4.3Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van feit 1 en 2
Aangeefster [slachtoffer] heeft verklaard dat zij op 20 november 2016 de voordeur van haar woonboot aan de [adres] te [woonplaats] op het nachtslot had gedaan en omstreeks 22:00 uur was gaan slapen.
Zij werd wakker en zag op de klok dat het 04:00 uur was. Zij liep met haar rollator de gang open kwam in de gang oog in oog te staan met twee mannen.Zij had gezien dat de mannen allebei een dikke stok vasthielden.Een man begon gelijk tegen haar te schelden: “Oude rothoer, ga naar je nest, met je gezicht naar de muur”. Dat heeft zij toen gedaan.
Zij zag dat de man meeliep naar haar slaapkamer. Aangeefster hoorde hem meerdere malen vragen wat haar pincode was. Zij is toen op haar bed gaan liggen en keek naar de muur. Zij heeft verklaard dat zij heel erg bang was en zich niet durfde te bewegen.
Aangeefster heeft verklaard dat zij een doosje met sieraden en twee handtassen mist. In een tas zat haar portemonnee met daarin een bankpas van de ING Bank, een bankpas van de Rabobank, haar rijbewijs, identiteitskaart en nog andere pasjes en haar mobiele telefoon.
In Weesp is 1000 euro gepind en in Diemen is 250 euro gepind van haar bankrekening.
Op 21 november 2016 om 04:18 uur wordt de alarmlijn 112 gebeld door mevrouw [slachtoffer] . Blijkens de door de verbalisant uitgeluisterde gesprekken zegt de vrouw dat zij net is overvallen door twee kerels die zijn binnengekomen, zij helemaal gemaskerd waren, haar hebben bedreigd met stokken en dat ze haar pincode moest afgeven.
Verdachte heeft verklaard dat [telefoonnummer] zijn telefoonnummer is.
Medeverdachte [medeverdachte] (hierna: medeverdachte) heeft verklaard dat hij werd opgehaald door een jongen en dat zij toen naar het huis van die jongen zijn gereden.Medeverdachte heeft verklaard dat die jongen er in een keer mee kwam dat hij de sleutel van het huis had en die jongen vroeg of verdachte mee wilde naar binnen.
In de nacht zijn zij in de richting van een woonboot in [woonplaats] gereden.
Hij liep samen met die jongen naar de voordeur en die jongen had een sleutel waarmee ze naar binnen konden. Medeverdachte heeft verklaard dat ze met zijn tweeën naar binnen zijn geweest. Zij waren in de woonkamer aan het rommelen toen hij zag dat een vrouw aan kwam lopen met een rollator. Die jongen is toen meteen de gang in gerend en heeft die vrouw op een dwingende manier terug naar de kamer gedwongen en op bed gedrongen. Medeverdachte heeft verklaard dat hij de slaapkamer is ingelopen en dat hij het sieradenkistje heeft gepakt. Hij is teruggelopen de gang in en die jongen bleef schreeuwen om de pincode.Medeverdachte heeft verklaard dat de jongen de tas van die mevrouw in zijn handen had. Toen zijn ze bij die jongen thuis gaan zitten en toen deed die jongen de tas open en vond twee of drie pinpasjes en een geel kladblokpapiertje met drie codes erop van vier cijfers. Zij zijn toen gereden naar een bank in Diemen. Die jongen reed in een zwarte BMW.Medeverdachte heeft verklaard dat hij1.250 euro heeft gepind.Medeverdachte en de jongen hebben het geld verdeeld.
Medeverdachte heeft verklaard dat hij vanwege zijn veiligheid, [verdachte] zijn naam niet had genoemd.
Verdachte heeft verklaard dat hij een zwarte BMW heeft.
Uit onderzoek is gebleken dat verdachte de eigenaar en gebruiker was van het telefoonnummer [telefoonnummer]en dat medeverdachte de gebruiker van het nummer [telefoonnummer] was.Uit onderzoek is naar voren gekomen dat op 21 november 2016
een Whatsapp-gesprek start tussen [telefoonnummer] @s.whatsapp.net Baarn Zuid (Vogelwijk) en [telefoonnummer] @s.whatsapp.net [medeverdachte] , met onder andere de volgende berichten:
7:21:15 uur: * [telefoonnummer] appt * [telefoonnummer] : Heb je de smaak nu te pakken???
7:21:22 uur: * [telefoonnummer] appt * [telefoonnummer] : Ja tuurlijk gek
7:21:27 uur: * [telefoonnummer] appt * [telefoonnummer] : Wanneer volgende.
