4.3Het oordeel van de rechtbank
Zaak 1
[aangever 1] doet op 15 oktober 2012 mede namens [benadeelde 2] , eigenaar van interieurzaak “ [interieurzaak] ” te [vestigingsplaats] aangifte en verklaart het volgende.Op 28 september 2012 heeft een man in de winkel interieurspullen uitgezocht: een bankstel, eetkamertafel, eetkamerstoelen en vazen. Hij was samen met een vrouw genaamd [A] . De man heeft als naam opgegeven [bijnaam] . Hij zei met zijn gezin te wonen aan de [adres] in [woonplaats] . Afgesproken is dat de offerte zou worden gemaild naar het mailadres [e-mail] @xs4all.nl. Op 5 oktober 2012 zijn alle spullen afgeleverd op het adres [adres] te [woonplaats] . De man belt op 5 oktober 2012 en zegt dat het geld is overgemaakt. Op 8 oktober 2012 belt hij met de mededeling dat hij zojuist in het AMC het vreselijke nieuws heeft gekregen dat hij leukemie heeft. Betaling heeft niet plaatsgevonden.
Verdachte woont op het adres [adres] te [woonplaats] .
De partner van verdachte is [A] .
Het mailadres [e-mail] @xs4all.nl is een oud e-mailadres van verdachte.
Zaak 2
[aangever 2] , eigenaar van bloemenwinkel [bloemenwinkel] te [woonplaats] , doet op 9 juli 2012 aangifte en verklaart het volgende.Op 27 juni 2012 belt een man die opgeeft te zijn [bijnaam] van het bedrijf [bedrijf 4] . Deze [bijnaam] zegt dat hij bloemen heeft gezien in de winkel en dat hij 4 van die potten met bloemen wil hebben. Op 29 juni 2012 zijn 2 potten met bloemen en 2 potten met olijfbomen door aangever afgeleverd op de Ossenmarkt in Muiden. [bijnaam] deelt op 1 juli 2012 telefonisch mee dat hij die ochtend het geld heeft overgemaakt en dat het twee dagen kan duren voor het op de rekening van aangever zal staan. Op 8 juli 2012 heeft geen betaling plaatsgevonden. Wanneer aangever op 9 juli 2012 probeert telefonisch contact op te nemen met [bijnaam] , was zijn nummer niet meer in gebruik.
Getuige [getuige 1] weet niets van een levering van potten met bloemen. Hij heeft het vermoeden dat het om [verdachte] zou gaan. Wanneer [getuige 1] en aangever naar de woning van verdachte aan de [adres] te [woonplaats] gaan, zien zij de potten met bloemen en olijfbomen in de tuin van deze woning staan.
Verdachte woont op het adres [adres] te [woonplaats] .
Zaak 3
Op 31 oktober 2012 doet [aangeefster] , eigenaresse van kledingwinkel [kledingwinkel] te [vestigingsplaats] , aangifte en verklaart het volgende.Op 21 mei 2012 heeft een man kleding meegenomen voor zijn kinderen. Hij zou de kleding de volgende dag komen betalen of terugbrengen, maar hij is niet teruggekomen. De man was eerder in de winkel geweest en had toen als naam en adres opgegeven: [bijnaam] , [adres] te [woonplaats] . Hij was toen samen met een vrouw die hij aansprak met de naam [A] . Aangeefster heeft meermalen telefonisch contact opgenomen met de man; hij vertelde dan dat hij langs zou komen en in het laatste gesprek vertelde hij dat hij acute bloedleukemie had en die ochtend de eerste chemokuur had gehad en geen zin had om te komen. Betaling heeft niet plaatsgevonden.
Verdachte woont op het adres [adres] te [woonplaats] .
Verdachte wordt ook [bijnaam] genoemd.
De partner van verdachte is [A] .
