4.3.1Feiten en omstandigheden
De rechtbank gaat op grond van wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit, welke bewijsmiddelen telkens slechts worden gebezigd tot het bewijs van dat ten laste gelegde feit waarop deze blijkens de inhoud kennelijk betrekking hebben.
Ten behoeve van de leesbaarheid van het vonnis worden bij het bespreken van de bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1 tussendoor reeds bewijsoverwegingen opgenomen. Deze tussentijdse bewijsoverwegingen worden cursief weergegeven.
Gebezigde bewijsmiddelen ten aanzien van de feiten 2, 3 primair en 4:
De feiten zijn door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder 2, 3 primair en 4 ten laste gelegde bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor deze feiten bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 19 september 2017;
- de verklaring van getuige [medeverdachte 1] (hierna aan te duiden als: [medeverdachte 1] ) ter terechtzitting van 19 september 2017;
- de bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 15 oktober 2015;
- de bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 2 maart 2016;
- de bevindingen van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] van 15 oktober 2015;
- de bevindingen van verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] van 23 oktober 2015;
- de bevindingen van de NFI-deskundige A.G.A. Sprong van 6 november 2015;
- de bevindingen van de NFI-deskundige A.G.A. Sprong van 6 november 2015;
- de bevindingen van verbalisant [verbalisant 6] van 16 december 2015.
Gebezigde bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1:
Witwassen bitcoins uit eigen drugshandel
Volgens [medeverdachte 1] ging 100% van de door hem en verdachte met de drugshandel verdiende bitcoins de Bitcoin Fog in. Daarna werden de bitcoins omgezet in contanten.Verdachte heeft verklaard dat de met de drugshandel verkregen bitcoins deels zijn omgezet in contanten via een persoon die adverteerde op de website localbitcoins.net en dat een ander deel van deze bitcoins door hem aan Bitonic is verkocht op naam van [A] .Een totaal aantal bitcoins van 347,83730001 is door de service van Bitcoin Fog gehaald.[medeverdachte 1] heeft, nadat hij is geconfronteerd met het bestaan van 4 Bitcoin Fog accounts op zijn naam, en hem is gevraagd of dit de enige accounts zijn die door hem zijn gebruikt of dat er meer zijn, het volgende verklaard: De Bitcoin Fog accounts die de politie heeft ontdekt zijn de enige accounts die er zijn, meer zijn er niet.
Bitcoin Fog betreft een bitcoin mixing service. Dit zijn services die bitcoins ontvangen, deze met transacties opdelen en door elkaar mengen en het resultaat weer uitdelen. Op die wijze wordt de herkomst van de bitcoin versluierd.
Bewijsoverweging:
Gelet op deze bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat de bitcoins die door verdachte en zijn medeverdachte werden verkregen uit de door hen tot eind december 2014 gedreven drugshandel zijn witgewassen door de herkomst van de bitcoins te verhullen (middels Bitcoin Fog) en de vanuit de service van Bitcoin Fog terugontvangen bitcoins vervolgens om te zetten in chartaal (via localbitcoins.net) dan wel giraal geld (via Bitonic).
Ter beoordeling staat vervolgens of ook de door verdachte ná 1 januari 2015 ingekochte bitcoins - de door hem genoemde bitcoinhandel – een (gedeeltelijk) criminele herkomst hebben en of hij deze bitcoins vervolgens heeft witgewassen. Voor de beoordeling hiervan acht de rechtbank de volgende bewijsmiddelen van belang.
Witwassen bitcoins uit bitcoinhandel
Criminele herkomst
De deskundige R.S. van Wegberg heeft verklaard dat een eigenschap van het TOR-netwerk is dat als een gebruiker surft naar een website, de IP-adressen worden afgeschermd voor beide partijen. De websites op het TOR-netwerk, met vraag en aanbod van producten en diensten, worden dark markets genoemd. 80% van wat daar wordt aangeboden betreft drugs. 20% betreft goederen en diensten. 90% van alle producten zijn illegale producten, zo is gebleken uit onderzoek.Tot nu toe vereist alles op die dark markets een betaling met bitcoins.
