2.13.In een e-mail van 24 september 2017 16.52 uur heeft mr. Boumanjal het volgende aan [A] geschreven:
“(…)
Refererend aan uw email van 22 september 2017, bericht ik u na overleg met client als volgt.
Voorop zij gesteld dat de koop officieel is aangezegd tegen 1 november 2017, welke datum rekeninghoudend met uw agenda en die van de notaris is aangepast naar 31 oktober 2017. De afname is dan ook in beginsel bepaald op 31 oktober aanstaande.
Gezien de vele procedures en de aangezegde ontruiming per 5 oktober aanstaande is thans de insteek afname per 3 oktober 2017 te bewerkstelligen, daarmee de officiële afnamedatum van 31 oktober 2017 in beginsel onverlet latend. De vervroeging van de afnamedatum is niet alleen ter voorkoming van de ontruiming, doch ook teneinde u niet langer dan nodig in onzekerheid te houden. Het een en ander is uiteraard afhankelijk van de financierder. Welnu, de financierder heeft aangegeven in beginsel akkoord te kunnen gaan met een afname per 3 oktober 2017. Dit is u ook kenbaar gemaakt. U heeft aangegeven akkoord te zijn met afname per 3 oktober aanstaande, doch stelt daarbij allerlei onredelijke voorwaarden, vide uw email van 22 september jl. Client twijfelt dan ook in hoeverre u oprecht bent in uw medewerking in deze. Hoe het ook zij: teneinde een impasse te voorkomen doen wij u het volgende (tegen)voorstel:
- afname per 3 oktober 2017 tegen een koopsom ad 1.700.000 EUR;
- betaling achterstallige huur. De achterstallige huur bedraagt 107.000 EUR, hiervan dienen de proceskosten terzake van de vorige faillissementsprocedure (zowel eerste aanleg als in hoger beroep) ad 3.410 EUR in mindering te worden gebracht, zodat een bedrag van 103.590 EUR resteert. In de bij uw factuur terzake van het vierde kwartaal huur vergezelde specificatie spreekt u over allerlei kosten, zoals boete voor late betaling van de huur, boete terzake van onderhuur en executiekosten. Client kan hierin kort zijn. Voor wat betreft de boete terzake van onderhuur ontbeert uw vordering een geldige titel. Client betwist dat er sprake is van onderhuur, als bedoeld in de door u aangehaalde bepalingen. De boete terzake van te laten betaling van de huur baseert u op bepalingen die geen onderdeel uitmaken van de huurovereenkomst. Nog daargelaten dat deze boete nimmer is aangezegd en u in de vorige faillissementsprocedure namens WDP heeft aangegeven dat u niets meer te vorderen heeft op cliënt. Derhalve ontbeert ook deze post een geldige titel.Met betrekking tot de executiekosten, meent client dat deze wel terecht zijn opgevoerd, zodat het totaalbedrag uitkomt op 105.500 EUR. Client stelt voor om het bedrag af te ronden naar een fixed bedrag, groot 107.000 EUR. Dit bedrag zal op de afnamedatum worden voldaan boven op de koopsom;
- het executiegeschil zal worden aangehouden tot 4 oktober 2017 en mocht de agenda dat niet toelaten tot een datum zo spoedig mogelijk na 4 oktober, waarbij de ontruimingsdatum in dat geval ook zal worden aangehouden tot een datum kort na de nieuwe datum van het executiegeschil;
- de behandeling van het faillissementsverzoek zal worden aangehouden tot de eerste dinsdag na 3 oktober, te weten 10 oktober;
- ingeval de afname op 3 oktober daadwerkelijk zal voltrekken dan zullen partijen de lopende procedures intrekken;
- ingeval de afname op 3 oktober geen doorgang zal hebben (als gezegd is alles in het werk gesteld om de datum van 31 oktober waarbij de financiering zonder meer is geregeld te vervroegen naar 3 oktober 2017) dan blijft de eerder aangezegde datum, 31 oktober 2017, staan. De te betalen bedrag zal dan worden vermeerderd met de huur over de maand oktober2017. Het executiegeschil en faillissementsprocedure zullen zoals hiervoor reeds uiteengezet worden hervat Tenzij het voorstel uiterlijk maandag aanstaande te 10.00 uur schriftelijk en integraal wordt aanvaard, komt dit voorstel te vervallen en kunnen hieraan geen rechten worden ontleend.
(…)”