Zaak 4
[benadeelde 1] doet op 26 juni 2012 aangifte en verklaart het volgende.[benadeelde 1] heeft op 5 mei 2012 zijn Range Rover met kenteken [kenteken] te koop aangeboden op Marktplaats. Op 10 mei 2012 belt een man die zich voorstelt als [bijnaam] , wonende in [woonplaats] , en die aangeeft interesse te hebben in de auto. [benadeelde 1] rijdt met de auto naar het adres van [bijnaam] aan de [adres] te [woonplaats] . [bijnaam] koopt de auto en er wordt afgesproken dat de auto op 12 mei 2012 zal worden geleverd en betaald. Op 12 mei 2012 is [benadeelde 1] bij [bijnaam] thuis op het adres [adres] te [woonplaats] en vertelt [bijnaam] dat hij zijn bank een spoedopdracht heeft gegeven om het geld naar [benadeelde 1] over te boeken. Wanneer [benadeelde 1] ziet dat het geld niet is ontvangen, belt [bijnaam] met zijn bank en vertelt hij dat een spoedopdracht op zaterdag iets langer kan duren. De auto is op 12 mei 2012 overgeschreven. Op 14 mei 2012 vertelt [bijnaam] dat het verkeerd was gegaan bij de bank en dat hij de betaling zal regelen via zijn spaarrekening. Op 21 mei 2012 vertelt hij dat zijn ouders het geld zullen voorschieten en dat hij het de volgende dag zal komen brengen. Op 4 juni 2012 vertelt [bijnaam] dat zijn vrouw een miskraam heeft gehad; hoewel zijn hoofd er niet naar staat zal hij de betaling regelen. Op 13 juni 2012 meldt [bijnaam] dat bij hem acute leukemie is geconstateerd, dat hij chemo therapie krijgt in het AMC en dat hij totaal van slag is en geen tijd heeft om het geld over te maken. Na zes weken heeft nog geen betaling plaatsgevonden.
Verdachte woont op het adres [adres] te [woonplaats] .
Zaak 6
[aangever 3] , eigenaar van autobandenbedrijf [autobandenbedrijf] te [vestigingsplaats] , doet op 20 februari 2013 aangifte en verklaart het volgende.[aangever 3] verkoopt via internet een set autobanden en spreekt met de koper af dat deze de velgen op 9 februari 2013 zal ophalen. De koper noemt zich [bijnaam] en verschijnt met een zwarte Mini Cooper met kenteken [kenteken] . Hij zegt dat hij de velgen die hij onder zijn auto had liggen wil inruilen en afgesproken wordt dat hij na inruil nog 350 euro dient bij te betalen. Na verwisseling van de velgen is [bijnaam] weggereden om bij de bank te gaan pinnen. Een kwartier later belt hij met de mededeling dat hij niet kan pinnen, waarop hem wordt meegedeeld dat hij de betaling per bank kan overmaken. [aangever 3] ontvangt een deel van het verschuldigde bedrag op zijn rekening, welk bedrag is overgemaakt van een bankrekening met nummer [rekeningnummer] ten name van L.E. [buurvrouw] met als omschrijving “spoedbetaling Mini Cooper wielen”. [bijnaam] heeft telefonisch meegedeeld het resterende bedrag te zullen overmaken van een rekening bij de Rabobank. Nadien is met [bijnaam] afgesproken dat hij de betaling contant zou afgeven bij de schoonzus van aangever. Betaling van het resterende bedrag heeft niet plaatsgevonden.
De zwarte Mini met kenteken [kenteken] staat op naam van [verdachte] , geboren op [1971] te [geboorteplaats] , wonende aan de [adres] te [woonplaats] .
Getuige L.E. [buurvrouw] , wonende aan de [adres] te [woonplaats] , verklaartdat zij begin 2013 samen met haar buurman [verdachte] in zijn zwarte Mini naar een autobandenbedrijf in Limburg is gereden en dat daar de banden van de Mini zijn verwisseld. Na het verwisselen van de banden zijn zij teruggereden naar [woonplaats] zonder onderweg te stoppen. Op verzoek van [bijnaam] heeft zij vanaf haar bankrekening met nummer [rekeningnummer] geld overgemaakt naar het autobandenbedrijf.
Verdachte wordt ook [bijnaam] genoemd.
Verdachte verklaart op vragen over de aangifte door autobandenbedrijf [autobandenbedrijf] dat hij oude banden met velgen heeft ingeleverd en andere oude banden met velgen onder zijn auto heeft gekregen.
Zaak 9
Op 19 mei 2014 doet [aangever 4] , eigenaar van wijnwinkel [wijnwinkel] te [woonplaats] , aangifte en verklaart het volgende.Op 2 november 2013 komt een man in de winkel die zichzelf voorstelt als [bijnaam] . [bijnaam] zoekt meerdere flessen wijn uit en neemt deze mee in een zwarte Mini Cooper. Afgesproken is dat als [bijnaam] flessen overhoudt, hij deze kan terugbrengen. Na retournering van een aantal flessen is op 6 november 2013 de rekening opgemaakt en gemaild naar het door [bijnaam] opgegeven mailadres [e-mail] @xs4all.nl. Een kwartier later mailt [bijnaam] dat hij het bedrag zal overmaken. Binnen een week komt [bijnaam] in de winkel en deelt hij mee dat zijn opa de rekening zal voldoen. Ongeveer een week later komt hij opnieuw in de winkel en meldt dat er iets fout is gegaan bij de bank. Nadien meldt [bijnaam] meermalen (telefonisch en per mail) dat bij hem kanker is geconstateerd en dat hij onder behandeling staat bij het AMC en erg veel naar het ziekenhuis moet voor behandeling van zijn ziekte. Nadien worden per mail aanmaningen verzonden waarop niet wordt gereageerd. Een stagiaire van de wijnwinkel slaat aan op het verhaal en wanneer zij aangever twee foto’s toont van [verdachte] , herkent [aangever 4] deze man als [bijnaam] . Betaling heeft niet plaatsgevonden.
