ECLI:NL:RBMNE:2017:5057

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 oktober 2017
Publicatiedatum
9 oktober 2017
Zaaknummer
16/705959-16; 16/659940-17 (ter terechtzitting gevoegd) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor het downloaden en bezit van kinderporno en dierenporno

Op 10 oktober 2017 heeft de rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 55-jarige man uit Amsterdam, die zich schuldig had gemaakt aan het downloaden en in bezit hebben van kinderporno, evenals het bezit van dierenporno. De man werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 360 dagen, waarvan 301 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Daarnaast kreeg hij een taakstraf van 120 uur opgelegd. De rechtbank overwoog dat de kans op herhaling laag was, mede omdat de man gemotiveerd was om aan zijn problematiek te werken en onder behandeling was bij De Waag. De rechtbank hield rekening met vergelijkbare zaken en de positieve voortgang van de behandeling. Om herhaling te voorkomen, werd een groot deel van de straf voorwaardelijk opgelegd. De man werd ook verboden om te werken met kinderen en kwam onder reclasseringstoezicht. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, en dat het verwerven van kinderporno bijdraagt aan de instandhouding van de vraag naar dit soort materiaal. De rechtbank volgde het advies van de reclassering en legde bijzondere voorwaarden op, waaronder een meldplicht en een behandelverplichting.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/705959-16; 16/659940-17 (ter terechtzitting gevoegd) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 10 oktober 2017
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1962] te [geboorteplaats] (Verenigde Staten)
wonende te [woonplaats] , [adres]

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 3 juli 2017 en 26 september 2017.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. B.E.M. van der Ven en van hetgeen verdachte en mr. T. de Heer, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging onder parketnummer 16/705959-16 is op de terechtzitting van 26 september 2017 gewijzigd. De tenlastelegging en de wijziging van de tenlastelegging zijn als bijlagen aan dit vonnis gehecht, evenals de – ongewijzigde – tenlastelegging onder parketnummer 16/659940-17.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
parketnummer 16/705959-16
in de periode van 28 maart 2013 tot en met 27 maart 2017 in Wilnis/Nederland een gewoonte heeft gemaakt van het in het bezit hebben en/of verwerven en/of aanbieden en/of verspreiden van en/of zich toegang verschaffen tot kinderporno.
parketnummer 16/659940-17
in de periode van 30 oktober 2013 tot en met 16 maart 2017 in Wilnis/Nederland afbeeldingen van dierenpornografie in het bezit heeft gehad en/of heeft verspreid.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht ten aanzien van het onder parketnummer 16/705959-16 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen dat verdachte kinderporno heeft verworven, in zijn bezit heeft gehad, heeft aangeboden en verspreid en zich door middel van een geautomatiseerd netwerk daartoe toegang heeft verschaft.
Voorts acht de officier van justitie wettig en overtuigend bewezen dat verdachte ten aanzien van het onder parketnummer 16/659940-17 ten laste gelegde dierenporno in zijn bezit heeft gehad.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte kinderporno en dierenporno heeft gedownload en in zijn bezit heeft gehad.
Ten aanzien van de ten laste gelegde periode heeft de raadsman gesteld dat op basis van het dossier niet bewezen kan worden dat verdachte vanaf 2013 kinder- en dierenporno in zijn bezit heeft gehad. Daaruit volgt immers niet of de aan de bestandsnaam gekoppelde specificatie “date created” de datum is waarop de betreffende video/afbeelding is gemaakt of dat dat de datum is waarop dat bestand is opgeslagen door verdachte. Daarnaast bedraagt het totale aantal afbeeldingen geen 4260, maar ongeveer 2500. Op het totale aantal afbeeldingen dienen in mindering te worden gebracht: de duplicaten op de harde schijf die gelijk zijn aan de afbeeldingen op de laptop, de afbeeldingen die automatisch en buiten de wil van verdachte zijn opgeslagen in de map “temporary internet files” en bestanden in de “prullenbak” die niet toegankelijk zijn zonder speciale software.
