ECLI:NL:RBMNE:2017:5592

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
8 november 2017
Publicatiedatum
8 november 2017
Zaaknummer
C/16/418481 / HA ZA 16-496
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot aansluiting op glasvezelnetwerk op basis van samenwerkingsovereenkomst

Op 8 november 2017 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een civiele zaak tussen de vereniging (hierna: VvE) en meerdere gedaagden, waaronder de gemeente Landerd en [gedaagde 3] B.V. De VvE vorderde dat [gedaagde 3] hoofdelijk zou worden veroordeeld om de adressen op het park [park] aan te sluiten op het glasvezelnetwerk dat in de gemeente Landerd zou worden aangelegd, zoals bepaald in de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente en [gedaagde 3]. De rechtbank heeft de vordering afgewezen omdat de VvE niet rechtsgeldig vertegenwoordigd zou zijn en er geen sprake zou zijn van een derdenbeding in de samenwerkingsovereenkomst. De rechtbank oordeelde dat de tekst van de overeenkomst niet eenduidig was, maar dat uit de voorafgaande communicatie tussen de gemeente en [gedaagde 3] bleek dat het niet de bedoeling was om ook de individuele adressen op het park in het glasvezelproject op te nemen. De rechtbank concludeerde dat er geen rechten voor derden waren gecreëerd in de overeenkomst, waardoor de VvE geen aanspraak kon maken op de gevraagde aansluiting. De VvE werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van [gedaagde 3] tot dat moment waren begroot op € 1.749,00.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/418481 / HA ZA 16-496
Vonnis van 8 november 2017
in de zaak van
de vereniging
[eiseres],
gevestigd te [woonplaats] , gemeente Landerd,
eiseres,
advocaat mr. J. de Haan te Grave,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. J.P. Snoek te Utrecht,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 2] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. J.P. Snoek te Utrecht,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 3] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. J.P. Snoek te Utrecht,
4. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE LANDERD,
zetelend te Zeeland,
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna VvE, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] en De gemeente Landerd genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 12 oktober 2016
  • het proces-verbaal van comparitie van 3 februari 2017
  • de akte en tweede akte van de VvE met producties
  • een brief van [gedaagde 3] d.d. 23 februari 2017 met een productie
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 6 oktober 2015 is tussen de gemeente Landerd en [gedaagde 2] een samenwerkingsovereenkomst gesloten ter zake van de aanleg van een glasvezelnetwerk.
In deze overeenkomst is onder meer het volgende bepaald.
Doel en reikwijdte van de overeenkomst
1.1.
Hetgeen in deze overeenkomst is bepaald is van toepassing op een eventueel aan te leggen glasvezelnetwerk t.b.v. totaal ca. 6.550 adressen ( 5.980 woningen, 320 bedrijven, 90 kantoren, 95 winkels en 65 overige zoals onder meer scholen, kerken etc) in de gemeente Landerd. Voorts is de onderhavige overeenkomst, met uitzondering van artikel 7 lid 2 tot en met artikel 7 lid 4, van toepassing op eventueel in de toekomst door partijen gezamenlijk aan te wijzen andere wijken en/of gebieden binnen de gemeente.
1.2.
Het aan te leggen gebied omvat de gehele gemeente Landerd, zoals in onderstaande kaart weergegeven. Elk aansluitbaar adres binnen de gemeentegrenzen van Landerd zal worden voorzien van een glasvezelaansluiting op FTU nivo, waarbij een adres actief wordt aangesloten wanneer een overeenkomst met een ISP-ER(s) is afgesloten voor de levering van dienst(en) over het glasvezelnetwerk naar het onderhavige adres. Per kadastraal geregistreerd perceel zal maximaal één glasvezelaansluiting worden gerealiseerd.
