4.8.De conclusie van het voorgaande is dat de activiteiten van Stathe, met livemuziek en een dj in de zaal op sommige avonden, past binnen horeca-B en niet in strijd is met het bestemmingsplan. Maar dat Stathe een toegangsprijs vraagt op dagen waarop een band speelt past niet binnen die categorie en is wel in strijd met het bestemmingsplan. De beroepsgrond van eiseres slaagt op dit punt.
5. Het beroep is gegrond en de rechtbank zal het bestreden besluit vernietigen, omdat het in strijd is met artikel 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
6. Het gebrek waardoor het bestreden besluit vernietigd moet worden houdt in dat verweerder de feiten onjuist heeft beoordeeld en daardoor tot de conclusie is gekomen dat hij niet bevoegd was om handhavend op te treden. De rechtbank zal verweerder niet de gelegenheid geven om dit gebrek te herstellen, omdat dat niet mogelijk is. Uit wat hiervoor is geoordeeld volgt immers dat verweerder die bevoegdheid wel heeft.
7. De rechtbank kan ook niet zelf in de zaak voorzien, door een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiseres tegen de afwijzing van het handhavingsverzoek. Uitgangspunt is dat de uitoefening van de handhavingsbevoegdheid bij het bestuursorgaan berust. Hoewel in beginsel van die bevoegdheid gebruik moet worden gemaakt, moeten wel alle relevante belangen worden afgewogen die door het te nemen besluit worden geraakt. Bij deze afweging speelt onder meer de vraag of handhavend zal worden opgetreden door middel van een last onder bestuursdwang of door het opleggen van een last onder dwangsom, de omschrijving van de last, de lengte van de begunstigingstermijn, de hoogte van de dwangsom en het bedrag dat maximaal kan worden verbeurd. Deze afweging behoort primair tot de taak van verweerder. Verweerder moet daarom een nieuw besluit nemen op het bezwaar van eiseres en hij moet daarbij rekening houden met de inhoud van deze uitspraak. De rechtbank zal verweerder opdragen dit te doen. Dat betekent dat verweerder onder afweging van de betrokken belangen een besluit moet nemen over de handhaving van de geconstateerde overtreding van het bestemmingsplan, namelijk het tegen betaling laten horen van livemuziek in Stathe. Verder volgt uit deze uitspraak dat verweerder het handhavingsverzoek voor het overige opnieuw mag afwijzen.
8. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht vergoedt.
9. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 990,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen op de zitting met een waarde per punt van € 495,- en een wegingsfactor 1).