Het mailadres [e-mail] @xs4all.nl is een oud e-mailadres van verdachte.
Op 6 november 2013 om 10.52 uur wordt vanaf het mailadres [e-mail] [mailto: [e-mail] @xs4all] een mail verstuurd naar [aangever 4] met de volgende inhoud:
“
Hi [aangever 4] ,
Super geslaagd factuur is niet nodig bedrag wordt per ommegaande overgemaakt.
Dank en tot snel!
Groeten,
[bijnaam]”
Verdachte verklaartdat hij bij Wijnwinkel [wijnwinkel] op rekening heeft gekocht en dat hij zich daar heeft voorgesteld als [bijnaam] of [bijnaam] . Hij denkt dat ze hem in de wijnwinkel zien als kleinzoon van zijn overbuurman de heer [bijnaam] die hij ook wel opa [bijnaam] noemt. “
Feit is dat ik dat bedrag schuldig ben aan de wijnwinkel… .”
Zaak 10
[aangever 5] , eigenaar van sushibedrijf [sushibedrijf] te [vestigingsplaats] , doet op 11 juni 2014 aangifte en verklaart het volgende.Op 30 april of op 1 mei 2014 belde een man die zich voorstelde als [bijnaam] van de [naam] winkels en plaatst een sushi-bestelling ter waarde van € 543,50 euro. Op 3 mei 2014 komt een man in de winkel die zich voorstelde als de zoon van de heer [bijnaam] . De man vraagt of hij de bestelling de volgende dag, 4 mei 2014, kon betalen omdat dit beter uitkwam omdat via een bedrijfsrekening betaald zou worden. De bestelling wordt door [aangever 5] in de auto van de man geplaatst, een donkere Mini, wellicht zwart van kleur. Op 24 mei 2014 belt [aangever 5] naar telefoonnummer [telefoonnummer] , zijnde het nummer waarop [bijnaam] hem had gebeld. [aangever 5] herkent de stem van de man die de bestelling geplaatst had. De man bevestigt dat hij [bijnaam] is en zegt dat hij de factuur nog heeft en het direct zal regelen. [aangever 5] probeert [bijnaam] nog meermalen te bellen, maar kan hem niet bereiken. Er heeft geen betaling plaatsgevonden.
[aangever 5] is op 30 juni 2014 in [woonplaats] en ziet daar de man die hij herkent als degene die de sushi-bestelling bij hem heeft opgehaald. Hij volgt de man naar zijn auto, een matzwarte Mini met kenteken [kenteken] . Hij is de auto gevolgd naar de [adres] te [woonplaats] , op welk adres de man naar binnen is gegaan.
Verdachte woont op het adres [adres] te [woonplaats] .
De zwarte Mini One met kenteken [kenteken] staat op naam van [verdachte] , geboren op [1971] te [geboorteplaats] , wonende aan de [adres] te [woonplaats] .
Het telefoonnummer [telefoonnummer] staat op naam van een bedrijf aan de [adres] te [woonplaats] .
Zaak 11
[aangever 6] , marktverkoper van kleding en schoenen, doet op 10 juli 2014 aangifte en verklaart het volgende.Op 12 juni 2014 komt een vaste klant, [bijnaam] , samen met zijn vrouw naar de marktkraam. De vrouw van [bijnaam] heeft kleding uitgekozen. [bijnaam] zei dat hij zijn bankpas niet bij zich had en vroeg of hij het geld kon overmaken middels een telefonische overboeking. [bijnaam] toetste de gegevens in op zijn telefoon en toonde zijn telefoon aan [aangever 6] . [aangever 6] ziet op de telefoon dat de betaalopdracht is verwerkt ten gunste van zijn ING-rekening en dat de betaling afkomstig was van rekeningnummer [rekeningnummer] , welk nummer hij kende van eerdere betalingen door [bijnaam] . Enkele dagen later was het bedrag niet bijgeschreven. Op 16 juni 2014 stuurt [aangever 6] een berichtje naar het hem bekende nummer van [bijnaam] , te weten [telefoonnummer] , maar hij krijgt geen reactie. Op internet vindt [aangever 6] dat de echte naam van [bijnaam] [verdachte] is. Op 10 juli 2014 belt hij [verdachte] die hem meedeelt dat hij met zijn vrouw [A] zal bespreken hoe het mogelijk is dat het geld nog niet is overgemaakt en dat hij zal terugbellen. [aangever 6] heeft niets meer van [verdachte] vernomen.
