Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
- het toelopen en/of achterna lopen van [slachtoffer] ;
- het tonen van een pistool aan [slachtoffer] ;
- tegen [slachtoffer] zeggen: “Waar is je geld, geef je geld” en/of “Geef je jas” en/of “Als je nu die jas niet geeft, ga ik schieten”;
- het meermalen met het pistool slaan in het gezicht van [slachtoffer] ;
- het trekken aan de linkermouw van de jas van [slachtoffer] en het vervolgens uittrekken van die jas.
3.VOORVRAGEN
4.VRIJSPRAAK
5.BENADEELDE PARTIJ
€ 675,- bestaande uit materiële schade, ten gevolge van het aan verdachte ten laste gelegde feit.
6.BESLISSING
- verklaart [slachtoffer] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
A.A. Renken, rechters, in tegenwoordigheid van mr. T.M. van Zwet, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 17 oktober 2017.