ECLI:NL:RBMNE:2017:469

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
3 februari 2017
Publicatiedatum
3 februari 2017
Zaaknummer
16.706608-16 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor het dwingen van een vrouw tot prostitutie en vrijspraak van medeverdachte

Op 3 februari 2017 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een 31-jarige man uit Soest veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De man werd schuldig bevonden aan het dwingen van een vrouw tot prostitutiewerkzaamheden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte de vrouw onder druk zette en haar dreigde met onthulling van haar werkzaamheden in de prostitutie. Het geld dat de vrouw verdiende, moest zij grotendeels aan de verdachte afstaan, die dit geld gebruikte voor gokken en het kopen van kleding. De rechtbank merkte op dat de verdachte zich bewust was van het lage IQ van de vrouw en haar kwetsbaarheid, en dat hij haar op een manipulatieve en vernederende manier heeft behandeld.

Naast de gevangenisstraf werd de verdachte ook verplicht om een schadevergoeding van ruim 25.000 euro aan het slachtoffer te betalen en kreeg hij een contactverbod voor de duur van zijn proeftijd. De medeverdachte, een 32-jarige man uit Hilversum, werd vrijgesproken. De rechtbank kon niet vaststellen dat hij de vrouw had gedwongen tot prostitutie, ondanks dat hij op de hoogte was van haar situatie. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de medeverdachte bij de seksuele uitbuiting van het slachtoffer.

De zaak kwam voor de rechtbank na een onderzoek dat begon op 30 september 2016 en werd hervat op 20 januari 2017. De verdachte was bijgestaan door zijn advocaat, mr. J.J.D. Doleweerd, en de officier van justitie was mr. D.M.A. van der Zwan. De rechtbank oordeelde dat de tenlastelegging niet bewezen kon worden en sprak de verdachte vrij van de beschuldigingen van medeplegen van mensenhandel.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Lelystad
Parketnummer: 16.706608-16 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 3 februari 2017
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1984] te [geboorteplaats] ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland.

1.HET ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting dat is aangevangen op 30 september 2016. Het onderzoek ter terechtzitting is hervat op 20 januari 2017, op welke datum de inhoudelijke behandeling van de strafzaak heeft plaatsgevonden. Verdachte is telkens verschenen, bijgestaan door mr. J.J.D. Doleweerd, advocaat te Amersfoort.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. D.M.A. van der Zwan, van hetgeen door de raadsvrouw en verdachte en namens de benadeelde partij door mr. A. Koopsen naar voren is gebracht.

