Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 21 september 2016
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 22 maart 2017
- de brief van [gedaagde] van 24 april 2017 omtrent dat proces-verbaal
- de wederzijdse rolberichten van partijen van 3 mei 2017, waarin zij (na vergeefse schikkingsonderhandelingen) vonnis vragen.
2.De feiten
“I confirm all you sent me. The only thing we prefer the payment at 30 days and not after. I have attached fares to include to the contract. (…)”.
3.Het geschil en de beoordeling
–guaranteed 7.000 tons per year (transit-point)’ en ‘ – guaranteed 3.000 tons per year (from [X] , [Y] , [Z] )’ vormden een nieuw element in de overeenkomst, zoals die voorheen tussen partijen tot stand was gekomen. Voor zover [eiseres] die woorden reeds bedoelde als aanbod voor een aanvullende garantie-afspraak, had zij dat aanbod, juist omdat het om een nieuw element in een reeds gesloten overeenkomst ging met een aanzienlijke verzwaring van de uit hoofde daarvan op [gedaagde] rustende verplichtingen, voldoende duidelijk aan [gedaagde] kenbaar moeten maken. [eiseres] heeft die duidelijkheid onvoldoende betracht door de ingevulde bijlage aan [gedaagde] te retourneren met de toelichting dat zij het geheel eens was met hetgeen [gedaagde] haar had toegezonden, dat zij slechts een wijziging wenste op het punt van de betaaltermijn en dat zij de tarieven in de bijlage had vermeld. Die woorden en de inhoud van de bijlage staan immers op gespannen inhoudelijke voet met elkaar. Onweersproken staat vast dat [gedaagde] de bijlage niet in de door [eiseres] gestelde zin heeft opgevat. Uit het voorgaande volgt dat zij dat ook niet in redelijkheid behoorde te doen. Waar van een aanbod aldus geen sprake is, vormt het handelen van [gedaagde] nadien daarvan ook niet de aanvaarding. Dat betekent dat het standpunt van [eiseres] omtrent de gestelde garantie-afspraak faalt. Alles wat partijen voorts nog verdeeld houdt omtrent die afspraak, behoeft daarom geen bespreking.
- explootkosten € 94,08
- vast recht, behorend bij de toe te wijzen vordering
4.De beslissing
- € 131,00 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van het vonnis,