Uitspraak
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
belaagd.
3.VOORVRAGEN
[verdachte] heeft een praktijk voor fysiotherapie, haptonomie, coaching en doet ook systemisch werk met opstellingen, in Utrecht.
Ik ben onder behandeling van [verdachte] gekomen vanwege bekkeninstabiliteit. [2] Daarnaast had ik een postpartum depressie. [3] Vanaf juli 2012 was ik bij hem voor haptonomie. [4]
Ik heb toen half naar achteren geduwd. Hij zei toen iets van “Laten we het nog een keer doen en dan wil ik dat je heel duidelijk je reactie aan mij laat voelen.” Hij deed het toen nog een keer en toen heb ik hem inderdaad sneller aan de kant geduwd. De tweede keer raakte hij mij op dezelfde plaatsen aan. Hij ging over mijn billen. Ook over mijn heupen, over mijn buik en over de zijkant van mijn borsten. Zijn vingers gingen half over mijn borsten. De derde keer heb ik gezegd “Stop. Weg.” en heb hem toen heel hard van mij afgeduwd. Ik voelde dat zijn intentie anders was dan bij andere sessies.
20 december 2012 en 4 januari 2013. In december 2012 heeft hij mij aangeraakt over mijn hele billen. Op 4 januari 2013 heeft hij met zijn vlakke hand de knip van mijn bevalling aangeraakt. Die knip zit in mijn vagina. Ik moest goed leren ontspannen zodat je de spieren goed aan kon spannen zodat de incontinentie zou verdwijnen.
Ik lag op mijn buik. Zijn rechterhand ging op mijn linker bil. Met zijn wijsvinger ging hij naar mijn vagina toe. Zijn wijsvinger ging langs mijn anus. De zijkant van zijn van zijn wijsvinger ging precies langs mijn schaamlippen. Hij ging een beetje zoeken naar de goede plek. Hij liet dan daar zijn hand rusten. Hij ging met zijn vingers wat meer bewegen om meer en minder druk te geven. Zijn hand lag op mijn onderbroek.
Ik begrijp dat zij dacht dat de handelingen binnen de behandeling plaatsvonden. [14]
Ik ben opgenomen in het landelijke deskundigenregister op het gebied van fysiotherapie. Uit mijn CV blijkt dat ik tussen 2003 – 2014 voorzitter was van de ethiekcommissie KNGF. [15] Het tijdens een werkwijze aanraken van de borsten van een vrouw is niet gepast in de fysiotherapie. Bij handelingen waarbij haptonoom en patiënt naakt zijn moet je je afvragen of er sprake is van een gelijkwaardige keuze en een duidelijke afstemming. [16] Het lijkt mij buitengewoon ongepast wanneer een haptonoom tijdens de behandeling voor bekkeninstabiliteit met de blote hand de vagina aanraakt van de patiënt. Het is ook absoluut niet noodzakelijk om de vagina bij een dergelijke behandeling aan te raken. [17]
Uit de verklaring van aangeefster volgt dat zij de seksuele handelingen tussen haar en verdachte destijds binnen de behandeling plaatste. Verdachte heeft aangeven te begrijpen dat aangeefster dit zo ervoer, waarbij ter zitting is gebleken dat aangeefster het door verdachte gestelde onderscheid van de seksuele handelingen binnen of buiten de behandelrelatie slechts had kunnen afleiden doordat verdachte, zoals hij ter zitting heeft verklaard, dan kort de behandelkamer verliet. Daar komt bij dat verdachte (ter zitting) heeft erkend dat de door hem verrichte handelingen zoals weergegeven onder de gedachtestreepjes 2, 3 en 4 van feit 1 op de tenlastelegging niet voor een behandeling nodig zijn en dat hij de professionele grenzen van zijn beroep heeft overschreden. Dit wordt ook bevestigt door getuige De Jongh, die als deskundige (onder meer) heeft verklaard dat het niet noodzakelijk is om de vagina aan te raken bij een behandeling voor bekkeninstabiliteit. Voor zover in de tenlastegelegde periode het initiatief tot bepaalde door verdachte verrichte handelingen bij aangeefster zou hebben gelegen – hetgeen niet is komen vast te staan – neemt dit naar het oordeel van de rechtbank niet weg dat verdachte, gezien het toepasselijke juridisch kader zoals hierboven weergegeven, door deze handelingen te verrichten strafbaar heeft gehandeld.