Het telefoonnummer [telefoonnummer] is door [verdachte] opgegeven als contact informatie bij de politie.
Zaak 14
[aangever 7] is als fokker van labradoodles onder de naam [naam] gevestigd te [vestigingsplaats] . Op 9 september 2014 doet zij aangifte en verklaart het volgende.Op 30 augustus 2014 heeft [aangever 7] een afspraak met ene heer [bijnaam] die naar een pup komt kijken. Het telefoonnummer van [bijnaam] is [telefoonnummer] . [bijnaam] had geen contant geld maar kon de betaling voor de pup ter plekke overmaken naar [aangever 7] . Hij deed iets op zijn telefoon en vertelde dat een bewijs van overmaking naar het mailadres van [aangever 7] , [e-mail] @hotmail.nl, was verzonden. [aangever 7] heeft een e-mail ontvangen van de Triodosbank waarin stond dat een opdracht was verzonden om van rekening [rekeningnummer] € 750,-- over te maken naar de rekening van [aangever 7] . Zij heeft toen de pup meegegeven. Op 3 september 2014 was het geld nog niet ontvangen. Nadat zij telefonisch contact had opgenomen met [bijnaam] zei [bijnaam] dat er bij de bank iets verkeerd was gegaan. In volgende telefoongesprekken heeft [bijnaam] toegezegd dat het geld zou worden overgemaakt, dat een koerier het geld zou brengen of dat een compagnon dit zou doen, maar er is niet betaald.
Het telefoonnummer [telefoonnummer] is door [verdachte] opgegeven als contact informatie bij de politie.
Verdachte verklaartdat een betaling is gedaan middels internetbankieren op zijn telefoon en dat daarvan een screenshot naar de verkoopster is gemaild maar dat achteraf bleek dat er niet voldoende saldo op de rekening meer stond om het bedrag van € 750,-- af te schrijven. Op de vraag waarom hij de naam [bijnaam] heeft opgegeven, antwoordt hij dat hij zijn naam niet bekend wilde hebben bij de hondenfokker.
In het dossier bevindt zich een print van een screenshot, houdende een bevestiging van verzending van een opdracht tot betaling van € 750,-- van internet betaalrekening [rekeningnummer] naar de begunstigde rekening [rekeningnummer] .
Rekening [rekeningnummer] betreft een rekening bij de Triodos-bank, welke rekening door verdachte in 2013 is gebruikt onder de naam [bijnaam] .
Bewijsoverwegingen
Op grond van voornoemde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang beschouwd, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in de periode van 21 mei 2012 tot en met 9 september 2014 te Bussum , Naarden , Velden, Laren en Nieuw Vennep schuldig heeft gemaakt aan flessentrekkerij. Verdachte heeft in voornoemde periode telkens soortgelijke handelingen verricht, te weten het kopen en afnemen van goederen zonder te betalen. Hij heeft daarbij gebruik gemaakt van (wisselende) valse namen en jegens de verkopers doen voorkomen dat de betaling van de goederen reeds had plaatsgevonden of op korte termijn zou plaatsvinden, welke toezegging niet werd nagekomen. Wanneer de verkopers nadien contact met hem opnamen was hij niet bereikbaar of hield hij hen aan het lijntje met (opnieuw) een toezegging omtrent de betaling, de mededeling dat bij de bank iets mis was gegaan en/of dat hij de betaling zou regelen, dan wel met een mededeling over zijn slechte gezondheid, kennelijk bedoeld om medelijden op te wekken of als verzachtende omstandigheid voor het niet betalen. Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit het voorgaande niet alleen het oogmerk om zonder volledige betaling zich de beschikking over de goederen te verzekeren maar ook dat verdachte hiervan een gewoonte heeft gemaakt. Hieraan doet het feit dat in sommige zaken verdachte een deel van de koopsom uiteindelijk heeft betaald dan wel bepaalde goederen civielrechtelijk terug zijn gegaan naar de eigenaar niet af. Het voorgaande neemt immers het wederrechtelijke en strafbare karakter van de bewezenverklaarde oplichtingshandelingen niet weg (vgl. ECLI:NL:HR:2016:2892, r.o.. 2.2.1 t/m 2.5.) De rechtbank acht in de zaken 1, 3, 6, 11 en 14 niet wettig en overtuigend bewezen dat sprake is geweest van een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en zijn partner [A] (zaken 1, 3, 11 en 14) althans zijn buurvrouw [buurvrouw] (zaak 6) gericht op de flessentrekkerij, zodat van het ten laste gelegde medeplegen zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
