Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
5.BEWEZENVERKLARING
of omstreeks28 februari 2017 te [woonplaats] ,
althans in het arrondissement
in/uit
en/of
/ofeen horloge en
/ofeen foto- en/of filmcamera en
/of
/ofeen telefoon
/ofeen hoeveelheid geld,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele
in elk geval aan een ander of anderen dan aan
en/of die/dat weg te nemen goederen en/of geld onder zijn bereik
en/of verbreking;
of omstreeks02 maart 2017 te [woonplaats] ,
althans in het arrondissement
in/uit een
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 1]
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,waarbij
en/of
en/of verbreking;
althans in
in/uit een woning gelegen aan de [adres]
/ofeen I-pad en
/ofeen fotocamera en
/oftwee
in elk geval enig goed, geheel of ten dele
in
en/of die/dat weg te
/ofbraak
/verbreking;
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BENADEELDE PARTIJ
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
een gevangenisstraf van 330 (driehonderd en dertig) dagen;
een gedeelte van 246 (tweehonderd en zesenveertig dagen), niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
algemene voorwaardendat de verdachte:
bijzondere voorwaardendat de verdachte gedurende de proeftijd:
- wijst de vordering van € 850,00 toe tot een bedrag van € 442,00;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 februari 2017 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [slachtoffer 2] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat € 442,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 februari 2017 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 8 dagen hechtenis;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.