Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 1 maart 2017;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- het proces-verbaal van de comparitie van 7 juni 2017.
2.De beoordeling
6.422,00(2,0 punten × tarief € 3.211,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, gaat het om een vordering van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, aangeduid als [eiseres] B.V., tegen Ballast Nedam Ontwikkelingsmaatschappij B.V. De vordering betreft een schadevergoeding van € 8.202.475, die [eiseres] stelt te zijn ontstaan door een tekortkoming van Ballast Nedam in de nakoming van een vastgoedovereenkomst. De overeenkomst hield in dat Ballast Nedam zich verplichtte tot nabetaling indien de bestemming van bepaalde percelen grond zou worden gewijzigd van agrarisch naar woningbouw. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende concrete feiten zijn gesteld door [eiseres] om de vordering te onderbouwen. De rechtbank oordeelt dat [eiseres] niet heeft aangetoond dat Ballast Nedam tekortgeschoten is in haar verplichtingen, noch dat er een causaal verband bestaat tussen de gestelde tekortkoming en de schade. De vordering van [eiseres] wordt afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten. In reconventie heeft Ballast Nedam vorderingen ingesteld met betrekking tot gelegde beslagen en hypotheekrechten. De rechtbank heeft deze vorderingen toegewezen, onder andere door de opheffing van de beslagen en de verklaring dat de hypotheekrechten zijn tenietgegaan. De rechtbank heeft ook [eiseres] veroordeeld tot schadevergoeding aan Ballast Nedam wegens onrechtmatige beslagen. Het vonnis is uitgesproken op 11 oktober 2017.