In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, heeft de kantonrechter op 20 september 2017 uitspraak gedaan over een geschil tussen [eiser] en [gedaagde] betreffende een huurovereenkomst voor korte duur. [gedaagde] huurde een woning van [eiser] voor een periode van zes maanden, met een huurprijs van € 600,- per maand. Na een eerdere uitspraak in kort geding op 26 juli 2017, waarin ontruiming werd gevorderd vanwege huurachterstand, heeft [gedaagde] verzet aangetekend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen huurachterstand meer was, aangezien [gedaagde] de achterstallige huur tijdig had betaald. Hierdoor was de grondslag voor de ontruiming komen te vervallen.
De kantonrechter heeft verder overwogen dat de kennisgeving van het einde van de huurovereenkomst niet tijdig was gedaan, waardoor de ontruiming niet kon worden toegewezen. De rechter heeft het verstekvonnis en het herstelvonnis vernietigd en [gedaagde] veroordeeld tot betaling van wettelijke rente over de huurbedragen die eerder waren achterstallig. Tevens is [eiser] veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde]. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige communicatie over het eindigen van huurovereenkomsten en de noodzaak voor verhuurders om hun rechten zorgvuldig te waarborgen.