Het overgrote deel van de bitcoins dat bij verdachte en [medeverdachte 1] is terechtgekomen, was afkomstig van bronclusters die direct werden gevoed met betaling uit darknet markets.De bitcoinstromen tussen de darknet markets en bitcoinclusters die werden beheerd door de verdachten zijn in kaart gebracht. De clusters waar de meeste bitcoins in en uit zijn gegaan, zijn clusters A, B en C.
Deze clusters bestaan uit bitcoinadressen die afkomstig zijn van Anycoin (clusters A en B) dan wel Anycoin en Bitonic (Cluster C). Anycoin en Bitonic ontvangen vanaf de in deze clusters vermelde bitcoinadressen bitcoins op de accounts van verdachte, [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] .
In cluster A zijn in totaal ruim 9.263 bitcoins ontvangen en 9.263 verzonden. De bitcoinadressen waar bitcoins vanuit cluster A naartoe gezonden zijn, zijn adressen die hoorden bij de Krakenaccounts van verdachten verdachte, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] . Vanuit cluster A werden ook bitcoins overgemaakt naar accounts op naam van verdachte en [medeverdachte 1] , aangehouden bij Anycoin. Van de 9.263 bitcoins die binnenkwamen, zijn 5.504 bitcoins afkomstig uit 9 bronclusters die voor het grootste deel direct bitcoins ontvingen uit darknet markets. Dit betekent dat de beheerder(s) van deze bronclusters producten of diensten heeft verkocht op een darknet market.
In cluster B zijn in totaal ruim 8.860 bitcoins ontvangen en 8.860 verzonden. De bitcoinadressen van Kraken waar bitcoins vanuit cluster B naartoe gezonden zijn, zijn adressen die hoorden bij Krakenaccounts van verdachte, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] . Vanuit cluster B werden ook bitcoins overgemaakt naar accounts op naam van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] , aangehouden bij Bitonic. Bijna alle bitcoins die in cluster B terechtkwamen, zijn afkomstig uit darknet markets. Van 8.860 bitcoins die in totaal binnenkwamen, zijn 6.148 bitcoins afkomstig uit 7 bronclusters die direct bitcoins ontvingen uit darknet markets.
In cluster C zijn in totaal ruim 5.412 bitcoins ontvangen en 5.412 verzonden. De bitcoinadressen waar bitcoins vanuit cluster C naartoe zijn gezonden, zijn adressen die hoorden bij Krakenaccounts van verdachte en [medeverdachte 1] . Vanuit cluster C werden ook bitcoins overgemaakt naar accounts op naam van [medeverdachte 2] , verdachte en [medeverdachte 1] , aangehouden bij Anycoin. Ook werden bitcoins overgemaakt naar een account op naam van [medeverdachte 1] , aangehouden bij Bitonic. Van de 5.412 bitcoins die in cluster C binnenkwamen, zijn er 3.364 afkomstig uit 7 bronclusters, die direct bitcoins ontvangen uit darknet markets.
De clusters A, B en C hebben in totaal 23.535 bitcoins ontvangen, waarvan 21.007 naar Krakenaccounts van verdachte, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] zijn doorgeboekt. De geschatte waarde van deze bitcoins benadert het op de bankrekeningen verzilverde bedrag van ongeveer € 5.000.000,-.