Uit onderzoek is naar voren gekomen dat op 22 november 2016
een Whatsapp-gesprek start tussen [telefoonnummer] @s.whatsapp.net Baarn Zuid (Vogelwijk) en [telefoonnummer] @s.whatsapp.net [medeverdachte] , met onder andere de volgende berichten:
10:28:59 uur: * [telefoonnummer] appt * [telefoonnummer] : En als je had geluisterd en niet para was geweest had je gewoon geld gehad
11:07:17 uur: * [telefoonnummer] appt * [telefoonnummer] : Je was aan zoeken naar niets je had mij het denk werk moeten laten doen met je ze slaapt
11:11:53 uur: * [telefoonnummer] appt * [telefoonnummer] : Ing=2500,-
11:12:52 uur: * [telefoonnummer] appt * [telefoonnummer] : Rabobank=5000,-
13:16:39 uur: * [telefoonnummer] appt * [telefoonnummer] : En weet geeneens hoeveel tijd ik overal in steek om een klus te hebben, geef je van te voren aan helm, panty voor je kop, wanten iedere keer is het wat ik ben er eigenlijk best wel ziek van.
13:27:44 uur: * [telefoonnummer] appt * [telefoonnummer] : En dat gouden kettingtje met hanger zes gram 110,- euro gehad is voor de gemaakte onkosten van te voren
23:14:52 uur: * [telefoonnummer] appt * [telefoonnummer] : Voor mij ook de eerste keer
23:15:02 uur: * [telefoonnummer] appt * [telefoonnummer] : Volgende gaat beter
Uit onderzoek is naar voren gekomen dat op 23 november 2016
een Whatsapp-gesprek start tussen [telefoonnummer] @s.whatsapp.net Baarn Zuid (Vogelwijk) en [telefoonnummer] @s.whatsapp.net [medeverdachte] , met onder andere de volgende berichten:
0:15:03 uur: * [telefoonnummer] appt * [telefoonnummer] : Heb al nieuwe op oog weet alleen nog niet hoe binnen moet zonder schades wil geen enkel spoor achter laten
0:15:43 uur: * [telefoonnummer] appt * [telefoonnummer] : En wis je berichten voordat het misgaat
Na de uitzending van Opsporing Verzocht werden de telefoongesprekken van verdachte [telefoonnummer] en zijn vriendin [vriendin] + [telefoonnummer] vanaf 3 maart 2017 opgenomen en afgeluisterd.
Sessie 1184: 7 maart 2017 om 21:32 uur
Nnvrouw7214 geeft aan dat zij onderweg naar huis was toen die opbelde en ze moest snel naar huis komen, want dat staat nu op Opsporing Verzocht en die gozer waar die mee was staat vol met zijn bek op de camera bij de pinautomaat. Vol herkenbaar. Hij is nu weg, hij is nu naar die gozer toe. Dus hij is meteen helemaal para. Hij staat er misschien niet met zijn bek op, maar die andere gozer vol gas.
Op de taplijn van verdachte bleek dat op 7 maart 2017 zijn telefoon verplaatste van [woonplaats] richting Hilversum en weer terug tussen 20:43 uur en 21:22 uur.
De medeverdachte verbleef in Hilversum ten tijde van de uitzending van Opsporing Verzocht.Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij naar medeverdachte toe is gegaan na de uitzending die avond.
Uit onderzoek is naar voren gekomen dat in de IPhone van [vriendin] diverse sms-berichten stonden, onder meer van een contact met de naam [verdachte] met het telefoonnummer [telefoonnummer] . Verbalisant zag dat op woensdag 9 november (
de rechtbank begrijpt: 9 november 2016) contact [verdachte] de volgende berichten stuurde:
‘Aanhouder zal winnen de beste manier erin en eruit’.
‘Heel zachtjes iedere keer naar binnen pasje mee en later weer terug’.
‘Ruk de hele rekening leeg’.
‘Als ze der tasje in de woonkamer en altijd zelfde plek heeft moet het te doen zijn’.
‘Zei slaapt helemaal links achterin’,.
‘Als eenmaal lukt en ze hoort eens wat voordat ze nest uit is benne alweer weg’.
Op de plattegrond van de woonboot van aangeefster is te zien dat de slaapkamer van aangeefster aan de linkerachterzijde ten opzichte van de ingang van de woonboot was gelegen.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bewijsoverweging
De rechtbank acht op grond van voornoemde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang bezien, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten. De raadsman heeft aangevoerd dat aangeefster heeft verklaard dat zij maar één persoon in de woning heeft gezien en dat niet wettig en overtuigend kan worden vastgesteld dat verdachte betrokken is geweest bij de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten. De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman en overweegt hiertoe als volgt.
Aangeefster heeft kort na de woninginbraak de alarmlijn van de politie gebeld. Tijdens het gesprek met de medewerker van de alarmlijn van de politie, verklaart aangeefster dat zij zojuist was overvallen door twee gemaskerde mannen en dat deze twee mannen haar hadden bedreigd met stokken.
Als verbalisanten kort na de 112-melding aankomen bij de woonboot van aangeefster, verklaart aangeefster wederom dat zij door twee mannen was overvallen en dat beide mannen een dikke stok vasthielden. De rechtbank stelt vast dat bovengenoemde verklaringen van aangeefster op cruciale punten consistent zijn. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaringen van aangeefster. De rechtbank acht deze verklaringen, gelet op de korte tijdspanne tussen de woningoverval en de verklaringen van aangeefster, betrouwbaar.