(…)
7.3.
Het totaalbedrag van de leges, beheer- en degeneratiekosten, zoals bedoeld in artikel 7 lid 1 en lid 2 bedraagt € 260.000 ( zegge: tweehonderd zestig duizend euro)(…)
7.4
Het bedrag van de in rekening te brengen leges is afhankelijk van variabelen zoals het aantal meters graafwerk dat nodig is voor de aanleg. Overeengekomen wordt dat het totaalbedrag voor de leges en de beheer – en degeneratiekosten € 260.000,00 bedraagt9 zie artikel 7 lid 3). Als de leges meer of minder bedragen dan € 212.000 wordt dat meerdere of mindere verrekend met de overeengekomen beheer- en degeneratie bijdrage van € 48.000.
(…)
11.5
Deze overeenkomst kan op geen enkele wijze worden uitgelegd als een verplichting voor [gedaagde 3] om het glasvezelnetwerk aan te leggen, voort te zetten en/of (geheel of gedeeltelijk) af te ronden. Indien niet binnen drie jaar na ondertekening is gestart met de aanleg van ( een gedeelte) van het netwerk, eindigt de overeenkomst van rechtswege en zonder dat voorafgaande opzegging is vereist.
(…)”
2.2.
Voorafgaand aan de samenwerkingsovereenkomst hebben [gedaagde 3] en de gemeente (onder meer) de volgende e-mails gewisseld.
De gemeente Landerd aan [gedaagde 3] op 2 juni 2015:
“(…)Ik heb gevraagdom een check uit te voeren van alle adressen, zodat we een redelijk betrouwbare en actuele inschatting hebben van de aansluitbare adressen in Landerd.
Die check wordt binnen kort uitgevoerd dus het resultaat hebben we in ieder geval beschikbaar bij ons geplande overleg volgende week.(12-06)
We hebben echter een vraag over onze recreatieterreinen. Hoe gaan we met die adressen om?
Landerd kent een behoorlijk aantal campings en recreatieterreinen. Hierop staan huisjes, (sta-)caravans en soortgelijke verblijven. Alhoewel de terreinen primair op recreatie zijn gericht wordt er ( soms legaal en soms illegaal) ook gewoond. Overigens is het denkbaar dat ook voor zuivere recreatieverblijven (op termijn?) een glasvezelaansluiting wenselijk is.
Wat is jullie gedachte bij deze objecten en hoe moeten we deze dus meetellen in het totaal?”
[gedaagde 3] aan de gemeente Landerd op 3 juni 2015:
“(…) Voor wat betreft de caravanparken cq recreatieterreinen betreft het volgende:
In principe gaan wij voor het hoofdgebouw altijd uit van een aansluiting. De parken zijn doorgaans privaat eigendom en wij moeten dit dus doen in overleg met de eigenaar/exploitant. Als het gehele park moet worden aangesloten willen wij, gelet op de investering, vooraf afspraken mbt het actieve gebruik/ abonnementskosten.”
2.3.
Het park [park] is een park met recreatiewoningen waarbij iedere individuele eigenaar een perceel grond in eigendom bezit, een eigen meterkast en een eigen kadastraal nummer heeft. De eigenaren betalen ieder voor zich onroerende zaak belasting en andere lokale belastingen. De VvE heeft de gronden in eigendom waarop de wegen zijn aangelegd, een gezamenlijk sportveld en gronden met gezamenlijke groenvoorzieningen. Ook de riolering en alle kabels en leidingen liggen grotendeels op grond van de VvE.
2.4.
Op 7 maart 2016 heeft de gemeente Landerd per e-mail aangeven dat zij het niet bezwaarlijk vindt dat de samenwerkingsovereenkomst overgaat van [gedaagde 2] B.V naar [gedaagde 3] BV.
2.5.
[gedaagde 3] is na het verrichten van de economische haalbaarheid overgegaan tot de aanleg van glasvezelnetwerk in de gemeente Landerd.
2.6.
[gedaagde 3] heeft in een brief van 28 april 2016 aan de VvE een aanbod gedaan om glasvezelnetwerk aan te leggen mits voor minimaal 21 woningen abonnementen zouden worden afgesloten. Afhankelijk van het aantal deelnemers zou de eigen bijdrage per woning afnemen van maximaal € 550,00 per aansluiting tot geen eigenbijdrage. De |VvE heeft dit aanbod niet geaccepteerd.

