Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
gedetineerd te [verblijfplaats] .
Rechtbank Midden-Nederland
In deze strafzaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 12 juli 2017 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan brandstichting. De verdachte heeft op 24 maart 2017 opzettelijk brand gesticht in haar kamer in een instelling, wat gevaar voor goederen en levensgevaar voor andere personen met zich meebracht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte reeds een TBS-maatregel opgelegd had gekregen, en dat het opleggen van een straf in deze zaak geen strafrechtelijk doel zou dienen. De rechtbank heeft daarom besloten om geen straf of maatregel op te leggen, maar heeft wel de bewezenverklaring van het feit gedaan. De rechtbank heeft de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is gepleegd in overweging genomen, evenals de geestelijke toestand van de verdachte. De rechtbank concludeert dat de verdachte strafbaar is, maar dat de lopende TBS-maatregel reeds voorziet in de noodzakelijke preventie en vermindering van recidivegevaar. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om het rechterlijk pardon toe te passen, gezien de omstandigheden van de verdachte.