AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Veroordeling voor woninginbraak met recidive en tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf
Op 5 september 2017 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 9 mei 2017 samen met een ander een woninginbraak heeft gepleegd in de gemeente De Ronde Venen. De verdachte, geboren in 1980 in Marokko en thans verblijvende in PI Sittard, is eerder veroordeeld voor woninginbraken. Tijdens de terechtzitting op 22 augustus 2017 heeft de officier van justitie, mr. T. Tanghe, de verdachte beschuldigd van drie feiten, waarvan de rechtbank de verdachte voor het eerste feit heeft veroordeeld, maar voor de andere twee feiten heeft vrijgesproken. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij deze feiten.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf maanden voor de bewezenverklaring van diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf is verkregen door middel van braak. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan en de recidive van de verdachte. De officier van justitie had een hogere straf geëist, maar de rechtbank kwam tot een andere conclusie op basis van de bewezenverklaring.
Daarnaast heeft de rechtbank de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf van drie maanden, opgelegd door de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, toegewezen. De rechtbank heeft de benadeelde partij, [aangeefster], niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat deze onvoldoende onderbouwd was. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken op 5 september 2017.
Voetnoten
1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal genummerd PL0900-2017140098, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 218. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Het proces-verbaal van aangifte door [aangeefster] , pagina 12-24, in het bijzonder pagina 12.
3.Het proces-verbaal van aangifte door [aangeefster] , pagina 12-24, in het bijzonder pagina 13 en 15-24.
4.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 mei 2017, pagina 38-41, in het bijzonder pagina 38.
5.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 mei 2017, pagina 38-41, in het bijzonder pagina 39-40.
6.het proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 mei 2017, pagina 42-46, in het bijzonder pagina 42 en 44-45 (foto’s).
7.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 mei 2017, pagina 49-50, in het bijzonder pagina 49.
8.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 mei 2017, pagina 51-52, in het bijzonder pagina 51.
9.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 mei 2017, pagina 51-52, in het bijzonder pagina 52.
10.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 mei 2017, pagina 54-62.
11.Het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 7 juni 2017, pagina 142-144, in het bijzonder pagina 144.
12.Het proces-verbaal biologisch vooronderzoek d.d. 13 juni 2017, pagina 158.
13.Een schriftelijk bescheid, te weten een NFI-rapport d.d. 4 juli 2017, pagina 159-162.
14.Het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 7 juni 2017, pagina 142-144, in het bijzonder pagina 143.
15.Het proces-verbaal uitslag sporenonderzoek d.d. 17 juli 2017, pagina 163-170, in het bijzonder pagina 164.
16.Kennisgeving van inbeslagneming d.d. 9 mei 2017, ongenummerd, gevoegd in het procesdossier tussen pagina 148 en 149.
17.Proces-verbaal aanvraag benoeming deskundige, pagina 171-172.
18.Een schriftelijke bescheid, te weten een NFI-rapport d.d. 18 augustus 2017.