Bewijsoverweging:
Uit de hiervoor genoemde verklaring van de deskundige Van Wegberg volgt dat uit onderzoek is gebleken dat op darknet markets vrijwel uitsluitend in illegale goederen wordt gehandeld en op die markets een betaling in bitcoins is vereist. Op grond van die verklaring gaat de rechtbank ervan uit dat nagenoeg alle bitcoins die van darknet markets afkomstig zijn, een criminele herkomst hebben. Uit bovenstaande clusteranalyse kan worden afgeleid dat een groot deel van de door verdachte op zijn naam dan wel op naam van [medeverdachte 1] of [medeverdachte 2] bij Kraken, Anycoin of Bitonic aangeboden bitcoins indirect afkomstig is van dergelijke darknet markets. In veel gevallen houdt de indirecte besmetting met darknet markets in dat er slechts één transactie zit tussen de ontvangst uit darknet markets en het aanbieden van de betreffende bitcoins bij exchanges als Kraken, te weten de transactie van de ontvanger van de bitcoins uit darknet markets naar een door verdachte beheerd bitcoinadres. Op basis van deze omstandigheden in onderling verband en samenhang bezien, stelt de rechtbank vast dat in ieder geval een groot deel van de door verdachte via zijn eigen bankrekeningen en die van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] verzilverde bitcoins een criminele herkomst heeft.
De rechtbank wijst verder op het arrest van de Hoge Raad van 23 november 2010 (NJ 2011, 44). Hieruit volgt dat uit de wetgeschiedenis bij artikel 420bis en 420quater van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) als bedoeling van de wetgever moet worden afgeleid dat deze met het oog op een effectieve bestrijding van het witwassen het noodzakelijk achtte om niet alleen voorwerpen onder het bereik van de witwasbepalingen te brengen die onmiddellijk of middellijk van misdrijf afkomstig zijn, maar ook voorwerpen die gedeeltelijk van misdrijf afkomstig zijn. Voorts kan uit de wetsgeschiedenis worden afgeleid dat in het geval dat van misdrijf afkomstige vermogensbestanddelen zijn vermengd met vermogensbestanddelen die zijn verkregen door middel van legale activiteiten, het aldus vermengde vermogen kan worden aangemerkt als mede of deels uit misdrijf afkomstig.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat door vermenging van de grote hoeveelheid van darknet markets afkomstige bitcoins met bitcoins met mogelijk wel een legale herkomst, het gehele verzilverde bedrag aan bitcoins als geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - van misdrijf afkomstig moet worden aangemerkt.
De volgende vraag die aan de rechtbank ter beoordeling voorligt, is of verdachte wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden dat (een groot gedeelte van) de bitcoins van enig misdrijf afkomstig waren. Hierbij acht de rechtbank de volgende bewijsmiddelen van belang.
Wetenschap criminele herkomst
Verdachte heeft verklaard dat hij tot eind december 2014 verdovende middelen heeft verhandeld op verschillende darknet markets en daarbij werd uitbetaald in bitcoins. Vervolgens is hij aansluitend, te weten in januari 2015, gestart met het in- en verkopen van bitcoins. Volgens verdachte verkocht hij de bitcoins na aankoop direct door.
Op de site LocalBitcoins is de volgende advertentie geplaatst: “I’m [naam] , the Bank of Bitcoin, and I’m fully back in business. My margins are between 5%-8%, it depends on the volume!”.Verdachte heeft verklaard dat dit zijn advertentie is.Het wisselkantoor Kraken hanteert een provisie van 0,1% tot 0,2%.
Bij de politie heeft verdachte verklaard dat hij een advertentie had op Local Bitcoin. Hij kocht bitcoins onder de marktprijs in, bijvoorbeeld de prijs van bitstamp. Hij ging ongeveer € 2,- per bitcoin onder de prijs zitten. Volgens verdachte verkochten zijn klanten bitcoins onder de marktprijs aan hem, omdat zij ze zelf niet konden verkopen via bitstamp. Dat mocht niet van de banken. Het lukte verdachte wel op het moment dat hij het via zijn zakelijke rekening deed.
Op 22 april 2015 heeft ING een aangetekende brief gestuurd aan verdachte, met als onderwerp ‘derde verzoek om informatie Betaalrekening’. Onder verwijzing naar eerdere brieven van ING van 16 maart en 1 april 2015 wordt verdachte gewezen op de vraag naar informatie over een aantal bijschrijvingen en contante opnames van zijn particuliere betaalrekening. ING heeft de informatie nog niet ontvangen.
