In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 13 september 2017, is de verdachte beschuldigd van woninginbraak in Muiden in de periode van 2 tot en met 3 mei 2017. De rechtbank heeft het vonnis uitgesproken na een terechtzitting op 30 augustus 2017, waar de officier van justitie, mr. M.H. Hoogendam, en de verdediging, vertegenwoordigd door mr. S.L.E.M. Poll, hun standpunten hebben gepresenteerd. De verdachte heeft bekend en de rechtbank heeft vastgesteld dat de tenlastelegging geldig is en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging. De rechtbank heeft de bewijsmiddelen, waaronder de bekennende verklaring van de verdachte en de aangifte van het slachtoffer, in overweging genomen en het feit bewezen verklaard.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal door middel van braak, waarbij hij sieraden heeft weggenomen. Gezien de ernst van het feit en de recidive van de verdachte, die eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten, heeft de rechtbank besloten om een ISD-maatregel op te leggen voor de duur van twee jaren. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de psychische problematiek van de verdachte, waaronder een antisociale stoornis en een ernstige stoornis in cannabisgebruik. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de ISD-maatregel noodzakelijk is voor de bescherming van de maatschappij en om de verdachte te motiveren tot behandeling van zijn problematiek.
De beslissing is gebaseerd op de artikelen 38m, 38n en 311 van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de maximale termijn van twee jaren, zonder dat de tijd in voorlopige hechtenis in mindering wordt gebracht.