Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[gedaagde sub 1] ,
1.De procedure
- de dagvaarding met daarbij productie 1 tot en met 8,
- de mondelinge behandeling op 9 november 2017,
- de pleitnota van [gedaagde sub 1] c.s.
2.De feiten
d.d. 20 februari 2017’van het gehuurde (“hierna: proces-verbaal van constatering). In deze brief schrijft de deurwaarder:
3 maart 2017, aan de deurwaarder geschreven:
€ 50.000,-.
3.Het geschil
€ 100.000,-;
4.De beoordeling
€ 47.051,43 exclusief rente en kosten.
artikel 10.1.2 ROZ-voorwaarden daarvan zijn afgeweken. Om deze reden mocht
€ 50.000,- en enige schade aan de zijde van de beslagene inherent is aan het instrument van beslag, valt de belangenafweging niet in het voordeel uit van [eisers] . Deze grondslag kan derhalve niet tot opheffing van het beslag leiden.
616,00