[aangever 8] doet namens [autobedrijf] te [vestigingsplaats] aangifte en verklaart het volgende.Op 15 februari 2013 belt een persoon met het [autobedrijf] . De man noemt zich [bijnaam] en vertelt dat het [autobedrijf] hem is aanbevolen door een kennis van hem, [naam] , die tevens leverancier zou zijn van het [autobedrijf] . De man vertelt dat hij in het bezit is van een Mini Cooper en dat de stuurbekrachtiging niet in orde is. Met de man is een afspraak gemaakt voor de volgende dag. Dezelfde middag belt [bijnaam] en meldt hij dat hij een bedrag van 500 euro zal overmaken naar het [autobedrijf] . Op 16 februari 2013 komt [bijnaam] met een Mini Cooper naar de garage en wordt de reparatie uitgevoerd. Tijdens een gesprek met aangever vertelt [bijnaam] dat hij piloot is bij de KLM. Aangever vertelt dat een klant van het [autobedrijf] op de verkeerstoren op Schiphol werkt en [bijnaam] geeft aan die persoon ook te kennen. [bijnaam] noteert zijn adres op de werkbon: [adres] te [woonplaats] . Het kenteken van de Mini is [kenteken] . Nadat aan [bijnaam] is verteld dat het geld dat hij zou overmaken nog niet op de rekening stond, vertelt hij dat het zeker was overgemaakt en dat het misschien wat vertraging had opgelopen. [bijnaam] wilde een vervolgafspraak maken voor een uitgebreide reparatie en voor onderhoud en intussen zou de betaling dan wel voldaan zijn. Aangezien het vertrouwen er was, is een nieuwe afspraak gemaakt en heeft [bijnaam] de auto meegekregen. Betaling heeft niet plaatsgevonden.
De auto met kenteken [kenteken] staat op naam van [verdachte] , geboren op [1971] te [vestigingsplaats] , wonende aan de [adres] te [woonplaats] .
Verdachte verklaartop 23 april 2013 dat hij zijn auto, een Mini Cooper met kenteken [kenteken] , ter reparatie heeft aangeboden bij autobedrijf [autobedrijf] . Hij heeft de rekening niet betaald, ook geen gedeelte, omdat de reparatie niet goed zou zijn verricht.
Bewijsoverwegingen
De rechtbank ziet geen reden te twijfelen aan de juistheid van de verklaring van aangever. Deze verklaring is consistent en wordt ondersteund door de overige zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen, waaronder de verklaring van verdachte dat hij zijn auto ter reparatie heeft aangeboden bij het autobedrijf van [autobedrijf] en dat hij niet heeft betaald. Bovendien komt de in de aangifte omschreven modus operandi van verdachte overeen met de modus operandi in de onder feit 1 omschreven zaken.
Op grond van voornoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 2 primair ten laste gelegde oplichting van [autobedrijf] te [vestigingsplaats] . Verdachte heeft een onjuiste voorstelling van zaken in het leven geroepen teneinde daarvan misbruik te maken. Er is sprake geweest van meer dan een enkele leugenachtige mededeling van de zijde van verdachte. Immers heeft hij zich niet alleen bediend van een valse naam, te weten [bijnaam] , en een valse hoedanigheid, namelijk dat hij als piloot zou werken bij de KLM, maar heeft hij bovendien in strijd met de waarheid gezegd dat een betaling had verricht en heeft hij vertrouwen weten te wekken door het benoemen van wederzijdse kennissen en het maken van een vervolgafspraak.
Bewijsmiddelen
[benadeelde 3] , wonende te [woonplaats] , verklaartdat zij zich in mei 2013 heeft ingeschreven op de datingsite Parship en via deze site [bijnaam] heeft leren kennen. Deze man heeft zich voorgesteld als piloot bij de KLM. [bijnaam] begon al snel over de scheiding waarin hij verwikkeld was en vertelde dat zijn ex-partner beslag had laten leggen op zijn bezittingen en bankrekening, waardoor hij niet in staat was rekeningen te betalen. [benadeelde 3] was verliefd en geloofde zijn verhalen. Zij heeft diverse rekeningen voor [bijnaam] betaald. Dit waren rekeningen die iedereen ontvangt in een huishouden en opvallend veel rekeningen van het CJIB. Het meeste geld is door haar overgemaakt naar een KLM IPB rekening met nummer [rekeningnummer] . [benadeelde 3] heeft meerdere keren geld naar [bijnaam] overgemaakt toen hij in het buitenland verbleef en hij had verteld dat hij zijn pas was vergeten om overboekingen te kunnen doen. Daarnaast was [benadeelde 3] in het bezit van een Suzuki Liana en heeft zij deze auto aan [bijnaam] meegegeven omdat zij de auto wilde verkopen. [bijnaam] heeft dit voor haar geregeld maar zij heeft geen idee waar de auto is verkocht of aan wie en zij heeft nooit geld of een vrijwaring gezien. Op internet heeft zij foto’s gezien van een bruiloft en daarop herkende zij de man die zich had uitgegeven als [bijnaam] uit [woonplaats] . Zij weet nu dat het gaat om [verdachte] .
