ECLI:NL:RBMNE:2017:5254

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
17 oktober 2017
Publicatiedatum
19 oktober 2017
Zaaknummer
659574-16
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van diefstal met bedreiging met geweld in Lelystad

Op 17 oktober 2017 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in Lelystad uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal met geweld of bedreiging met geweld. De tenlastelegging betrof een incident op 26 april 2016 in Blaricum, waarbij de verdachte samen met anderen een jas van het merk Canada Goose van een slachtoffer zou hebben gestolen. De rechtbank heeft het vonnis gewezen na een terechtzitting op 3 oktober 2017, waar de officier van justitie, mr. N.M. van Collenburg, en de verdediging, vertegenwoordigd door mr. A. Boumanjal, hun standpunten hebben gepresenteerd.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor de beschuldiging. Er waren significante inconsistenties in de verklaringen van de getuigen en het slachtoffer over het tijdstip en de omstandigheden van de diefstal. Bovendien was er geen bewijs dat de jas die in de auto van de verdachten werd aangetroffen daadwerkelijk toebehoorde aan het slachtoffer. Gezien deze onduidelijkheden heeft de rechtbank geoordeeld dat er een redelijke twijfel bestond over de schuld van de verdachte, wat leidde tot vrijspraak.

Daarnaast heeft de rechtbank de benadeelde partij, het slachtoffer, niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte werd vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. De benadeelde partij kan zijn vordering bij de burgerlijke rechter indienen. De kosten van de benadeelde partij worden op nihil begroot, aangezien de vordering niet ontvankelijk is verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/659574-16 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 17 oktober 2017
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1998] te [geboorteplaats]
wonende te [postcode] [woonplaats] [adres]

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 3 oktober 2017.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. N.M. van Collenburg en van hetgeen verdachte en mr. A. Boumanjal, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
op 26 april 2016 te Blaricum, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, op de [straatnaam] een jas van het merk Canada Goose, van [slachtoffer] , met geweld of bedreiging met geweld heeft gestolen, waarbij het geweld of de bedreiging met geweld bestond uit
  • het toelopen en/of achterna lopen van [slachtoffer] ;
  • het tonen van een pistool aan [slachtoffer] ;
  • tegen [slachtoffer] zeggen: “Waar is je geld, geef je geld” en/of “Geef je jas” en/of “Als je nu die jas niet geeft, ga ik schieten”;
  • het meermalen met het pistool slaan in het gezicht van [slachtoffer] ;
  • het trekken aan de linkermouw van de jas van [slachtoffer] en het vervolgens uittrekken van die jas.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.VRIJSPRAAK

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het ten laste gelegde feit.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft eveneens vrijspraak bepleit.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank vindt in het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voor het ten laste gelegde. De rechtbank overweegt dat over het tijdstip waarop de diefstal van de jas zou hebben plaatsgevonden verschillend – met bijna twee uur tijdsverschil – is verklaard door aangever en de getuigen. Ook is door twee getuigen verklaard dat de daders zo’n vijf minuten na de diefstal op een scooter voorbijreden. Als dit juist is, klopt dit niet met de andere bevindingen in het dossier, die inhouden dat de daders direct na de diefstal in een klaarstaande auto zijn gestapt, korte tijd daarna door de politie zijn gesignaleerd en achtervolgd, waarna verdachte en zijn medeverdachten zijn aangehouden. Over de auto waarmee de daders zijn weggereden hebben de getuigen verklaard dat dit een kleine (zilver)grijze auto betrof, terwijl verdachte en zijn medeverdachten zijn aangehouden in een zwarte Renault Megane. Tijdens een fotoconfrontatie twijfelde aangever tussen de foto van verdachte en die van een andere persoon in de selectie en heeft getuige [getuige] verklaard dat de door hem bedoelde persoon zich niet in de selectie bevond. Ten slotte is van de jas van het merk Canada Goose, die is aangetroffen in de auto waarin de verdachten zijn aangehouden, niet onderzocht of dit daadwerkelijk de jas van aangever is.
Al met al is de rechtbank van oordeel dat het dossier teveel onduidelijkheden bevat en de mogelijkheid openlaat dat iemand anders dan verdachte de diefstal heeft gepleegd, zodat vrijspraak dient te volgen.

5.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van
€ 675,- bestaande uit materiële schade, ten gevolge van het aan verdachte ten laste gelegde feit.
5.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheidverklaring van de benadeelde partij in zijn vordering.
5.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich eveneens op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij in zijn vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
5.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering nu verdachte van het ten laste gelegde zal worden vrijgesproken. De benadeelde partij kan de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn vordering, zal de benadeelde partij in de kosten van verdachte worden veroordeeld voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen de vordering. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.

6.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Benadeelde partij
  • verklaart [slachtoffer] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F. Haeck, voorzitter, tevens kinderrechter, mrs. K.G. van de Streek en A.A. Renken, rechters, in tegenwoordigheid van mr. T.M. van Zwet, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 17 oktober 2017.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 26 april 2016 in de gemeente Blaricum, althans in het arrondissement Midden-Nederland, op of aan de openbare weg de [straatnaam] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft/hebben weggenomen een jas (merk: Canada Goose), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), meermalen in ieder geval éénmaal,
- naar die [slachtoffer] is/zijn toegelopen en/of die [slachtoffer] is/zijn achterna gelopen en/of
- die [slachtoffer] een pistool, in ieder geval een soortgelijk voorwerp, heeft/hebben getoond, in ieder geval zichtbaar voor die [slachtoffer] heeft/hebben vastgehouden, en/of
- ( daarbij) die [slachtoffer] de woorden heeft/hebben toegevoegd:
* "Waar is je geld, geef je geld." en/of
* "Geef je jas." en/of
* "Als je nu die jas niet geeft, ga ik schieten." en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer] met dat pistool, in ieder geval met dat soortgelijke voorwerp, (meermalen) in het gezicht heeft/hebben geslagen en/of
- aan de linkermouw van de jas van die [slachtoffer] heeft/hebben getrokken en/of (vervolgens de jas van die [slachtoffer] heeft/hebben uitgetrokken).