AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Mishandeling met zwaar lichamelijk letsel en de gevolgen daarvan
Op 3 oktober 2017 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mishandeling van twee slachtoffers op 25 juni 2017 in Oudewater. De rechtbank heeft het vonnis gewezen na een terechtzitting op 19 september 2017, waar de officier van justitie, mr. M. Lousberg, en de verdediging, vertegenwoordigd door mr. N.A. de Kock, hun standpunten naar voren hebben gebracht. De tenlastelegging omvatte onder andere het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan slachtoffer 1, die als gevolg van de mishandeling gruis in het evenwichtsorgaan opliep, en het toebrengen van letsel aan slachtoffer 2. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging.
De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers en getuigen in overweging genomen, evenals de medische rapporten die de gevolgen van de mishandeling documenteerden. De rechtbank oordeelde dat het letsel van slachtoffer 1 niet als zwaar lichamelijk letsel kon worden gekwalificeerd, omdat er geen noodzaak was voor medisch ingrijpen. De verdachte werd vrijgesproken van de zware mishandeling, maar de rechtbank achtte de subsidiaire tenlastelegging van mishandeling met enig lichamelijk letsel bewezen. De rechtbank legde een gevangenisstraf van vier maanden op, rekening houdend met de ernst van de feiten en de gevolgen voor de slachtoffers.
Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan slachtoffer 1, die een bedrag van € 2.074,62 vorderde, inclusief materiële en immateriële schade. De rechtbank heeft deze vordering toegewezen, met inbegrip van wettelijke rente vanaf de datum van de mishandeling. De uitspraak benadrukt de ernst van de mishandeling en de impact op de slachtoffers, evenals de verantwoordelijkheid van de verdachte voor zijn daden.
Voetnoten
1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 26 juni 2017 (pv toetsing), doorgenummerd p. 1 t/m 52, het proces-verbaal van 29 juni 2017 (pv voorgeleiding), doorgenummerd p. 1 t/m 5, het proces-verbaal van 3 juli 2017 (pv raadkamer), doorgenummerd p. 1 t/m 21, het proces-verbaal van 6 juli 2017 (pv einddossier), doorgenummerd p. 22 t/m 41 en het proces-verbaal van 19 juli 2017 (pv einddossier), doorgenummerd p. 42 t/m 49, allen genummerd PL0900-2017194546 Z, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , p. 11 t/m 12 (pv toetsing).
3.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] , p. 4 t/m 5 (pv toetsing).
4.Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 2] , p. 7 (pv toetsing).
5.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , p. 34 t/m 35 (pv toetsing).
6.Fotobijlage op p. 18 t/m 21, behorend bij het proces-verbaal van bevindingen p. 17 (pv raadkamer).
7.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 19 september 2017.
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 17 (pv raadkamer).
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 26 (pv einddossier).
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 4 (pv voorgeleiding).
11.Een geschrift, te weten een brief van het [naam] Ziekenhuis, p. 29 (pv toetsing).
12.Een geschrift, te weten een brief van Fysiotherapeuten […] van 18 september 2017.
13.Een geschrift, te weten een brief van de huisarts, p. 5 (pv voorgeleiding).