[getuige 2] , de moeder van [benadeelde 3] , wonende te [woonplaats] , verklaartdat haar dochter een relatie heeft gehad met een man die zich voordeed als piloot bij de KLM en de naam [bijnaam] gebruikte. De man had verteld dat hij diverse woningen bezat, waaronder een appartement in Amstelveen en een woning in de Vondelstraat in Amsterdam. Ten gevolge van schulden die zijn ex-vrouw had gemaakt was beslag gelegd op zijn rekening. Toen [bijnaam] vanwege een sterfgeval bij zijn familie in Portugal verbleef en vergeten was zijn bankpas mee te nemen, heeft [getuige 2] op zijn verzoek op 25 en 31 juli 2013 geldbedragen overgemaakt naar een KLM IPB-rekening met nummer [rekeningnummer] voor het kopen van een ticket. Op 31 juli 2013 kwam [bijnaam] thuis en vertelde hij dat beslag was gelegd op al zijn tegoeden en dat hij nergens meer bij kon, geen geld had en bang was zijn baan te verliezen. Op zijn verzoek heeft [getuige 2] vanaf haar bankrekening met nummer [rekeningnummer] diverse rekeningen en boetes betaald voor [bijnaam] . Hij had [getuige 2] gevraagd dit voor hem te betalen omdat hij een relatie wilde opbouwen met haar dochter. [bijnaam] zou deze bedragen aan [getuige 2] terugbetalen.
Een bij het proces-verbaal van verhoor van aangeefster [getuige 2] als bijlage gevoegde foto van [bijnaam], welke foto is genomen in de huiskamer van [getuige 2] . De persoon op de foto wordt [interieurzaak] verbalisant [verbalisant] met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid herkend als de hem ambtshalve bekende [verdachte] , geboren op [1971] .
Geschriften, te weten rekeningoverzichten van de privérekening van [getuige 2] bij de ABN-AMRO-bank met rekeningnummer [rekeningnummer] , met daarop onder meer overboekingen:
- naar rekeningnummer [rekeningnummer] ‘KLM IPB’ op 25 juli 2013;
- naar rekening [rekeningnummer] ‘KLM IPB’ op 31 juli 2013.
Rekening [rekeningnummer] betreft een rekening bij de Triodos-bank, welke rekening door verdachte is gebruikt onder de naam [bijnaam] .
De Suzuki Liana met kenteken [kenteken] stond tot en met 27 augustus 2013 op naam van [benadeelde 3] en vanaf 27 augustus 2013 op naam van Ideaal Auto’s.
Bewijsoverwegingen
Op grond van voornoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 3 primair ten laste gelegde oplichting van [benadeelde 3] en [getuige 2] . Verdachte heeft een onjuiste voorstelling van zaken in het leven geroepen teneinde daarvan misbruik te maken. Er is sprake geweest van meer dan een enkele leugenachtige mededeling van de zijde van verdachte. Hij heeft niet alleen een valse naam aangenomen, te weten [bijnaam] , en een valse hoedanigheid, namelijk dat hij piloot zou zijn bij de KLM, maar ook heeft hij in strijd met de waarheid voorgedaan dat hij meerdere woningen zou bezitten en als gevolg van beslaglegging door zijn ex-vrouw in het kader van een echtscheiding in financiële nood zou verkeren. Bovendien heeft hij doen voorkomen een relatie te willen opbouwen met [benadeelde 3] . Deze aan verdachte toe te rekenen omstandigheden hebben geleid tot misleiding van [benadeelde 3] en [getuige 2] en heeft hen bewogen tot afgifte van geldbedragen en een auto en tot betaling van rekeningen en schulden van verdachte.
Bewijsmiddelen
Een geschrift, te weten een factuurvan [hoveniersbedrijf] , factuurdatum 30 december 2013, factuurnummer 2014170, gericht aan Fam [familie] , [adres] , [woonplaats] .
De factuur betreft:
- de levering van 1 tuinbank, 24 beplantingspotten en 144 stuks potgrond;
- 16 uur arbeidsloon en
- 24 stuks Fargesia Robusta 250/cm.
