Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift van de zijde van de vrouw, ingekomen ter griffie op 14 juni 2017;
- het verweerschrift van de zijde van man, van 9 augustus 2017;
- het F-formulier met productie 1 tot en met 4 van de zijde van de vrouw, van
- het F-formulier met productie 5 van de zijde van de vrouw, van 25 september 2017;
- het F-formulier met productie 6 van de zijde van de man, van 29 september 2017.
2.Vaststaande feiten
[minderjarige], geboren te [geboorteplaats] op
[2011] .
3.Beoordeling van het verzochte
€ 100,-- per maand. Geïndexeerd naar 2017 bedraagt de behoefte van [voornaam van minderjarige] dan € 108,-- per maand, aldus de man.
€ 2.250,-- bruto per maand op € 1.894,-- per maand. Zijn draagkracht bedraagt dan € 294,-- per maand. Nu de vrouw deze draagkracht niet heeft betwist, zal de rechtbank hier van uitgaan.