De raadsman heeft bepleit dat op basis van het dossier niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte kinderporno heeft verspreid en tentoongesteld. Verdachte dient vrijgesproken te worden van deze onderdelen van de tenlastelegging.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Partiële vrijspraak parketnummer 16/705959-16
Verspreiden kinderporno
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte kinderporno heeft verspreid. Hoewel uit onderzoek aan de laptop van verdachte volgt dat op 4 maart 2016 via de daarop geïnstalleerde Skype-account “ [skype-account] ” een als kinderpornografisch beoordeeld bestand is verzonden naar “ [naam] ”, is het betreffende bestand niet opgenomen in de tenlastelegging. De rechtbank zal verdachte derhalve vrijspreken van dit onderdeel van de tenlastelegging.
Aanbieden kinderporno
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte kinderporno heeft aangeboden. Het dossier bevat daartoe onvoldoende aanknopingspunten.
Peer to peer-programma’s (P2P) als ‘Frostwire’ bieden weliswaar de mogelijkheid voor het aanbieden van kinderporno, maar niet is gebleken dat verdachte daartoe actieve handelingen heeft ondernomen. De rechtbank acht het enkele automatisch toegankelijk stellen van kinderpornografisch materiaal via een zogeheten
shared driveonvoldoende om te komen tot een bewezenverklaring van het aanbieden van kinderporno, nu het dossier onvoldoende aanknopingspunten biedt voor de conclusie dat dit een actieve keuze is geweest van de verdachte. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van dit onderdeel van de tenlastelegging.
USB-Stick (KVI goednummer 1933133)
Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het tenlastegelegde voor zover dat ziet op deze USB stick, nu het daarop aangetroffen verwijderde bestand zonder daarvoor bestemde software door de verdachte niet meer eenvoudig te benaderen was.
Partiële vrijspraak parketnummer 16/659940-17
Verspreiden dierenporno
Met de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden bewezen dat verdachte dierenporno heeft verspreid. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen [1]
Aangezien verdachte het onder de parketnummers 16/705959-16 en 16/659940-17 ten laste gelegde voor het overige heeft bekend en de verdediging geen vrijspraak voor deze feiten heeft bepleit, volstaat de rechtbank, onder deze omstandigheden, met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 26 september 2017;
  • het proces-verbaal ‘beschrijving kinderpornografisch materiaal’, met bijlagen (waaronder de ‘stukken van overtuiging’), pagina 131 e.v.
Bewijsoverwegingen
Periode
De rechtbank acht de gehele ten laste gelegde periode, te weten van 28 maart 2013 tot en met 27 maart 2017, wettig en overtuigend bewezen. Voor dat oordeel is het volgende redengevend. In de aan het proces-verbaal ‘beschrijving kinderpornografisch materiaal’ gehechte bijlagen ‘stukken van overtuiging’ wordt niet alleen het tijdstip vermeld waarop de betreffende bestanden zijn gecreëerd (
File created date), maar ook het tijdstip waarop verdachte zich voor het laatst toegang tot de betreffende bestanden heeft verschaft (
File last accessed date). Deze tijdstippen zijn in een aantal gevallen aan elkaar gelijk (onder meer in het geval van foto 1, 5 en 6) en wijken in aantal gevallen van elkaar af (in het geval van foto 10 en 15). Naar het oordeel van de rechtbank sluit het samenvallen van die tijdstippen de mogelijkheid uit dat met de term
File created dateeen ander moment is bedoeld dan het tijdstip waarop verdachte de betreffende bestanden heeft opgeslagen. Zodoende kan worden bewezenverklaard dat verdachte in de periode vanaf 28 maart 2013 (vgl. foto 15) tot en met 27 maart 2017, de dag waarop de gegevensdragers van de verdachte in beslag genomen zijn door de politie, kinderpornografische bestanden heeft verworven, in zijn bezit heeft gehad en zich daartoe de toegang heeft verschaft.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
parketnummer 16/705959-16
