Uitspraak
[gedaagde],
- de dagvaarding;
- de incidentele conclusies tot onbevoegdverklaring van alle vier de gedaagden;
- de incidentele conclusie van antwoord.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze civiele procedure, die zich afspeelt in de Rechtbank Midden-Nederland, heeft eiseres, die in Ghana woonde, een aantal gedaagden aangeklaagd in verband met problemen die zij ondervond tijdens haar promotietraject. De gedaagden, waaronder de Stichting Maastricht School of Management, Wageningen Universiteit en Stichting Nuffic, hebben de rechtbank verzocht zich onbevoegd te verklaren en de zaak te verwijzen naar hun respectieve rechtbanken in Limburg, Overijssel, Gelderland en Den Haag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de zaak is aangespannen op basis van de vestigingsplaats van de derde gedaagde, Wageningen Universiteit, en dat op grond van artikel 107 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) de rechtbank Midden-Nederland bevoegd zou zijn voor alle gedaagden. Echter, omdat Wageningen in het arrondissement van de rechtbank Gelderland ligt, en er geen andere omstandigheden zijn die de bevoegdheid van de rechtbank Midden-Nederland rechtvaardigen, heeft de rechtbank besloten de zaak te verwijzen naar de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem.
De rechtbank heeft ook overwogen dat het splitsen van de zaak naar verschillende rechtbanken onwenselijk zou zijn, gezien de samenhang van de vorderingen en de mogelijkheid van tegenstrijdige beslissingen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de forumkeuzebedingen van WU en Nuffic niet prevaleren boven artikel 107 Rv, en dat het in het belang van de doelmatigheid is om de zaak in zijn geheel te behandelen. Eiseres is als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van het incident, die zijn begroot op € 452,00. Het vonnis is uitgesproken op 1 november 2017 door mr. M.E. Heinemann.