3.4.[gedaagde] vordert samengevat – dat de rechtbank [eiser] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis zal veroordelen:
tot betaling aan [gedaagde] van € 133.980,00, te vermeerderen met wettelijke rente,
tot betaling aan haar van € 4.620,00 per maand vanaf 1 februari 2017 tot aan de datum van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente,
tot betaling aan haar van € 4.620,00 per maand vanaf de datum van het vonnis, gedurende het leven van [gedaagde] , tenzij de huurders de huurpenningen rechtstreeks aan [gedaagde] overmaken, vermeerderd met de wettelijke rente,
tot het afleggen van rekening en verantwoording wie vanaf 1 september 2015 tot en met de dag van het vonnis de garageboxen heeft gehuurd en welke bedragen [eiser] heeft geïncasseerd, op straffe van en dwangsom,
de woning binnen veertien dagen na de betekening van het vonnis te ontruimen en ontruimd te houden, de sleutels af te geven en aan [gedaagde] ter beschikking te stellen met de machtiging aan [gedaagde] om nakoming van deze veroordeling af te dwingen met de hulp van de sterke arm,
te veroordelen in de proceskosten en in de nakosten.