2.DE TENLASTELEGGING

De verdachte is, na een nadere omschrijving tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 oktober 2014 tot en met 01 juni 2015 te Hilversum en/of Huizen en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
A. een ander of anderen, te weten [slachtoffer] ,
(telkens) door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding, dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie
sub1
- heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer] en/of
sub 4
- heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard en/of
sub 9
- heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van zijn/haar/hun, die [slachtoffer] , seksuele handelingen met en/of voor een derde en/of
sub 6
B) (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting (van die/een ander of anderen, te weten die [slachtoffer] ,
immers is/zijn en/of heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn, verdachte’s mededader(s)
- een (exclusieve) (liefdes)relatie met die [slachtoffer] aangegaan en/of onderhouden en/of
- met een man genaamd “ [naam] ”, althans een derde, en die [slachtoffer] een trio gedaan en/of
- (telkens) geld van die [slachtoffer] geleend, terwijl hij verdachte wist dat die [slachtoffer] reeds een schuld van (ongeveer) 25.000,- Euro had en/of
- gevraagd om/maar de pincode behorende bij de betaalpas ten name van die [slachtoffer] aan hem, verdachte, te geven en/of
- (telkens) de betaalpas ten name van die [slachtoffer] geleend en/of (telkens) met die betaalpas (een) geldbedrag(en) gepind en/of het geld gehouden en/of
- gevraagd aan die [slachtoffer] of zij snel en makkelijk geld wilde verdienen met betaalde seks en/of
- die [slachtoffer] ertoe bewogen zich te prostitueren en/of
- de [slachtoffer] beloofd dat zij van de opbrengst van deze werkzaamheden haar rijbewijs kon halen en/of zij samen op vakantie konden gaan en/of
- gevraagd aan die [slachtoffer] met één (rijke) klant en/of met één of meer klant(en) betaalde seks te hebben terwijl hij verdachte die sekspartij(en) zou filmen, waarna hij, verdachte, die (rijke) klant(en) met de door hem gemaakte film(s) zou afpersen en/of
- die [slachtoffer] gevraagd/aan die [slachtoffer] opgedrongen te blowen vóór het hebben van betaalde seks met mannen zodat die [slachtoffer] makkelijker hiertoe overging en/of
- die [slachtoffer] in persoon en/of via een of meer digitale berichten zoals zogeheten app-bericht(en) en/of sms-bericht(en) aangezet om betaalde seks met mannen te hebben en/of die [slachtoffer] gedwongen door te gaan met het hebben van betaalde seks en/of
- die [slachtoffer] (telkens) via sms en/of whats app en/of chats benaderd en/of
- aanwijzingen met betrekking tot de omschrijving en/of een/de foto(‘s) van het profiel en/of de advertentie van die [slachtoffer] op sekssites als [naam] en/of [naam] en/of [naam] en/of [naam] en/of [naam] gegeven en/of door die [slachtoffer] gevraagde prijs van de verschillende seksuele handelingen met klanten in dat/die profiel(en) en/of die advertentie(s) mede bepaald en/of
- (meermalen) een sms naar een/de sekssites als [naam] en/of [naam] en/of [naam] en/of [naam] en/of [naam] waar het profiel en/of de advertentie van die [slachtoffer] stond, verstuurd zodat het profiel of de advertentie van die [slachtoffer] (weer) bovenaan stond en/of
- voor/met die [slachtoffer] een pruik gekocht welke pruik zij droeg/opzette terwijl zij betaalde seks met (een) derde(n) had en/of
- condooms voor die [slachtoffer] gekocht welke condooms bestemd waren voor de klanten, althans derden, met wie die [slachtoffer] betaalde seks had en/of
- (meermalen) die [slachtoffer] geslagen en/of (meermalen) geschopt en/of mishandeld en/of
- die [slachtoffer] opgesloten op haar eigen balkon en/of
- die [slachtoffer] afgeraden/verboden naar buiten te gaan zodat die [slachtoffer] voor klanten direct bereikbaar en beschikbaar was voor het hebben van betaalde seks met mannen en/of
- die [slachtoffer] seks laten hebben met zijn vrienden/bekenden en/of van die seks filmjes gemaakt en/of
- (meermalen) aan die [slachtoffer] gevraagd: “Hoeveel snoepjes heb je gehad?” waarmee hij, verdachte, vroeg naar het aantal klanten en/of
- aangeboden het door die [slachtoffer] met betaalde seks verdiende geld afgepakt en/of laten afgeven en/of direct ontvangen van geld van klanten met wie die [slachtoffer] betaalde seks had en/of
- het door die [slachtoffer] met betaalde seks verdiende geld uitgeven aan gokken en/of kopen van kleding en/of etenswaren en/of

-(meermalen) gezegd tegen die [slachtoffer] “We doen het toch samen.” en/of “Ja je moet geld verdienen om die auto te kopen en/of om een/de vakantie te boeken en betalen en/of om lekker te leven.”, althans woorden van gelijke aard of strekking en/of

- (in aanwezigheid van een derde) (meermalen) boos op die [slachtoffer] geworden en/of ingepraat op die [slachtoffer] : “Ik moet vastzitten door jou, omdat je mij dat geld niet geeft.” en/of “Ik moet politierekeningen betalen, geef gewoon dat geld”, althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- die [slachtoffer] (meermalen) gedreigd om seksfilmpjes of seksfoto’s van haar op internet te plaatsen en/of haar ouders over haar werkzaamheden als prostitué te informeren en/of de raad voor de kinderbescherming te informeren hierover,

terwijl hij en zijn mededader wisten dat die [slachtoffer] verstandelijk beperkt was/een laag IQ had en/of makkelijk te beïnvloeden was en/of geen werk had en/of schulden had en/of haar dochter uit huis was geplaatst;

3.DE VOORVRAGEN

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in haar vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.DE BEWIJSMIDDELEN EN DE BEOORDELING DAARVAN

