ECLI:NL:RBMNE:2017:5645

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 november 2017
Publicatiedatum
13 november 2017
Zaaknummer
16-660083-16 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van drie mannen voor ontuchtige handelingen met minderjarig meisje in Amersfoort

Op 13 november 2017 heeft de Rechtbank Midden-Nederland drie mannen veroordeeld voor ontuchtige handelingen met een minderjarig meisje in Amersfoort. De zaak betreft seksuele handelingen die plaatsvonden tussen juni en augustus 2015, waarbij de slachtoffers minderjarig waren. Een 20-jarige verdachte uit Hoogland is veroordeeld tot 92 dagen jeugddetentie, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 180 uur. Een 22-jarige man uit Amersfoort kreeg dezelfde straf, terwijl een 21-jarige man uit Almere tot 2 dagen gevangenisstraf en een taakstraf van 150 uur werd veroordeeld. De rechtbank oordeelde dat de mannen niet voldoende rekening hielden met de gevolgen van hun daden voor het kwetsbare slachtoffer. De rechtbank benadrukte dat seksuele handelingen met minderjarigen strafbaar zijn, en dat er geen sprake was van vrijwilligheid in de zin van een affectieve relatie of een klein leeftijdsverschil. De rechtbank sprak de 22-jarige man vrij van een deel van de aanklacht, omdat het bewijs daarvoor ontbrak. De uitspraak is gedaan na een openbare terechtzitting op 30 oktober 2017, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de kwetsbaarheid van het slachtoffer in haar overwegingen meegenomen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/660083-16 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 13 november 2017
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1996] te [geboorteplaats] ,
wonende op de [adres] te ( [adres] ) [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 30 oktober 2017.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M. Kamper en van hetgeen verdachte en mr. H.K. Jap-A-Joe, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
1. in de periode 1 juni 2015 tot en met 5 augustus 2015 te Amersfoort ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer] (geboren op [2000] ), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, welke handelingen mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] .
2. (
primair) in de periode 6 augustus 2015 tot en met 7 augustus 2015 te Amersfoort ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer] (geboren op [2000] ), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, welke handelingen mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ;
2. (
subsidiair) in de periode 6 augustus 2015 tot en met 7 augustus 2015 te Amersfoort ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer] (geboren op [2000] ), die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4 WAARDERING VAN HET BEWIJS
4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 en onder 2 subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. Voor het onder 2 primair ten laste gelegde heeft de officier van justitie vrijspraak gevorderd.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde.
In dat verband heeft de raadsman erop gewezen dat [slachtoffer] seksueel heel actief was, dat het seksuele contact steeds vrijwillig was en dat [slachtoffer] er volwassen uit zag. De raadsman heeft betoogd dat de seksuele handelingen die hebben plaatsgevonden tussen verdachte en [slachtoffer] gebruikelijk zijn geworden, aangezien de sociaal-ethische norm de afgelopen jaren is verschoven, in die zin dat jeugdigen op steeds jongere leeftijd dergelijke handelingen verrichten. Om die reden is er geen sprake geweest van ontuchtig handelen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
[slachtoffer] , geboren op [2000] [2] , heeft verklaard dat zij verdachte, die zij [verdachte] noemt, heeft leren kennen via [A] .
Zij heeft verklaard dat zij in de zomer van 2015 op de kamer van [A] seks met verdachte heeft gehad [3] , dat het vrijwillig was [4] , dat ze standje doggy hadden gedaan [5] , dat verdachte achter haar zat en zijn lul in haar vagina had gedaan, dat zijn lul bewoog in haar vagina en dat het stopte toen hij klaar was. [6] Voorts heeft [slachtoffer] verklaard dat zij verdachte op 6 augustus 2015 in de auto heeft afgetrokken. [7]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij in de zomer van 2015 een keer seks heeft gehad met [slachtoffer] bij [A] thuis, doggy-stijl en pijpen, en dat hij zich op 6 augustus 2015 in de auto door [slachtoffer] heeft laten aftrekken.
Bewijsoverwegingen
De rechtbank acht op grond van bovengenoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode 1 juli 2015 tot en met 5 augustus 2015 tweemaal ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer] die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] .