Immers er was naar het oordeel van de rechtbank sprake van een afhankelijkheidsrelatie nu aangeefster ten tijde van het strafbare handelen van verdachte in behandeling bij hem was. Naar het oordeel van de rechtbank is niet gebleken dat de bedoelde behandelrelatie geen rol heeft gespeeld bij de door verdachte erkende seksuele handelingen. Gelet hierop treft het verweer van de raadsvrouw geen doel.
Ik ben in 2013 geopereerd aan een melanoom in mijn hoofd. Ik was overprikkeld en had last van hoofdpijn. [21] Ik had ook last van een post depressie syndroom. [22] Vanaf april 2015 was ik in het vervolgtraject met [verdachte] . [verdachte] heeft een haptonomie-, coaching-, fysiotherapie- en systemische werkpraktijk te Utrecht. [23] Ik had moeite met het vertrouwen van anderen. Hij stelde voor om een oefening te doen. Het ging over vasthouden. [24] [verdachte] zei dat hij een gekke neiging had en dat hij iets wilde doen. Ik voelde dat hij zijn hand op mijn rechterborst legde en ik voelde dat hij begon te knijpen en te wrijven. Hij zei dat het vreemd was, maar het was de neiging die hij had. Omdat ik toen al heel erg in het deel van de behandeling zat waar het ging over seksualiteit heb ik de behandeling niet beëindigd. Ik had het idee dat het bij de oefening hoorde. Het was zijn idee om de behandeling in te gaan over seksualiteit en intimiteit. Ik vond het aannemelijk dat ik op die vlakken inderdaad problemen had en dacht dat ik hier wel aan kon werken. [25] Op 20 april 2015 ging het over de ander dichtbij laten komen. Hij zei “Waarom kom je niet eens vol op mijn lijf liggen met je kleren aan” zodat ik kon voelen dat het niet eng was om mezelf door iemand anders te laten dragen. [26] We deden deze oefening. [verdachte] zoende mij ineens. Ik lag helemaal verstijfd. Hij zoende mij daarna weer.
Op 22 april 2015 heb ik een gesprek gehad met [verdachte] . [27] Hij stelde voor om de oefening van 20 april 2015 opnieuw te doen. Ik moest weer op hem komen liggen om opnieuw vertrouwen te krijgen. Ik ben toen weer op hem gaan liggen en dat werd ook weer zoenen. Ik vond het heel raar en vroeg hem waarom er erotiek moest zijn om hem weer te vertrouwen als therapeut. [verdachte] zei dat het niet gek was dat er erotiek in de behandeling was. Hij zei dat hij bijscholing had gehad en dat hij alles gedaan zou hebben zoals hij het gedaan had. Hij zei dat de erotische handelingen in de haptonomie onconventioneel waren. Hij deed alsof het heel normaal was. Hij wilde dit heel graag voor mij doen omdat ik het nodig had.