op tijdstippen in de periode van 28 maart 2013 tot en met 27 maart 2017 te Wilnis, meermalen telkens afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s en/of films en/of gegevensdrager bevattende afbeeldingen, te weten een laptop (KVI goednummer 1933114) en een harddisk extern (KVI goednummer 1933119) en een USB-stick (KW goednummer 1933131), van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verworven, in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis en/of (een) voorwerp(en) oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (fotonummer 1, 15, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 op pagina 148, 149, 150 en 155 van het proces-verbaal) en
het met de penis en/of (een) vinger(s) oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (fotonummer 8 en 9 op pagina 151 van het proces-verbaal) en
het bij zichzelf met een vinger(s) en/of voorwerp(en) vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (fotonummer 10, 11 en 12 op pagina 151 en 152 van het proces-verbaal) en
het met de mond/tong en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (fotonummer 13, 14, 15, 16 en 17 op pagina 153, 154, 155 en 156 van het proces-verbaal) en
het met (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (fotonummer 18, 6, 19 en 20 op pagina 156, 150 en 157 van het proces-verbaal) en
het bij zichzelf met (een) vinger(s)/hand betasten en/of aanraken van de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (fotonummer 21 en 22 op pagina 157 en 158 van het proces-verbaal) en
het door een dier oraal penetreren van het lichaam van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (fotonummer 23 op pagina 158 van het proces-verbaal) en
het door een dier likken, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (fotonummer 24 op pagina 158 van het proces-verbaal) en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of met een voorwerp en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van en/of met sadomasochistische elementen in de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (fotonummer 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 33, 34 en 35 op pagina 159, 160, 161 en 162 van het proces-verbaal) en
het houden van een (stijve) penis (dicht) bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (fotonummer 15 en 36 op pagina l55 en 162 van het proces-verbaal);
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
parketnummer 16/659940-17
op tijdstippen in de periode van 30 oktober 2013 tot en met 16 maart 2017 te Wilnis, meermalen, telkens afbeeldingen, te weten foto's en/of video's en/of films en/of gegevensdrager bevattende afbeeldingen, te weten een laptop (KVI goednummer 1933114) en een harddisk extern (KVI goednummer 193319), van een ontuchtige handeling(en), waarbij een mens en een dier is/zijn betrokken of schijnbaar is/zijn betrokken,
in bezit gehad en welke ontuchtige handeling(en) - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en/of anaal penetreren van een persoon door een dier (fotonummer 1 en 3 op pagina 169 en 170 van het proces-verbaal) en
het anaal penetreren van een dier door een persoon (fotonummer 2 op pagina 169 van het proces-verbaal) en
het likken van een geslachtsdeel door een dier (fotonummer 1 op pagina 169 van het proces-verbaal).
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder parketnummers 16/705959-16 en 16/659940-17 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
parketnummer 16/705959-16
een afbeelding of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.
parketnummer 16/659940-17
een afbeelding of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een ontuchtige handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
Over verdachte zijn de volgende rapporten opgemaakt:
  • een rapport van 20 juli 2017, opgemaakt door I.F.F.M. Elzakkers, psychiater;
  • een rapport van 17 juli 2017, opgemaakt door M.G.H. van Willigenburg, klinisch psycholoog.
Uit de rapporten, opgemaakt door voornoemde psychiater en psycholoog, volgt onder meer dat bij verdachte geen sprake is van een ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens en dat dit ook zo was ten tijde van het ten laste gelegde. Er was daarom geen sprake van beïnvloeding op de gedragskeuzes en gedragingen van verdachte ten tijde van het ten laste gelegde. Geadviseerd wordt verdachte geheel toerekeningsvatbaar te achten.