Bij e-mailbericht van 13 mei 2015 heeft verdachte aldus antwoord gegeven op de vragen: “Eens in de zoveel tijd investeer ik mijn geld in bitcoins. Deze bitcoins koop ik contant in met een kleine winst. Daarvoor heb ik een advertentie op localbitcoins.com. De bitcoins probeer ik in een lage koers in te kopen, met een marge van -1%. Ik koop de bitcoins dus in voor een goedkopere prijs en verkoop ze op kraken.com”.
Op de telefoon van [B] (hierna aan te duiden als: [B] ) wordt een chatsessie aangetroffen met een gebruiker met de naam “ [naam] ”, die gebruik maakt van het telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: [telefoonnummer] ). Op 28 september 2015 heeft via Telegram het volgende berichtenverkeer plaatsgevonden:
[telefoonnummer] : Een inside tip. Morgen landelijke controle.
[B] : Voor wat?
[telefoonnummer] : Alles. Popo. Belasting. Heb het echt van de grote boys.
Verdachte heeft over dit bericht verklaard dat hij in meerdere chatgroepen zat, dat hij iets had gehoord en dat hij toen dit bericht heeft gestuurd. Ook heeft hij verklaard dat [B] een klant van hem was.
Op 29 september 2015 vond een telefoongesprek plaats tussen het telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: [telefoonnummer] ) en het telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: [telefoonnummer] ) van [C] . Dit telefoongesprek hield onder meer het volgende in:
[telefoonnummer] : Ze zijn invallen aan het doen bij eeh [B] enzo. [D] huis, kantoor.
[telefoonnummer] : Ik heb hem gister gewaarschuwd he?
[telefoonnummer] : Ja waarom waar was dat gebeurd dan?
[telefoonnummer] : Ja ik heb gister eeh tip gekregen dat ze overal eeh dingen gaan gebeuren
[telefoonnummer] : Hoe bedoel je?
[telefoonnummer] : Ik heb gisteren tip gekregen dat overal dingen gaan gebeuren
[telefoonnummer] : Wat dan?
[telefoonnummer] : Ja overal door heel Nederland
[telefoonnummer] : Bij mij ook?
[telefoonnummer] : Ja weet ik veel! Door heel Nederland gaan dingen gebeuren vandaag. Meen je dit nou echt broer?
[telefoonnummer] : Ja 100% broer. Ik heb ze zelf net zelfs gezien voor ze deur, ik heb net gehoord van m’n matti dat ze ook bij hun eeeh, dat ze ook bij zijn kantoor langs zijn gegaan, en [E] reageert niet meer.
[telefoonnummer] : Zo das wel heel toevallig man, ik had gister nog gewaarschuwd hem.
[telefoonnummer] : Wat bedoel je met iedereen?
[telefoonnummer] : Gewoon hij heeft tegen mij gezegd, luister ‘s, morgen, door heel Nederland, gaan acties gebeuren
[telefoonnummer] : Tegen wat?
[telefoonnummer] : Tegen alles, tegen iedereen.
[telefoonnummer] : Ik ga gelijk effe alles weghalen man, zo.
Verdachte heeft verklaard dat het telefoonnummer dat eindigt op [telefoonnummer] van hem is en dat [C] een klant van hem is.
Het bedrag van € 5.075.169,11
Uit de verstrekte bankgegevens van 1 juli 2014 tot en met 16 oktober 2015 blijkt dat een bedrag van € 5.075.169,11 aan bitcoins is verzilverd op de bankrekeningen van verdachte, [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] .Volgens verdachte zijn alle geldbedragen die in de periode van januari 2015 tot en met 13 oktober 2015 op verschillende bankrekeningen op zijn naam en op naam van [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] zijn verzilverd, van zijn bitcoinhandel afkomstig.
