Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 26 september 2017;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 23 maart 2017, blad 2 t/m 4;
- het proces-verbaal van aangifte van 8 juli 2015, p. 1 t/m 2;
- het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van 9 juli 2015, p. 148;
- het proces-verbaal van bevindingen van 4 augustus 2015, p. 254 t/m 255.
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
diefstal, meermalen gepleegd.
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BENADEELDE PARTIJ
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
6 maanden;
240 uren;
- verklaart [benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil.