Op 29 november 2017 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in Marokko en gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Ter Apel. De zaak betreft twee feiten: de poging tot diefstal van een fiets op 21 augustus 2017 in Zeist en de diefstal van verzorgingsproducten op 18 augustus 2017, eveneens in Zeist. Tijdens de terechtzitting op 15 november 2017 heeft de officier van justitie, mr. F.M. van Lenthe, de vordering ingediend en de verdachte heeft zich laten bijstaan door zijn advocaat, mr. H.K. Jap A Joe.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren om de vervolging te schorsen. De officier van justitie heeft betoogd dat de tenlastelegging wettig en overtuigend bewezen kon worden. De verdediging heeft vrijspraak bepleit voor de poging tot diefstal van de fiets, maar geen verweer gevoerd voor de diefstal van de verzorgingsproducten. De rechtbank heeft op basis van getuigenverklaringen en proces-verbaal geconcludeerd dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan beide feiten.
De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan poging tot diefstal en diefstal, en heeft de ISD-maatregel opgelegd voor de duur van twee jaar. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de lange justitiële voorgeschiedenis van de verdachte. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte, ondanks zijn ongewenste vreemdelingenstatus, kan profiteren van de behandelmogelijkheden binnen de ISD-maatregel.