De personenauto’s
In de woning op de [adres] is een Duits kentekenbewijs aangetroffen waarin is vermeld dat het kenteken [kenteken] op 13 juli 2015 ten name van verdachte is afgegeven voor een Mercedes C350 CDI. Ook het verzekeringsbewijs van die auto is afgegeven op naam van verdachte.
De personenauto Mercedes Benz A180, voorzien van kenteken [kenteken] , stond op naam van [medeverdachte 2] . Over dit voertuig had verdachte de beschikking.
De personenauto Volkswagen Polo, voorzien van kenteken [kenteken] , stond tot 7 november 2015 op naam van verdachte. De verkoop van deze auto vond plaats ten tijde van de detentie van verdachte. De verkoop werd kennelijk uitgevoerd door [medeverdachte 2] .
Verdachte heeft verklaard dat de hiervoor genoemde personenauto’s van hem waren en dat hij deze heeft aangeschaft met de opbrengsten van de bitcoinhandel.
De 5,22 bitcoins
Op de Lenovo Thinkpad laptop werd een programma aangetroffen ten behoeve van het beheer van Bitcoin wallet(s) en MultiBit Bitcoin Wallet. In dat programma werden drie bitcoinwallets aangetroffen.Verdachte heeft verklaard dat deze laptop door hem is aangeschaft.Er is beslag gelegd op de saldi van de bitcoinadressen. In totaal werden er 5,22487726 bitcoins overgemaakt naar het bitcoinadres van het Openbaar Ministerie.
Verdachte heeft verklaard dat de opbrengst van de drugshandel uit de periode september-oktober 2015 door de politie in beslag is genomen.Het feit dat de saldi van deze wallets ná de aanhouding nog zijn aangegroeid, is volgens [medeverdachte 1] te verklaren doordat de bitcoins na een geplaatste order niet direct worden uitgekeerd door de darknet market.
Gebezigde bewijsmiddelen ten aanzien van feit 5:
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij samen met verdachte drugs verhandelde op darknet markets. Verdachte heeft de drugs ingekocht. [medeverdachte 1] heeft de enveloppen geprint, de bestanden op de usb-stick gezet en de advertenties op internet geplaatst. Samen hebben ze de verdovende middelen verpakt. Beiden hebben de foto’s geschoten waarop het kaartje van de Flying Dutchmen en de drugs te zien waren. Volgens [medeverdachte 1] is hij degene geweest die de met de drugshandel verdiende bitcoins door de Bitcoin Fog heeft gehaald. Verdachte heeft de bitcoins omgezet in contant geld.Verdachte heeft verklaard dat hij samen met [medeverdachte 1] verdovende middelen verkocht. Verdachte heeft hiertoe drugs ingekocht en verpakt. Hij heeft ook een aandeel gehad in het plaatsen van de advertenties, het maken van de foto’s en het bepalen van de verkoopprijs van de drugs. Ook heeft hij verklaard dat hij uit de Bitcoin Fog afkomstige bitcoins heeft omgezet in contant geld.
4.3.2Verdere bewijsoverwegingen
Ten aanzien van feit 1:
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van een geldbedrag van € 5.075.169,11 en de personenauto’s en dat hij van dit witwassen een gewoonte heeft gemaakt. Hiertoe wordt het volgende overwogen.
Wetenschap criminele herkomst bitcoinhandel
Op grond van de bewijsmiddelen wordt vastgesteld dat verdachte wist dat de door hem verkregen en verzilverde bitcoins uit enig misdrijf afkomstig waren. Bij de beoordeling van de wetenschap en het opzet wordt met name het volgende in aanmerking genomen.