De factuur bedraagt totaal € 7.873,46 inclusief BTW.
[getuige 3] verklaartdat hij op 20 juni 2014 als hovenier werkzaam was in [woonplaats] en aangesproken werd door een man die zich voorstelde als [bijnaam] . [bijnaam] vertelde dat voor een bedrag van 8.000 euro aan planten, potten en een tuinbank gestolen was uit zijn tuin en hij vroeg [getuige 3] een offerte/factuur van de gestolen goederen op te maken. [bijnaam] heeft per mail een zeer complete opgave gedaan van de gestolen goederen, compleet met merk, soort, type en prijs. In de mail stond dat [getuige 3] exact deze opgave moest overnemen in zijn factuur. [getuige 3] heeft een factuur opgemaakt met daarop zijn bedrijfsgegevens en logo. [bijnaam] heeft de factuur op 23 juni 2014 in Scherpenzeel opgehaald.
Een geschrift, te weten een ‘Aanvraag Combipolis Particulieren’, referentienummer PA2442045/24011, verzenddatum 5 december 2013, aangevraagd door en verzonden naar dhr. [bijnaam] , geboren [1971] , [adres] , [woonplaats] .
In de aanvraag is als emailadres van aanvrager opgenomen: [e-mail] @xs4all.nl
Een geschrift, te weten een ‘Schade-aangifteformulier Algemeen’van YouSure te Ridderkerk, ondertekend op 19 juni 2014 te [woonplaats] . De schade-aangifte betreft verzekeringnemer: Familie [familie] , [adres] , [woonplaats] . Als oorzaak van de schade is omschreven ‘Diefstal tuinplanten en potten en tuinbank’ met aankoopdatum 20 december 2013.
[aangever 9] , manager audit en fraudebeheersing bij N.V. Noordhollandsche van 1816 Schadeverzekeringsmaatschappij, doet op 11 augustus 2014 aangifte en verklaart het volgende.De aangifte richt zich tegen de verzekerde dhr. [bijnaam] , [adres] , [woonplaats] , geboortedatum [1970] . Op 25 juni 2014 heeft Noordhollandsche van 1816 een schademelding ontvangen van tussenpersoon YouSure te Ridderkerk. De schademelding betreft een schade-aangifteformulier (algemeen), een factuur van de opgegeven weggenomen goederen en een aangifte. Op 7 juli 2014 is aan YouSure meegedeeld dat het bedrag van € 7.873,46 gestort zal worden op rekeningnummer [rekeningnummer] . Aangever denkt dat voornoemde verzekerde ter onderbouwing van de ingediende claim gebruik heeft gemaakt van een valselijk opgemaakte nota. De schade is overeenkomstig voornoemd bedrag.
Een geschrift, te weten een Internet Aangifte van diefstal uit een schuur/box/garage,proces-verbaalnummer PL14ZE-2014000899, gedateerd 7 januari 2014, van aangever [bijnaam] , woonadres [adres] , [woonplaats] , mailadres [e-mail] @xs4all.nl. De aangifte betreft diefstal uit een schuur behorend bij voornoemd woonadres tussen 2 januari 2014 19.00 uur en 3 januari 2014 07.30 uur. De beschrijving van het voorval luidt: “
’s Ochtends 3-1-14 aangekomen bij de schuur zagen wij dat de schuurdeur opengebroken was en direct al bleek dat onze goederen die bestemd waren voor de keuken die nieuw geplaatst zal worden op 21-1-2014.” In de aangifte is een omschrijving opgenomen van de goederen.
Een geschrift, te weten een Factuur van [bedrijf 1] .nl,nummer P0007919, met daarop als datum van de factuur en als leverdatum 27 december 2013, ten name van [bijnaam] , [adres] , [woonplaats] , met voornoemd adres als afleveradres.
Een geschrift, te weten een Expertiserapportvan [bedrijf 5] bv te [vestigingsplaats] d.d. 16 januari 2014, betreffende de schade als gevolg van diefstal met braak op het adres [adres] , [woonplaats] , schadedatum 03-01-2014. De verzekerde is de heer [bijnaam] , wonende op voornoemd adres. De verzekerde heeft verklaard dat in de schuur achter voornoemde woning dozen met apparatuur stonden, bestemd voor de keuken die op 20 januari 2014 geplaatst zou worden. Door [bedrijf 1] .nl was reeds een gedeelte van de keuken geleverd op 27 december 2013. De goederen die in de berging stonden opgeslagen zijn ontvreemd. Het schadebedrag bedraagt 10.991,00 euro.
[getuige 4] , eigenaar van [bedrijf 1] , heeft op 28 oktober 2014 verklaarddat met betrekking tot ordernummer P0007919 geen goederen zijn geleverd op het adres [adres] te [woonplaats] .