De rechtbank is gelet op de conclusies van de deskundigen van oordeel dat het hiervoor bewezen verklaarde geheel aan verdachte kan worden toegerekend.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid geheel uitsluit.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 12 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met als bijzondere voorwaarden een verplicht reclasseringscontact, een ambulante behandeling bij De Waag en dat verdachte geen werk zal verrichten waarbij kinderen betrokken zijn en buiten zijn werk geen leiding zal geven aan kinderen.
De officier van justitie heeft voorts de dadelijke uitvoerbaarheid gevorderd.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit bij het bepalen van de strafmaat rekening te houden met de proceshouding van verdachte, het verlies van zijn baan en woning en de op handen zijnde scheiding met zijn vrouw. De verdediging heeft in dat verband verder nog opgemerkt dat verdachte inmiddels een nieuwe baan en woonruimte heeft gevonden en dat hij vrijwillig meewerkt aan behandeling bij De Waag. Deze positieve ontwikkelingen zullen teniet worden gedaan als verdachte opnieuw gedetineerd komt te zitten.
De verdediging heeft verzocht aan verdachte een gevangenisstraf op te leggen welke gelijk is aan de tijd die hij in voorarrest heeft gezeten, met daarnaast een (fors) voorwaardelijk deel eventueel aangevuld met een taakstraf. Verdachte is gemotiveerd zijn behandeling bij De Waag voort te zetten.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een deels voorwaardelijke vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder laten meewegen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het verwerven van en zich toegang verschaffen tot kinderporno en dat hij daar een gewoonte van heeft gemaakt. Hiermee heeft verdachte de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers in ernstige mate aangetast. Kinderporno is bijzonder ongewenst, met name omdat bij de vervaardiging ervan kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. Verdachte moet medeverantwoordelijk worden gehouden voor dit seksueel misbruik van kinderen, omdat hij, door kinderpornografisch materiaal te verwerven, heeft bijgedragen aan de instandhouding van de vraag ernaar. Verdachte heeft hierbij kennelijk niet stilgestaan en heeft zijn eigen behoeftebevrediging vooropgesteld. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het noodzakelijk om degenen aan te pakken die kinderporno vervaardigen, maar ook degenen die kinderporno bekijken. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van dierenpornografische afbeeldingen.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met het reclasseringsadvies van de Reclassering Nederland van 2 augustus 2017. A.C. Boom heeft ter terechtzitting het rapport en het advies van de reclassering toegelicht.
Verdachte heeft geprobeerd zijn gebrek aan seksueel contact in zijn huwelijk te compenseren door het downloaden van en het kijken naar (kinder)porno. Verdachte was zich ervan bewust dat hij hiermee grenzen overschreed. De consequenties van zijn aanhouding hebben tot gevolg gehad dat zijn vrouw van hem wil scheiden en dat hij is ontslagen als docent natuurkunde.
Het recidiverisico wordt ingeschat als laag. Verdachte is gemotiveerd om aan zijn problematiek te werken en erkent een fout gemaakt te hebben. In de toekomst kan verdachte opnieuw de neiging krijgen om spanning en stress te reguleren middels masturbatie en het kijken naar porno. Dit wordt gezien als risicofactor. Verdachte is inmiddels onder behandeling bij De Waag. Dit verloopt tot nu toe positief: verdachte zet zich in tijdens de therapie en staat open voor adviezen. Het gaat beter met verdachte nu hij hulp heeft en kan praten over de oorzaak van zijn (delict)gedrag en emoties. Om de kans op recidive nog meer terug te kunnen dringen is het van belang dat verdachte assertiever wordt en leert op te komen voor zijn eigen behoeftes.
De reclassering adviseert verdachte een gedeeltelijk voorwaardelijke straf op te leggen met daarbij als bijzondere voorwaarden een meldplicht en een ambulante behandelverplichting.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard verder te gaan met zijn begeleiding en behandeling bij De Waag.