3.Het geschil

3.1.
VvE vordert dat [gedaagde 3] , hoofdelijk in die zin dat indien een der partijen de gevraagde voorzieningen zal hebben gerealiseerd de anderen zullen zijn gekweten, zal worden veroordeeld om:
  • de adressen op het park [park] op gelijke wijze en onder gelijke condities aan te sluiten op het in de gemeente Landerd aan te leggen glasvezelnetwerk een en ander als bepaald in de overeenkomst tussen de gemeente Landerd en (de al dan niet bestaande vennootschap) [gedaagde 3] B.V. gesloten overeenkomst;
  • de gemeente Landerd te veroordelen om medewerking te verlenen bij de realisatie van dit aan te leggen glasvezelnetwerk door die voorzieningen te treffen en te gedogen, welk ook elders in de gemeente Landerd buiten het park [park] dienen te worden getroffen en gedoogd;
  • enigerlei beslissing te nemen welke naar het oordeel van deze rechtbank redelijk en billijk geacht wordt als voorziening te treffen, alles in de meest ruime zin van het woord binnen de doelstellingen van deze procedure;
vermeerderd met de proceskosten.
3.2.
[gedaagde 3] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[gedaagde 3] heeft betwist dat de VvE rechtsgeldig vertegenwoordigd wordt in deze procedure. Verder heeft [gedaagde 3] betwist dat in de samenwerkingsovereenkomst tussen [gedaagde 3] en de gemeente Landerd een zogenaamd derdenbeding is opgenomen waarop de VvE een beroep zou kunnen doen.
De rechtbank zal zich het eerst buigen over het verweer van [gedaagde 3] dat er geen sprake is van een derdenbeding.
4.2.
In overeenkomsten kan een bepaling worden opgenomen die ertoe strekt dat een derde een prestatie van één van de contractanten kan vorderen of op een andere wijze jegens één van hen een beroep kan doen op de overeenkomst. De overeenkomst dient dan een beding van deze strekking te bevatten en de derde moet het beding ook aanvaard hebben.
4.3.
De VvE beroept zich met name op artikel 1.2 van de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Landerd en [gedaagde 3] . Daarin staat bepaald dat het aan te leggen gebied de gehele gemeente Landerd omvat en dat elk aansluitbaar adres binnen de gemeentegrenzen van Landerd zal worden voorzien van een glasvezelaansluiting. Verder staat er dat er per kadastraal geregistreerd perceel maximaal één glasvezelaansluiting zal worden gerealiseerd.
4.4.
Aan de hand van uitleg van de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Landerd en [gedaagde 3] dient te worden vastgesteld of met de bovenstaande bepaling aan de VvE het recht op nakoming van die verplichting is verschaft. Daarbij zijn alle omstandigheden van het geval van betekenis, waarbij die omstandigheden gewaardeerd moeten worden naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen. Een van de meest relevante omstandigheden is vanzelfsprekend de bedoeling die partijen gehad hebben.
4.5.
De rechtbank is van oordeel dat de tekst van de samenwerkingsovereenkomst niet eenduidig is. Op grond van bepaalde delen van de tekst zou geoordeeld kunnen worden dat er sprake is van een derdenbeding. In artikel 1 wordt bepaald dat het glasvezelproject de gehele gemeente Landerd betreft en er wordt verwezen naar de aansluiting van glasvezel per kadastraal geregistreerd nummer. Anderzijds wordt het aantal woningen dat binnen het glasvezelproject valt expliciet benoemd en dat dit aantal niet de (recreatie) woningen op parken omvat is door de VvE niet betwist. Op grond van de letterlijke tekst van de overeenkomst kan dus getwijfeld worden over de bedoeling van partijen.
Uit de door [gedaagde 3] overgelegde e-mails die met de gemeente Landerd gewisseld zijn voordat de overeenkomst werd gesloten, blijkt naar het oordeel van de rechtbank echter dat het uitdrukkelijk niet de bedoeling van [gedaagde 3] is geweest om ook alle individuele adressen/ kadastrale nummers op het park [park] in het glasvezelproject te betrekken. Zij heeft dit in haar e-mail aan de gemeente duidelijk gecommuniceerd. De gemeente Landerd is hier kennelijk in meegegaan en heeft deze adressen vervolgens niet meegeteld en niet opgenomen in de aantallen zoals deze in de overeenkomst zijn opgenomen.
De gemeente Landerd en [gedaagde 3] hebben dus bewust afgezien van het includeren van alle individuele adressen op (recreatie)parken als de [park] in hun samenwerkingsovereenkomst. Onder deze omstandigheden kan er geen sprake zijn van een derdenbeding ten behoeve van de Vve [eiseres] . Weliswaar is kan een derdenbeding ook in een overeenkomst besloten liggen zonder dat partijen dit bewust zijn overeengekomen, maar het kan niet zijn dat daar ook sprake van is als partijen een bewuste keuze maken deze derden juist uit te sluiten. De rechtbank begrijpt het belang van de VvE, maar nu partijen bewust niet beoogd hebben in de betreffende samenwerkingsovereenkomst ook rechten te scheppen voor derden als de VvE, is het feit dat de VvE belang heeft bij nakoming van de betreffende bepalingen onvoldoende om op grond daarvan te oordelen dat sprake is van een derdenbeding als door de wet bedoeld.
4.6.
Omdat het bovenstaande oordeel van de rechtbank al leidt tot een afwijzing van de vordering van de VvE, behoeven de overige weren van [gedaagde 3] geen bespreking meer.
4.7.
VvE zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.
4.8.
De kosten aan de zijde van [gedaagde 3] worden begroot op:
- griffierecht 619,00
- salaris advocaat
1.130,00(2,5 punt × tarief € 452,00)
Totaal € 1.749,00
4.9.
De kosten aan de zijde van de niet verschenen gedaagde worden begroot op
nihil.
4.10.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt VvE in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde 3] tot op heden begroot op € 1.749,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van 14 dagen na dit vonnis tot de dag van volledige betaling, en aan de zijde van de gemeente Landerd tot op heden begroot op nihil,
5.3.
veroordeelt VvE in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat deVvE niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.E. The-Kouwenhoven en in het openbaar uitgesproken op 8 november 2017. [1]

Voetnoten

1.type: ATK (4432)