Door de verbalisanten is bovendien geen letsel waargenomen bij de aangever.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt dat uit het dossier volgt dat de aangever zijn verklaring meerdere malen heeft gewijzigd op belangrijke punten. Zo heeft hij op 8 juni 2017 vroeg in de ochtend en ongeveer 1,5 a 2 uur na het incident, ten overstaan van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] verklaard dat hij bij zijn nek werd gepakt en werd bedreigd toen hij die ochtend uit de portiek liep richting zijn auto. Vervolgens liep hij mee naar de woning aan de [adres] en heeft daar zijn telefoon en sleutelbos afgegeven. Ook was hij zijn portemonnee kwijt. In zijn aangifte op dezelfde dag om 13:05 uur, ongeveer 6 uur na het incident, heeft de aangever op het politiebureau echter verklaard dat hij naar zijn auto liep en dat hij toen vanuit het niets bij zijn keel werd vastgepakt, meermalen werd geslagen en verbaal werd bedreigd. Daar werd hij beroofd van zijn portemonnee met inhoud, sleutels en telefoon. Vervolgens werd hij meegevoerd naar de genoemde woning en moest hij daar naar binnen, waarna hij in de woning opnieuw bij zijn keel werd gepakt, geslagen en bedreigd. In zijn verhoor op 9 juni 2017 heeft de aangever weer anders verklaard, namelijk dat hij denkt dat hij bij de auto bij de keel is gepakt, maar daar niet is geslagen en in de woning werd geslagen en bedreigd. Nadat hem op 10 juni 2017 de verklaringen van verdachte en medeverdachte [medeverdachte] werd voorgehouden, heeft de aangever vervolgens verklaard dat hij (vrijwillig) in de richting van de woning is gelopen en daar in de buurt werd vastgepakt en mee moest naar de woning en in de woning is beroofd van zijn spullen. Verder klopt zijn aangifte, aldus aangever.
De officier van justitie heeft aangevoerd dat de aangever een plausibele reden had om in zijn eerste verklaring niet de waarheid te spreken, omdat zijn vriendin op dat moment aanwezig was en hij zich schaamde. Uit het proces-verbaal blijkt echter niet dat de vriendin van de aangever aanwezig is geweest bij zijn verhoren op 8 juni 2017, 9 juni 2017 en 10 juni 2017, die alle plaatsvonden op het politiebureau. Verder staat vast dat de vriendin van de aangever niet aanwezig was bij de verklaring die de aangever direct na het incident ten overstaan van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] heeft afgelegd: de vriendin van de aangever arriveerde blijkens dit proces-verbaal immers pas nadat verbalisant [verbalisant 2] was vertrokken.
Daarbij komt nog dat is komen vast te staan dat de aangever onder invloed verkeerde ten tijde van het ten laste gelegde, zo kan worden opgemaakt uit onder meer zijn eigen verklaringen en het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] . Eén en ander maakt dat de rechtbank de verklaringen van de aangever met terughoudendheid beziet.
Gelet op het voorgaande is onduidelijk gebleven wat er exact heeft plaatsgevonden. Aangezien verdachte in alle toonaarden elke betrokkenheid bij het strafbare feit ontkent en er verder alleen gebrekkig steunbewijs van zijn betrokkenheid voorhanden is, is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is hetgeen verdachte ten laste is gelegd, zodat hij moet worden vrijgesproken.

5.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 17.774,95. Dit bedrag bestaat uit € 13.274,95 voor materiële schade en € 4.500,- voor immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte ten laste gelegde feit.
Omdat verdachte van het ten laste gelegde wordt vrijgesproken is de benadeelde partij van rechtswege niet ontvankelijk in zijn vordering. De benadeelde partij kan zijn vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn vordering, zal de benadeelde partij in de kosten van de verdachte worden veroordeeld voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen de vordering. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.

6.VORDERING TENUITVOERLEGGING

Omdat verdachte wordt vrijgesproken van hetgeen hem is ten laste gelegd, zal de rechtbank de vordering tot tenuitvoerlegging afwijzen.

7.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Benadeelde partij
- verklaart [slachtoffer] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 16/247755-16
- wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A. Renken, voorzitter, mrs. J.F. Haeck en H. Vegter, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.P. Ponsteen als griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 24 oktober 2017.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 08 juni 2017 te Utrecht, althans in het arrondissement
Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
een portemonnee (met inhoud) en/of een telefoon (Iphone 7) en/of sleutels
en/of een geldbedrag van honderd euro, in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en /
of vergezeld en / of gevolgd van geweld en / of bedreiging met geweld tegen
die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en / of
gemakkelijk te maken en / of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en /
of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk
geweld en / of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s), die [slachtoffer]
- (bij de keel) heeft vastgepakt, en/of
- de keel heeft dicht geknepen en/of dicht geknepen heeft gehouden, en/of
- met een tot vuist gebalde hand met kracht heeft geslagen tegen het hoofd

en/of het lichaam, en/of

- de woorden heeft toegevoegd: "ik maak je dood" en/of "geef alles af",

althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of

- de (jas- en broek) zak(ken) heeft afgetast en/of doorzocht, en/of
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft getoond, en/of
- (daarbij) de woorden heeft toegevoegd: "meewerken of we steken je dood",

althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking

en/of dat
hij op of omstreeks 8 juni 2017 te Utrecht, althans in het arrondissement
Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, met het oogmerk om zich en / of een ander
wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en / of bedreiging met geweld
[slachtoffer]heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee (met inhoud) en/of
een telefoon (Iphone 7) en/of sleutels en/of een geldbedrag van honderd euro,
in elk geval van enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer] , in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn/haar mededader(s), welk
geweld en / of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s), die [slachtoffer]
- (bij de keel) heeft vastgepakt, en/of
- de keel heeft dicht geknepen en/of dicht geknepen heeft gehouden, en/of
- met een tot vuist gebalde hand met kracht heeft geslagen tegen het hoofd

en/of het lichaam, en/of

- de woorden heeft toegevoegd: "ik maak je dood" en/of "geef alles af",

althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of

- de (jas- en broek) zak(ken) heeft afgetast en/of doorzocht, en/of
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft getoond, en/of
- (daarbij) de woorden heeft toegevoegd: "meewerken of we steken je dood",

althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;