M.G.H. van Willigenburg, psycholoog en I.F.F.M. Elzakkers, psychiater, hebben in hun rapporten aangegeven dat, gezien het ontbreken van een duidelijke stoornis en derhalve een relatie tussen een stoornis en het delict, er geen juridisch kader geadviseerd wordt.
De rechtbank acht, gelet op de ernst van de feiten, de duur van de bewezenverklaarde periode, het gegeven dat verdachte niet volledige openheid van zaken heeft willen geven en de inhoud van het reclasseringsadvies, begeleiding en behandeling binnen een juridisch kader niettemin wenselijk en noodzakelijk.
Bij de oplegging van een straf zoekt de rechtbank aansluiting bij de oriëntatiepunten van het LOVS. Deze oriëntatiepunten schrijven voor het van een gewoonte maken van het verwerven en in bezit hebben van kinderporno een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één jaar voor.
De rechtbank ziet in de persoonlijke omstandigheden van verdachte reden om daarvan af te wijken en acht het niet passend dat verdachte opnieuw gedetineerd komt te zitten. Een detentie is niet in het belang van de maatschappij, noch in het belang van de verdachte. Een dergelijke straf zou de lopende behandeling van verdachte doorkruisen en tot gevolg hebben dat verdachte zijn nieuwe baan en zijn nieuwe woning kwijt zal raken, hetgeen – naar het oordeel van de rechtbank – de kans op recidive zal verhogen.
Alles overwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf van 360 dagen passend en geboden. De rechtbank zal een deel daarvan, groot 301 dagen voorwaardelijk opleggen met een proeftijd van drie jaar. Het voorwaardelijk strafdeel dient voor verdachte als stok achter de deur om te voorkomen dat hij zich in de toekomst opnieuw schuldig zal maken aan het plegen van (soortgelijke) strafbare feiten en maakt voorts het opleggen van daaraan te koppelen voorwaarden van verplicht reclasseringscontact en een behandelverplichting mogelijk.
verbod begeleiden/leidinggeven aan en werken met kinderen
A.C. Boom heeft ter terechtzitting verklaard dat verdachte niet op alle punten openheid van zaken geeft en heeft gegeven. Ter terechtzitting is verdachte bevraagd over de aanwezigheid en het gebruik van het programma “Skype” en chatprogramma’s op zijn laptop. Verdachte heeft zich ten aanzien van deze vragen beroepen op zijn zwijgrecht. Voorts heeft verdachte ter terechtzitting aangegeven het werken in het onderwijs zijn roeping is.
Naar het oordeel van de rechtbank vormt het vorenstaande een verhoging van de kans op herhaling. De rechtbank zal daarom verdachte, zoals ook door de officier van justitie is gevorderd, ook als bijzondere voorwaarde opleggen dat verdachte geen werk zal verrichten waarbij kinderen betrokken zijn en buiten zijn werk geen leiding zal geven aan kinderen.
Daarnaast zal de rechtbank verdachte een taakstraf van 120 uren opleggen, te vervangen door 60 dagen hechtenis.
Door de officier van justitie is gevorderd de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren. De rechtbank volgt de officier van justitie hierin niet, nu het in bezit hebben van kinderporno niet kan worden gekwalificeerd als een feit dat gericht is tegen of een gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.

9.BESLAG

De officier van justitie heeft gevorderd van de onder verdachte in beslaggenomen voorwerpen, te weten:
  • een notebook,
  • een externe harddisk,
  • twee USB sticks,
te onttrekken aan het verkeer.
De raadsman heeft zich ten aanzien van de in beslag genomen voorwerpen geen standpunt ingenomen.
De rechtbank zal de voornoemde in beslag genomen voorwerpen onttrekken aan het verkeer.
