ECLI:NL:RBMNE:2017:5700
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de goedkoopste adequate vervoersvoorziening voor arbeidsongeschikte eiser
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 9 november 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, die arbeidsongeschikt is geraakt, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (verweerder). Eiser had verzocht om een vervoersvoorziening voor zijn woon-werkverkeer, na beëindiging van een eerdere regeling door zijn werkgever. Verweerder heeft vastgesteld dat de inzet van de chauffeursdienst 'de nieuwe koetsiers' de goedkoopste adequate oplossing is, en heeft eiser hiervoor in aanmerking gebracht. Eiser betwistte deze keuze, omdat hij extra kosten zou moeten maken, zoals de aanschaf van een tweede auto en een hogere eigen bijdrage. De rechtbank oordeelde dat de kosten voor eiser niet onredelijk zijn, gezien zijn gezinsinkomen, en dat de gekozen voorziening adequaat is. Eiser's beroep op de Algemene wet gelijke behandeling werd afgewezen, omdat er geen ongerechtvaardigd onderscheid was gemaakt. De rechtbank concludeerde dat verweerder in redelijkheid de vervoersvoorziening heeft kunnen toekennen en verklaarde het beroep ongegrond.