In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 14 november 2017, is de verdachte beschuldigd van ontuchtige handelingen met een minderjarige. De tenlastelegging betreft handelingen gepleegd in de periode van 23 augustus 2013 tot en met 4 augustus 2015, waarbij de verdachte in de gemeente Amersfoort en/of Houten ontuchtige handelingen heeft verricht met een slachtoffer dat op het moment van de feiten de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is geweest van genitale penetratie, wat een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer met zich meebrengt. De verdachte heeft het ten laste gelegde feit bekend en de rechtbank heeft de bewijsvoering gebaseerd op de bekennende verklaring van de verdachte en de aangifte van het slachtoffer.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is en heeft de vordering van de officier van justitie in overweging genomen. De officier van justitie had een gevangenisstraf van zes maanden en een taakstraf van 240 uren geëist. De verdediging pleitte voor een mildere straf, onder andere omdat het seksuele contact volgens hen vrijwillig was en het slachtoffer geen straf wilde voor de verdachte. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat de ernst van de feiten en de gevolgen voor het slachtoffer zwaarder wegen. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van één dag en een taakstraf van 210 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de taakstraf niet naar behoren wordt uitgevoerd.