Daarbij neemt de rechtbank in overweging dat medeverdachte heeft verklaard dat verdachte
in het bezit was van een sleutel van de voordeur van de woonboot van aangeefster en dat verdachte aan medeverdachte heeft gevraagd of hij mee wilde naar binnen. Daarnaast wist verdachte dat de slaapkamer van aangeefster linksachter in de woonboot was. Verdachte en medeverdachte zijn de woonboot binnen gegaan door middel van de sleutel die in het bezit was van verdachte. Zij hebben daar samen goederen weggenomen uit de woonboot, nadat verdachte aangeefster op een dwingende manier terug naar de slaapkamer heeft gedwongen en op bed heeft gedrongen. Vervolgens zijn verdachte en medeverdachte samen naar een pinautomaat gereden en heeft medeverdachte geld gepind met de gestolen pinpas(sen) van aangeefster. Verdachte en medeverdachte hebben daarop de buit verdeeld.
De rechtbank acht de verklaring van medeverdachte betrouwbaar. De verklaring van medeverdachte dat hij samen met verdachte was, wordt daarnaast wat betreft gebeurtenissen en context ondersteund door de Whatsapp-berichten van 21, 22 en 23 november 2016 tussen medeverdachte en verdachte, het telefoongesprek van [vriendin] op 7 maart 2017 en de sms-berichten van 9 november 2016 van diezelfde [vriendin] die zij had ontvangen van een contact genaamd [verdachte] . Verdachte past in het signalement van de tweede dader. Daarnaast is verdachte, nadat in de uitzending van Opsporing Verzocht aandacht was besteed aan de overval en de camerabeelden waren getoond waar medeverdachte op te zien is, naar medeverdachte toe gereden.
Op basis van deze omstandigheden, in combinatie met de verklaringen van aangeefster en het feit dat verdachte geen aannemelijke verklaring heeft gegeven voor de inhoud van bovengenoemde gesprekken en berichten concludeert de rechtbank dat verdachte en medeverdachte, door middel van een sleutel, in de nacht in de woonboot van aangeefster zijn geweest, aangeefster hebben bedreigd met stokken, tegen aangeefster hebben geschreeuwd, meerdere malen hebben gevraagd om de pincode van haar pinpas(sen) en vervolgens goederen hebben weggenomen uit de woonboot van aangeefster. Verdachte en medeverdachten hebben aan de hand van een vooropgesteld plan de woninginbraak gepleegd.
Gezien de vermomming van verdachte en medeverdachte en de wapens, te weten stokken, die zij bij zich hadden, staat voor de rechtbank vast dat de opzet van verdachte en medeverdachte mede was gericht op het toepassen van geweld en bedreiging van geweld jegens aangeefster.
Ten aanzien van feit 3
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder 3 ten laste gelegde feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 5 september 2017;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal bevindingen doorzoeking van
12 april 2017, genummerd 131, opgemaakt door de politie eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 617 tot en met 621;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming in tuin van 19 april 2017, genummerd 136, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 639 tot en met 641;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van 20 april 2017, genummerd 142, met bijlagen, opgemaakt door de politie eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 642 tot en met 648;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal sporenonderzoek van 22 juni 2017, genummerd PL0900-2016360404-26, opgemaakt door de politie eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 833 en 834;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal sporenonderzoek van 3 mei 2017, genummerd PL0900-2016360404-73, met bijlagen, opgemaakt door de politie eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 860 tot en met 877;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal sporenonderzoek van 10 mei 2017, genummerd PL0900-2016360404-65, opgemaakt door de politie eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 899;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van
7 augustus 2017, genummerd PL0900-2016360404-88, opgemaakt door de politie eenheid Midden-Nederland, niet doorgenummerd, los proces-verbaal;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal voor-categorisering van 11 april 2017, genummerd PL0900-2016360404-34, met bijlage, opgemaakt door de politie eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 835 tot en met 837;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van
30 mei 2017, genummerd PL0900-2016360404-76, met bijlagen, opgemaakt door de politie eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 940 tot en met 950.
Ten aanzien van feit 4
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder 4 ten laste gelegde feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 5 september 2017;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal bevindingen doorzoeking van
12 april 2017, genummerd 131, opgemaakt door de politie eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 617 tot en met 621;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 28 april 2017, genummerd PL0900-2016360404-70, met bijlagen, opgemaakt door de politie eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 838 tot en met 859;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal sporenonderzoek van 3 mei 2017, genummerd PL0900-2016360404-73, met bijlagen, opgemaakt door de politie eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 860 tot en met 877.
Conclusie
Gelet op het voorgaande is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich ook schuldig heeft gemaakt aan het onder 3 en 4 tenlastegelegde.