Met behulp van deze voorwerpen zijn de onder de parketnummers 16/705959-16 en 16/659940-17 bewezen verklaarde feiten begaan.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 36b, 36c, 57, 240b en 254a van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder de parketnummers 16/705959-16 en 16/659940-17 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder de parketnummers 16/705959-16 en 16/659940-17 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder de parketnummers 16/705959-16 en 16/659940-17 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot:
- een gevangenisstraf van 360 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht (59 dagen), bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de
gevangenisstraf een gedeelte van 301 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 3 jaren vast;
- stelt als algemene voorwaarden dat de verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat de verdachte:
* de verdachte moet zich gedurende zijn proeftijd houden aan de voorschriften en aanwijzingen hem gegeven door of namens de Reclassering Nederland, Wibautstraat 12, 1091 GM Amsterdam, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde;
* de verdachte zich zal blijven melden bij de reclassering zo vaak als die reclasseringsinstelling dat nodig acht;
* zal blijven meewerken aan nadere diagnostiek door en een behandeling bij De Waag of een soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering en zolang de reclassering dat nodig acht, waarbij de verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen hem gegeven door of namens die instelling/behandelaar;
* gedurende zijn proeftijd geen werkzaamheden zal verrichten waarbij kinderen betrokken zijn of waarbij hij met kinderen in aanraking komt en – buiten zijn werk om – geen leiding zal geven aan kinderen.
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- een taakstraf van 120 uren;
- beveelt dat voor het geval de verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 60 dagen hechtenis;
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
  • een notebook, merk Pavillion, kleur zwart, KVI goednummer 1933114;
  • een externe harde schijf, merk Western Digital, KVI goednummer 1933119;
  • een USB stick, merk Kingston Data Traveller, KVI goednummer 1933119;
  • een USB stick, merk Kingston Data Traveller, KVI goednummer 1933133.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W.B. Snijders Blok, voorzitter,
mrs. L.E. Verschoor-Bergsma en C.M.A.T. van der Geest, in tegenwoordigheid van G. van Engelenburg, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 10 oktober 2017.
Bijlage I: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
parketnummer 16/705959-16
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2016 tot en met 27 maart 2017 te Wilnis, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal telkens afbeeldingen en/of gegevensdragers bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verspreid en/of aangeboden, openlijk tentoongesteld, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd, verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 240b lid 2 Wetboek van Strafrecht
parketnummer 16/659940-17
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 30 oktober 2013 tot en met 16 maart 2017 te Wilnis, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal telkens afbeeldingen, te weten foto's en/of video's en/of films en/of gegevensdrager bevattende afbeeldingen te weten - te weten een laptop (KVI goednummer 1933114) en/of een harddisk extern (KVI goednummer 1933119) van een ontuchtige handeling(en), waarbij een mens en een dier is/zijn betrokken of schijnbaar is/zijn betrokken,
heeft verspreid en/of in bezit gehad en/of
welke ontuchtige handeling(en) - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en/of anaal penetreren van een persoon door een dier (fotonummer 3, 1 op pagina 169, 170 van het proces-verbaal)
en/of
het anaal penetreren van een dier door een persoon (fotonummer 2 op pagina 169 van het proces-verbaal)
en/of
het likken van een geslachtsdeel door een dier (fotonummer 1 op pagina 169 van het proces-verbaal)
(art. 254a lid 1 Wetboek van Strafrecht);
MEDEDELINGEN:
De officier van justitie deelt mede dat een toonmap met (een representatieve collectie van) de afbeeldingen is samengesteld, die ter voorkoming van strafbare feiten en verdere verspreiding, niet in het dossier is gevoegd en ook niet in afschrift zal worden verstrekt. De officier van justitie zal deze toonmap als stuk van overtuiging op de terechtzitting aanwezig hebben en aan de rechtbank overleggen. Voorafgaand aan de terechtzitting kan inzage in
genoemd materiaal verleend worden op afspraak met de officier van justitie.
art 254a lid 1 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 15 juni 2017, genummerd 2016105305, opgemaakt door politie Team Bestrijding Kinderporno en Sekstoerisme Midden-Nederland. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.