17 mei 2015 was een opstellingsdag. Het was zwaar en ik was ingestort. Ik vroeg aan [verdachte] of ik even mocht gaan liggen. [verdachte] vroeg wat ik van hem nodig had. Ik zei dat ik het heel erg koud had en warm wilde worden. [verdachte] zei mij dat hij mij warmte kon geven door op mij te gaan liggen. Hij kwam op mij liggen. Hij keek mij aan en we begonnen te zoenen. Het werd tongzoenen. [verdachte] heeft mij ook in mijn oor gelikt. Onze kruizen bewogen op elkaar heen en weer. Het was erotisch, het was een andere aanraking dan hoe het in de haptonomie was. Het was niet de hand van een behandelaar. [28] Hij trok ineens zijn onderkleding uit. Hij vroeg mij of ik mijn onderkleding ook uit wilde. Ik durfde dat niet. [verdachte] zei dat ik moest voelen wat mijn lijf wilde en niet zoveel moest nadenken. Hij zei dat ik dingen moest proberen en dat een ander daar soms bij moet helpen. Ik zag en voelde dat [verdachte] mijn broek losmaakte. Ik lag nog steeds op mijn rug op de behandeltafel. [verdachte] ging over mij heen liggen. Ik vond het niet lekker liggen. Ik voelde zijn kruis drukken op mijn schaambeen. Toen ik hem anders neerlegde werd ik minder geplet. Ik pakte de penis van [verdachte] vast om het anders neer te leggen. [verdachte] lag toen met zijn penis half tussen mijn benen. We maakten heupbewegingen, seksueel. [verdachte] zei tegen mij: hoe voelt je lijf. Het ging er over dat de volgende stap penetratie zou zijn. [29] Op 9 juni 2015 was een spiegelopstelling. Het ging erover om jezelf letterlijk bloot te geven, als een symbool voor zijn wie je bent. [30] Ik stond voor de spiegel en [verdachte] achter mij. [verdachte] deed mijn onderbroek uit en ik de zijne. [verdachte] zoende mij plotseling. Ik zei dat dit niet de bedoeling was. [verdachte] zei tegen mij dat hij me dit wilde meegeven. [verdachte] vroeg mij of ik zijn geslachtsdelen wilde vasthouden. Hij zei zoiets als “De overgave van de vrouw en voel mijn man-zijn.” Ik heb met mijn handen toen zijn ballen en penis omsloten. [31] Op 23 juni 2014 zei [verdachte] dat hij mij wilde laten voelen wat liefde is. [verdachte] zei dat als je penetratie doet, je een band met elkaar vormde. Ik voelde dat zijn hand naar mijn kruis ging.
Ik vond het niet fijn dat hij met zijn hand bij mijn kruis zat. Ik zei toen ik wil niet dat je hand binnendringt, die vind ik eng. Ik zei toen misschien kan jouw kruis wel bij mij binnendringen. Hij probeerde mij te penetreren met zijn penis, maar die was half stijf dus hij ging toen met zijn eikel langs mijn kruis, vagina, wrijven. [32] Ik was in de veronderstelling dat het een therapeutische setting was.
Op 4 augustus 2015 zei [verdachte] dat hij mij weer zou begeleiden als therapeut bij een opstelling. Ik zei dat ik geen zin meer had in opstellingen. We zoenden. Het waren tongzoenen en gewone zoenen. We deden onze kleding uit. Het werd proberen om te penetreren. Ik zei tegen [verdachte] dat ik niet wist wat er allemaal gebeurde. [verdachte] zei dat het heel bijzonder was. Het was bijzonder omdat het leek alsof het een opstelling had, maar we hadden seks.
We bespraken of we de tijd moesten nemen om de penetratie wel te laten ontstaan. Hij vond dat ik als vrouw me volledig moest overgeven, door middel van penetratie. [33] We bespraken om nog een keer een opstelling te doen waar we aan het einde penetratie zouden hebben. [verdachte] stelde dit voor. Toen dacht ik dat het een vervolgstap was die moest gebeuren voor ik klaar zou zijn met therapie. Voor mijn groei leek het nodig om seks met [verdachte] , penetratie met [verdachte] te hebben om beter te worden. Ik heb het er toen ook met [getuige] over gehad. [34] [getuige] is mijn partner. [35] Op 11 augustus 2015 zouden we de tijd nemen voor penetratie in een opstelling.
