9.3Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van de straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een winkeldiefstal en het tot tweemaal toe stelen
van een fiets van een buurtbewoner. Zij heeft daarmee het eigendomsrecht van anderen
geschonden en voor overlast gezorgd. Gelet op het uittreksel justitiële documentatie van 9
oktober 2017 blijkt dat zij in 2013 al eerder een strafbeschikking heeft gekregen voor diefstal
van een fiets.
Uit het psychologisch Pro Justitia rapport van 26 september 2017, uitgebracht
door prof. dr. F.A.M.M. Koenraadt, gezondheidszorgpsycholoog blijkt dat verdachte
een kwetsbare, beschadigde, onzelfstandige vrouw is, die zich in een niet gewild sociaal
isolement bevindt waarin een persisterende depressieve stoornis en een stoornis in
alcoholgebruik haar doen en laten beheersen. Daarnaast functioneert verdachte aan de
bovengrens van een licht verstandelijke beperking. De kans dat verdachte wederom een
strafbaar feit begaat schat de psycholoog als ruim in als er geen interventies worden ingezet.
Terugval in depressieve patronen en in alcoholverslaving komen veelvuldig voor. De risico’s
zijn volgens de psycholoog goed te bestrijden met aanvankelijk coachend en monitorend
toezicht vanuit een residentiële instelling vanuit de verslavingszorg. Aansluitend moet er
ambulante begeleiding zijn, waarbij de nadruk ligt op steun en coaching met aandacht voor
het alcoholgebruik, de persisterende depressieve stoornis, huisvesting, werk c.q.
dagbesteding en vrijetijdsinvulling.
Voorgenoemde bevindingen worden ondersteund door Reclassering Nederland. In haar advies van 6 september 2017, uitgebracht door A. Akollo geeft zij de rechtbank in overweging een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de Jellinek, een klinische behandeling in een Dubbele diagnose kliniek op basis van de door het NIFP-IFZ afgegeven indicatiestelling en meewerken aan een plaatsing en verblijven in een beschermde woonvorm.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat zij goede begeleiding wil en bereid is om naar een kliniek te gaan.
Gelet op het hiervoor overwogene acht de rechtbank het noodzakelijk om een (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, zodat zij ter beteugeling van het herhalingsgevaar aan het voorwaardelijk strafdeel na te noemen bijzondere voorwaarden kan verbinden. Rekening houdend met het reeds ondergane voorarrest, dat op grond van artikel 27, eerste jo vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht in aftrek te brengen is, zal de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden opleggen en bepalen dat 1 maand daarvan voorwaardelijk zal zijn. De rechtbank volgt het advies van eerdergenoemde psycholoog om, gelet op de langdurige begeleiding die verdachte nodig heeft, de proeftijd ruim te laten zijn en zal deze vaststellen op drie jaren. De rechtbank acht het gewenst een termijn te verbinden aan de na te noemen bijzondere voorwaarde die ziet op opname in een kliniek en zal die vooralsnog op 1 jaar stellen. Gezien de bij verdachte bestaande problematiek kan een kortdurende klinische opname niet volstaan. Anderzijds zal binnen de proeftijd sprake zijn van een klinische en van een post-klinische periode.