Voorts acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 6 augustus 2015 een ontuchtige handeling heeft gepleegd met [slachtoffer] , te weten het zich laten aftrekken door die [slachtoffer] .
Artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) strekt tot bescherming van de seksuele integriteit van personen die gelet op hun jeugdige leeftijd in het algemeen geacht moeten worden niet of onvoldoende in staat te zijn zelf die integriteit te bewaken en de draagwijdte van hun gedrag in dit opzicht te overzien. Dat artikel beschermt deze jeugdige personen ook tegen de verleiding die mede van henzelf kan uitgaan.
Blijkens vaste jurisprudentie kan bij seksuele handelingen met een persoon tussen de twaalf en zestien jaren het ontuchtige karakter ontbreken. Dat kan het geval zijn indien die handelingen vrijwillig plaatsvinden tussen personen die slechts in geringe mate in leeftijd verschillen en eventueel een affectieve relatie hebben.
Gelet op het leeftijdsverschil tussen verdachte en [slachtoffer] , bijna 5 jaren, het ontbreken van een affectieve relatie tussen beiden, en de omstandigheid dat verdachte en [slachtoffer] elkaar niet of nauwelijks kenden, is de rechtbank van oordeel dat de seksuele handelingen in strijd zijn met de sociaal-ethische norm en als ontuchtig dienen te worden aangemerkt.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het onder 2 primair ten laste gelegde, aangezien het wettig en overtuigend bewijs daarvoor ontbreekt.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1.
hij op één of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 1 juni 2015
tot en met 5 augustus 2015 in de gemeente Amersfoort,
althans in het
arrondissement Midden-Nederland,met [slachtoffer] , geboren op [2000]
, die de leeftijd van twaalf, maar nog niet die van zestien jaren had
bereikt, buiten echt,
een of meerontuchtige handelingen heeft gepleegd die
(telkens)bestond
(en
)uit
of mede bestond(en) uithet seksueel binnendringen
van het lichaam van die [slachtoffer] , hebbende verdachte (telkens)
- zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] geduwd en/of gebracht en
/of
- zijn penis in de mond van die [slachtoffer] geduwd en/of gebracht;
2.
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode vanop 6 augustus 2015
tot en met 7 augustus 2015
in de gemeente Amersfoort,
althans in het arrondissement Midden-Nederland,
met [slachtoffer] , geboren op [2000] , die toen de leeftijd van
zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een
of meerontuchtige
handeling
enheeft gepleegd, bestaande in het ontuchtig
- betasten van de vagina en/of schaamlippen van die [slachtoffer] en/of
-
hetlaten
betasten en/ofaftrekken van zijn, verdachtes, penis door die
[slachtoffer] .
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:

1. met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;

2. (subsidiair) met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een taakstraf van 240 uren, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 120 dagen hechtenis;
- een gevangenisstraf van 2 dagen, met aftrek van het voorarrest van 2 dagen;
- een gevangenisstraf van 4 maanden geheel voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit.
Mocht de rechtbank tot een bewezenverklaring komen, dan heeft de raadsman verzocht om af te zien van een straf. Mocht de rechtbank toch tot een straf komen, dan is verzocht een gevangenisstraf van 2 dagen op te leggen met aftrek van het voorarrest.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met de minderjarige [slachtoffer] . De rechtbank acht bewezen dat er twee incidenten hebben plaatsgevonden waarbij ontuchtige handelingen zijn gepleegd; de eerste keer was sprake van het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer] , de tweede keer heeft verdachte zich door [slachtoffer] laten aftrekken.