[verdachte] zei dat het onconventioneel was, maar dat hij het voor mij over had. Het was mij duidelijk dat [verdachte] hiermee penetratie bedoelde. We zoenden. [36] [verdachte] trok mijn broek en onderkleding uit. Hij begon mij te likken in mijn vagina. Ik heb zijn penis in mijn mond genomen. [verdachte] heeft heel kort met zijn eikel in mijn vagina gezeten. Voor mij was het toen klaar. Ik was blij want ik vond dat we het doel bereikt hadden. [verdachte] heeft met zijn vingers in mij gezeten. [37]
Ik heb een relatie met [slachtoffer 2] . Zij ging naar [verdachte] , een haptonoom. Er kwam ter sprake dat er geslachtsgemeenschap moest zijn in een opstelling. Het leek bij haar vast te staan dat het goed zou zijn voor haar. Zij wilde het één keer doen en hoopte dat het niet vaker nodig zou zijn. Volgens mij is dat in augustus 2015 gebeurd. [38]
[slachtoffer 2] ken ik als patiënt. [39] Ik werd haar behandelend therapeut. [40] Ik heb haar borsten en billen aangeraakt. [41]
Ik begrijp dat zij dacht dat dit seksuele contact binnen de behandeling plaatsvond. [42]
4.BEWEZENVERKLARING
- de vagina van die [slachtoffer 2] gelikt en
5.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
Feit 2 en 4: belaging, meermalen gepleegd.
6.6 STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
7.OPLEGGING VAN STRAF
Tot slot heeft de officier van justitie ontzetting uit het beroep van fysiotherapeut, haptonoom en coach gevorderd.
In de slachtofferverklaringen geven beide slachtoffers aan dat zij in meerdere opzichten te kampen te hebben gehad en nog steeds kampen met de psychische gevolgen van het handelen van verdachte. Beide slachtoffers hebben aangegeven dat zij door het strafbare handelen van verdachte tot op heden zorgverleners niet of nauwelijks kunnen vertrouwen, alsook zorg zijn gaan mijden.
Verdachte heeft daarnaast door zijn handelen de beroepsgroep waartoe hij behoorde ernstig in diskrediet gebracht.
B. van Giessen, klinisch psycholoog. Deze deskundige rapporteert dat bij verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de vorm van een ernstige recidiverende depressieve stoornis en een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de vorm van narcistische persoonlijkheidsproblematiek.
Ten tijde van de ten laste gelegde ontuchtfeiten beïnvloedde de narcistische persoonlijkheidsproblematiek verdachtes gedragskeuzes en gedragingen dusdanig dat Van Giessen adviseert om verdachte ten aanzien van deze feiten als verminderd toerekeningsvatbaar aan te merken.
Om de kans op recidive zoveel mogelijk te beperken legt de rechtbank een deel van deze straf voorwaardelijk op, met daarbij de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden. De proeftijd wordt bepaald op 2 jaar. De rechtbank zal het voorwaardelijke deel van de straf vaststellen op acht maanden, nu behandeling van verdachte voorop dient te staan. Voorts weegt hierbij mee dat verdachtes handelen privé en zakelijk al zware gevolgen voor hem heeft, alsook dat verdachte uit zijn beroep zal worden ontzet. De rechtbank zal de duur van deze ontzetting, gelet op het in art. 31 lid 1 sub 2 Sr. genoemde wettelijke maximum, vaststellen op 5 jaar.
Om de slachtoffers te beschermen zal de rechtbank eveneens, naast de in het reclasseringsrapport vermelde bijzondere voorwaarden, een contactverbod als bijzondere voorwaarde aan de voorwaardelijke straf koppelen.
8.8 BENADEELDE PARTIJEN
Het deel van de vordering dat ziet op de sportkleding, verhuiskosten en literatuur dient te worden afgewezen wegens het ontbreken van rechtstreeks verband met de ten laste gelegde feiten. De raadsvrouw heeft tot slot aangevoerd dat de immateriële schade dient te worden gematigd tot € 2.000,00.
De rechtbank acht een bedrag van € 2.500,00 redelijk en billijk en zal de vordering ten aanzien van de immateriële schade tot dit bedrag toewijzen. Voor het overige zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering. De vordering kan voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
10.BESLISSING
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 4.264,49 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 september 2017 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 52 dagen hechtenis;
€ 4.089,53, bestaande uit € 2.500,00 aan immateriële schade en € 1.589,53
aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 september 2017 tot de dag van volledige betaling;