Allereerst heeft verdachte verklaard dat hij direct voorafgaand aan de door hem gedreven bitcoinhandel samen met [medeverdachte 1] op darknet markets verdovende middelen heeft verkocht, waarbij zij in bitcoins werden betaald. Deze drugshandel vond tot eind december 2014 plaats, aldus direct voorafgaand aan de bitcoinhandel. Gelet daarop staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat verdachte wist dat bitcoins een veelgebruikt betaalmiddel zijn voor de aanschaf van illegale goederen.
Daarnaast heeft verdachte wisselende verklaringen afgelegd over de marge die hij hanteerde bij de inkoop van de bitcoins. In zijn schriftelijke verklaring die hij in een eerder stadium van de procedure aan de rechtbank heeft doen toekomen, heeft verdachte verklaard dat hij de bitcoins inkocht voor 3 tot 5% onder de marktwaarde en daarbij altijd om een legitimatiebewijs van de verkopers vroeg. In de door hem op LocalBitcoins geplaatste advertentie vraagt verdachte echter een marge van 5 tot 8%. Ter zitting heeft hij verklaard dat hij, na onderhandeling, een marge van ongeveer 4% hanteerde. Op grond van het voorgaande gaat de rechtbank ervan uit dat verdachte een gemiddelde marge van 5% hanteerde bij de inkoop van de bitcoins. Reguliere bitcoinexchanges, waaronder het wisselkantoor Payward Kraken, hanteren een aanzienlijk lagere provisie, te weten 0,1 tot 0,2%. Gelet daarop staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat een legaal economisch motief ontbreekt voor het verkopen van bitcoins tegen een marge als door verdachte gehanteerd. Voor het verkrijgen van legale inkomsten ontbreekt derhalve een verdienmodel in de bitcoinhandel van verdachte. Daarbij komt dat verdachte zich in zijn e-mailbericht aan ING tegenover ING voordoet als een betrouwbare verkoper die handelt tegen een marge van 1%. Uit het feit dat verdachte aan de bank een andere, veel lagere marge noemt als door hem in werkelijkheid werd gehanteerd, leidt de rechtbank af dat verdachte wist dat het hanteren van een marge van rond de 5% niet gebruikelijk is voor legale transacties.
Tot slot heeft verdachte verklaard dat [B] en [C] klanten van hem waren die handelden in bitcoins. Hij heeft [B] gewaarschuwd voor de politieacties die zouden worden gehouden. Ook met [C] heeft hij gesproken over die politie-invallen en [C] spreekt in reactie daarop over het verbergen van verschillende goederen. Gelet hierop staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat verdachte wist dat deze klanten zich met illegale activiteiten bezig hielden.
Op grond van de gebezigde bewijsmiddelen - in onderling verband en samenhang bezien - is de rechtbank van oordeel dat verdachte minst genomen willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat (in ieder geval een deel van) zijn klanten bitcoins aan hem aanboden die een criminele herkomst hadden. Het verweer van de verdediging dat verdachte geen handelingen heeft verricht om te verhullen dat de bitcoins van darknet markets afkomstig waren, hoeft niet te worden besproken nu dat verweer uitgaat van opzet en de rechtbank voorwaardelijk opzet bewezen acht.
Het bedrag van € 5.075.169,11
De rechtbank acht (mede gelet op het voorgaande) wettig en overtuigend bewezen dat verdachte een bedrag van in totaal € 5.075.169,11 heeft witgewassen. Dit bedrag betreft de verzilvering van bitcoins uit zowel de eigen drugshandel als uit de door hem gedreven bitcoinhandel.
De personenauto’s
Vastgesteld is dat verdachte een deel van het geldbedrag dat door het verzilveren van de bitcoins is verkregen, heeft besteed aan de aanschaf van een drietal personenauto’s. Door het aanschaffen van deze personenauto’s heeft verdachte het middellijk uit enig misdrijf afkomstige geldbedrag omgezet en daarmee een volgende witwashandeling verricht. Het witwassen van de personenauto’s acht de rechtbank dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Gewoontewitwassen
Gelet op de omvang van het bedrag dat door verdachte is witgewassen, de periode waarin dit is gebeurd en het feit dat dit (zoals reeds uit zijn eigen verklaring volgt) is gebeurd in meerdere transacties, acht de rechtbank bewezen dat sprake is van gewoontewitwassen.