[aangever 9] , manager audit en fraudebeheersing bij N.V. Noordhollandsche van 1816 Schadeverzekeringsmaatschappij, doet op 27 oktober 2014 aangifte en verklaart het volgende.De aangifte richt zich tegen de verzekerde dhr. [bijnaam] , [adres] , [woonplaats] . De verzekerde had een claim ingediend waarbij door middel van braak onder andere keukenapparatuur uit zijn schuur was weggenomen. Daarvan was aangifte gedaan onder nummer PL14ZE-2014000899. Aangever denkt dat voornoemde verzekerde ter onderbouwing van de ingediende claim gebruik heeft gemaakt van onjuiste gegevens en verzekeringsfraude heeft gepleegd.
De betaling van de beide schadeclaims van 10.991 euro en 7.873,46 euro heeft plaatsgevonden op rekeningnummer [rekeningnummer] .
Verdachte woont op het adres [adres] te [woonplaats] .
Het mailadres [e-mail] @xs4all.nl is een oud e-mailadres van verdachte.
Rekening [rekeningnummer] betreft een rekening bij de Triodos-bank, welke rekening door verdachte is gebruikt onder de namen [bijnaam] en [bijnaam] .
Bewijsoverwegingen
Op grond van voornoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 4 en 5 ten laste gelegde feiten heeft gepleegd.
Bewijsmiddelen
[aangever 10] doet op 17 juni 2014 namens [bedrijf 2] te [vestigingsplaats] aangiftevan diefstal van buitenboordmotoren. De weggenomen motoren betreffen allemaal Mercury buitenboordmotoren, langstaart, 4 PK, 4 takt, zwart van kleur, bouwjaar tussen 2011 en 2008. Opvallend is dat bij alle motoren de binnentank eruit is gehaald; hierdoor zit een rond kapje bovenop de motor geschroefd. De registratienummers van de motoren zijn opgenomen in een bij de aangifte opgenomen ‘Bijlage goederen’.
Getuige [getuige 5] van [bedrijf 3] te [vestigingsplaats] verklaartdat hij op 7 juli 2014 een partij buitenboordmotoren, allemaal van het merk Mercury, type 4 PK langstaart, te koop kreeg aangeboden. De man die de motoren aanbood wilde 2.000 euro hebben voor negen motoren en heeft de motoren bij [getuige 5] gebracht, zodat [getuige 5] de motoren kon testen. [getuige 5] vertrouwde het niet omdat dit te weinig geld was voor die partij en hij heeft de politie gebeld. Hij heeft de verkoper laten weten dat hij de motoren niet wilde kopen en de verkoper heeft vervolgens de motoren weer opgehaald. De verkoper oogde heel zenuwachtig en wilde snel weer weg. Hij heeft de motoren zeer snel ingeladen en was er helemaal niet zuinig mee, hij gooide ze zo boven op elkaar.
Op 7 juli 2014 wordt verdachte aangehouden. In de laadruimte van de bestelauto waarin hij reed liggen negen buitenboordmotoren van het merk Mercury, type 4 PK langstaart. De bestuurder gaf op te zijn [verdachte] . Hij verklaart dat hij thuis in zijn schuur nog een motor van deze partij heeft liggen.
De serienummers van de tien onder verdachte inbeslaggenomen buitenboordmotoren zijn opgenomen in de ‘Afstandsverklaring inbeslaggenomen voorwerpen’ van 9 juli 2014.Deze registratienummers komen overeen met de registratienummers van de motoren zoals opgenomen in de bij de aangifte opgenomen ‘Bijlage goederen’.
Verdachte verklaart dat op 4 juli 2014 een zekere [naam] bij hem aan de deur kwam en een aantal buitenboordmotoren aanbood. Deze [naam] kende een zekere [naam] die een partij motoren had. Het ging om een partij van tien motoren voor een prijs van 2.000 euro. Verdachte had zich op internet op de hoogte gesteld van de verkoopprijzen van buitenboordmotoren.Op de vraag waarom hij op internet had gezocht naar prijzen van gebruikte buitenboordmotoren antwoordt hij “
Ik wilde kijken of het rendabel was natuurlijk. Hele afgetrapte dingetjes voor 300 a 350 euro en als ze heel mooi zijn voor 500 euro.”
Bewijsoverwegingen
Op grond van voornoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 6 ten laste gelegde feit heeft gepleegd. Gelet op de prijs van de buitenboordmotoren en de omstandigheden waaronder verdachte deze motoren heeft verkregen, had hij redelijkerwijs moeten vermoeden dat deze van misdrijf afkomstig waren.