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte vrij te spreken van medeplegen van het ten laste gelegde sub 1, sub 4 en sub 9. Ten aanzien van het medeplegen van het opzettelijk voordeel trekken uit de seksuele uitbuiting van [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat dit bewezenverklaard kan worden gelet op de wetenschap van verdachte dat [slachtoffer] werd uitgebuit en het delen in de opbrengst van de prostitutie van [slachtoffer] door daarvan eten en drinken te kopen met medeverdachte [medeverdachte] . Voor de bewijsmiddelen heeft zij, onder overlegging van een bewijsmiddelenoverzicht, onder meer verwezen naar de verklaringen van [slachtoffer] , de getuigenverklaringen, de tapgesprekken en de verklaring van verdachte zelf.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte vrijgesproken dient te worden van het ten laste gelegde. Ter onderbouwing daarvan heeft de raadsman onder meer aangevoerd dat uit de getuigenverklaringen afgelegd bij de rechter-commissaris blijkt dat hetgeen in de tapgesprekken naar voren komt over de rol van verdachte niet gebaseerd is op eigen waarnemingen van die getuigen zodat de belastende waarde van deze verklaringen uiterst gering is. De ten laste gelegde handelingen onder sub 1, sub 4 en sub 9 zijn met een medeplegen constructie niet te bewijzen, omdat uit het dossier niet naar voren komt dat verdachte een wezenlijke bijdrage daaraan heeft geleverd. Ten aanzien van de ten laste gelegde sub 6 heeft de raadsman aangevoerd dat ook hier geen sprake is van medeplegen en dat daarnaast het opzet op de seksuele uitbuiting van [slachtoffer] niet te bewijzen is.
Het oordeel van de rechtbank
Medeverdachte [medeverdachte] is bij vonnis van deze rechtbank van 3 februari 2017 veroordeeld ter zake van mensenhandel als bedoeld in artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht waarbij onder meer bewezen is lid 1 sub 4 (uitbuiting) en sub 6 (opzettelijk voordeel trekken uit de opbrengst van seksuele uitbuiting) en lid 3 van het wetboek van Strafrecht.
Verdachte heeft op 18 augustus 2016 bij de politie, voor zover relevant, verklaard dat hij verscheidene keren gezien heeft dat [slachtoffer] geld aan medeverdachte [medeverdachte] gaf, 200 of 300 euro per keer, en dat hij daarna met [medeverdachte] meeging die dan wel eens een broodje voor hem kocht. Verdachte heeft verder ter zitting op 20 januari 2017 onder meer verklaard dat hij wel eens een sms-bericht heeft gestuurd op verzoek van [slachtoffer] om zo haar advertentie omhoog te halen. Daarnaast heeft verdachte verklaard dat hij soms condooms voor [slachtoffer] kocht en dat hij na verloop van tijd wist dat [slachtoffer] in de prostitutie zat en geld moest afdragen aan [medeverdachte] . Deze verklaringen, de overige zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen, waaronder [slachtoffer] eigen verklaringen waarin zij slechts zijdelings over verdachte spreekt, en het verdere verhandelde ter terechtzitting zijn echter onvoldoende voor de vaststelling dat verdachte de in de tenlastelegging onder A genoemde dwangmiddelen heeft gebruikt ten opzichte van [slachtoffer] of voor de vaststelling dat verdachte zo nauw en bewust met de medeverdachte heeft samengewerkt waar deze een of meer van die dwangmiddelen gebruikt heeft dat hij, verdachte, als medepleger daarvan aan te merken is. Evenmin is aan de hand van die middelen te bewijzen dat verdachte voordeel getrokken heeft uit de uitbuiting van [slachtoffer] noch dat tussen verdachte en de medeverdachte een zodanig bewuste en nauwe samenwerking bestond waar de medeverdachte voordeel trok uit de uitbuiting van [slachtoffer] dat verdachte als medepleger aan te merken is. De rechtbank merkt op dat de in het dossier opgenomen gesprekken tussen verschillende leden van de voetbalclub Allen weerbaar – naast verdachte en de medeverdachte – en de verklaringen van die personen onvoldoende zijn in dit verband, omdat de gesprekken waar deze betrekking hebben op het handelen van verdachte ten aanzien van [slachtoffer] in belangrijke mate uit conclusies bestaan die de betrokken getrokken hebben uit informatie die hun ter ore gekomen is en de verklaringen op dit punt onvoldoende specifiek zijn.

5.DE BENADEELDE PARTIJ

Voor aanvang van de terechtzitting heeft [slachtoffer] – daartoe vertegenwoordigd door mr. A. Koopsen – zich als benadeelde partij in dit geding gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van schade ten gevolge van het aan verdachte ten laste gelegde feit. De hoogte van die schade wordt door de benadeelde partij begroot op een bedrag van
€ 30.489,15. Ter zitting op 20 januari 2017 heeft mr. Koopsen ter onderbouwing van de immaterieel geleden schade een verklaring van psycholoog Kloosterman overgelegd.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot hoofdelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij. Daarnaast heeft zij gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gelet op de door hem bepleite vrijspraak primair betoogd dat de benadeelde partij om die reden niet-ontvankelijk in haar vordering verklaard dient te worden. Subsidiair heeft hij betoogd dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard dient te worden in haar vordering omdat er geen sprake is van rechtstreeks verband tussen het gevorderde schadebedrag en het door verdachte nuttigen van een broodje. Meer subsidiair heeft de raadsman betoogd dat de behandeling van de immateriële schade een onevenredige belasting oplevert voor het strafgeding.
Het oordeel van de rechtbank
De benadeelde partij [slachtoffer] dient in de vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard nu de verdachte van het hem ten laste gelegde zal worden vrijgesproken.

6.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- heft op het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis;
Benadeelde partij
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer] in haar vordering niet-ontvankelijk is en dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.A. de Beaufort, voorzitter, mr. drs. H. Vegter en mr. W.S. Ludwig, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.E. Doornwaard, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 3 februari 2016.
mr. drs. H. Vegter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.