Het geldbedrag van € 12.390,57
Op 13 oktober 2015 is de woning aan de [adres] in [woonplaats] doorzocht. In verschillende kamers wordt in meubels, kledingstukken, een tas en een vaas een geldbedrag van in totaal € 12.390,57 aangetroffen. In deze woning zijn naast verdachte vier andere personen woonachtig. Gelet hierop en de wijze waarop het geldbedrag verspreid in de woning is aangetroffen, kan niet worden vastgesteld dat dit geldbedrag afkomstig is uit de drugs- of bitcoinhandel van verdachte. Evenmin kan uit het dossier worden afgeleid dat dit geldbedrag een andere criminele herkomst heeft.
Concluderend acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen dat het in de woning aangetroffen geldbedrag van enig misdrijf afkomstig is en zal zij verdachte partieel vrijspreken van de verdenking van het witwassen van dit bedrag.
Banktegoeden ter waarde van € 65.482,40
De rechtbank heeft vastgesteld dat in totaal een bedrag van € 5.075.169,11 aan bitcoins is verzilverd. Het banktegoed ter waarde van € 65.482,40 waarop beslag is gelegd, is in dat totale bedrag aan verzilverde bitcoins inbegrepen. Om die reden zal verdachte partieel worden vrijgesproken van het witwassen van het (nogmaals) ten laste gelegde bedrag van € 65.482,40.
Ten aanzien van feit 5:
Van een criminele organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr is sprake indien het een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband van twee of meer personen betreft dat als oogmerk heeft het plegen van misdrijven. In het algemeen is vereist dat verdachten een aandeel hebben in het samenwerkingsverband, dan wel de gedragingen ondersteunen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. Voor opzettelijke deelneming is voldoende dat verdachten in algemene zin weten dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft.
Ten aanzien van de handel in verdovende middelen
Aan de hand van de door verdachte en [medeverdachte 1] afgelegde verklaringen wordt vastgesteld dat sprake is geweest van een gestructureerde samenwerking tussen hen, met een vaste taakverdeling, waarbij ieder zijn eigen rol had. Het oogmerk van de organisatie was gericht op de handel en uitvoer van verdovende middelen. Zowel verdachte als [medeverdachte 1] heeft niet alleen wetenschap gehad van het oogmerk van de organisatie, maar zij hebben ook een aandeel gehad in de gedragingen die strekten tot verwezenlijking hiervan.
Concluderend acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte en [medeverdachte 1] hebben deelgenomen aan een criminele organisatie die als oogmerk had de handel en uitvoer van verdovende middelen als bedoeld in de Opiumwet.
Ten aanzien van het witwassen
De rechtbank begrijpt de tenlastelegging aldus dat het hier gaat om het witwassen van de bitcoins afkomstig uit de door verdachte vanaf januari 2015 gedreven bitcoinhandel.
Uit de gebezigde bewijsmiddelen volgt naar het oordeel van de rechtbank niet dat sprake is geweest van een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband ten aanzien van het witwassen. Verdachte kan worden aangemerkt als de initiator en drijvende kracht inzake de bitcoinhandel die anderen heeft geïnstrueerd om bepaalde handelingen te verrichten. Hoewel deze personen ieder afzonderlijk kunnen worden gerelateerd aan verdachte, is niet gebleken dat zij op de hoogte waren van elkaars handelen en dat zij met verdachte en/of met elkaar een gestructureerd samenwerkingsverband vormden.
Naar het oordeel van de rechtbank is niet bewezen dat ten aanzien van de gepleegde witwashandelingen sprake was van een criminele organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr, zodat verdachte hiervan partieel dient te worden vrijgesproken.