Uit de verklaringen van [slachtoffer] komt naar voren dat het seksuele contact weliswaar vrijwillig heeft plaatsgevonden, maar het had, gelet op het leeftijdsverschil van bijna vijf jaren, op de weg van verdachte gelegen [slachtoffer] tegen zichzelf in bescherming te nemen. Verdachte heeft zijn eigen lustgevoelens laten prevaleren en heeft niet stil gestaan bij de gevolgen voor het - gelet op haar leeftijd van veertien jaar - kwetsbare slachtoffer. Dergelijke feiten doorkruisen een normale seksuele ontwikkeling en kunnen voor minderjarigen ernstige gevolgen hebben die zij nog lange tijd met zich dragen.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met:
- een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte d.d. 25 september 2017, waaruit blijkt dat verdachte geen documentatie heeft op het gebied van zedendelicten;
- een reclasseringsadvies van 29 april 2017, uitgebracht door Reclassering Nederland, waarin onder meer is vermeld dat het recidiverisico als laag wordt ingeschat en er geen aanleiding is voor het verbinden van bijzondere voorwaarden aan een eventueel voorwaardelijk strafdeel.
De rechtbank houdt er bij het opleggen van de straf voorts rekening mee dat verdachte zowel bij de politie als ter terechtzitting volledige openheid van zaken heeft gegeven en spijt heeft betuigd voor zijn keuzes.
Voor het toepassen van het jeugdstrafrecht, waarvoor Reclassering Nederland geen contra-indicaties ziet, ziet de rechtbank gelet op de persoon van verdachte geen aanleiding.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een taakstraf van 150 uren passend en geboden is, alsmede een gevangenisstraf voor de duur van 2 dagen, met aftrek van het voorarrest van 2 dagen. Gelet op de open proceshouding van verdachte, het feit dat hij spijt heeft betuigd en het - ook naar het oordeel van de rechtbank - lage recidiverisico, ziet de rechtbank geen aanleiding een voorwaardelijk strafdeel op te leggen.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 9, 22c, 22d, 57, 63, 245 en 247 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 2 primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 en het onder 2 subsidiair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 2 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 150 uren;
- beveelt dat voor het geval de verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 75 dagen hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Gerritse, voorzitter, mrs. M.P. Glerum en H.F. Koenis, rechters, in tegenwoordigheid van A. Heijboer, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 13 november 2017.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2015
tot en met 5 augustus 2015 in de gemeente Amersfoort, althans in het
arrondissement Midden-Nederland, met [slachtoffer] , geboren op [2000]
, die de leeftijd van twaalf, maar nog niet die van zestien jaren had
bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd die
(telkens) bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen
van het lichaam van die [slachtoffer] , hebbende verdachte (telkens)
- zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] geduwd en/of gebracht en/of
- zijn penis in de mond van die [slachtoffer] geduwd en/of gebracht;
art 245 Wetboek van Strafrecht
2.
Primair
hij in of omstreeks de periode van 6 augustus 2015 tot en met 7 augustus 2015
in de gemeente Amersfoort, althans in het arrondissement Midden-Nederland,
met [slachtoffer] , geboren op [2000] , die de leeftijd van twaalf,
maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige
handelingen heeft gepleegd die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het
seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , hebbende
verdachte
- zijn penis in de mond van die [slachtoffer] geduwd en/of gebracht en/of
- zijn vinger(s) in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer]
geduwd en/of gebracht;
art 245 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 6 augustus 2015 tot en met 7 augustus 2015
in de gemeente Amersfoort, althans in het arrondissement Midden-Nederland,
met [slachtoffer] , geboren op [2000] , die toen de leeftijd van
zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige
handelingen heeft gepleegd, bestaande in het ontuchtig
- betasten van de vagina en/of schaamlippen van die [slachtoffer] en/of
- het laten betasten en/of aftrekken van zijn, verdachtes, penis door die
[slachtoffer] ;
art 247 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal genummerd PL0900-2015239935 (Onderzoek 09Spreeuw), opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 829. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Het proces-verbaal van aangifte d.d. 27 augustus 2015, pagina 62-73, in het bijzonder pagina 62.
3.Het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer] d.d. 19 februari 2016, pagina 137-223, in het bijzonder pagina 146.
4.Het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer] d.d. 19 februari 2016, pagina 137-223, in het bijzonder pagina 147.
5.Het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer] d.d. 19 februari 2016, pagina 137-223, in het bijzonder pagina 149.
6.Het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer] d.d. 19 februari 2016, pagina 137-223, in het bijzonder pagina 150.
7.Het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer] d.d. 19 februari 2016, pagina 137-223, in het bijzonder pagina 153.