Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker
Drietand B.V., te Leusden, gemachtigde: mr. R. Janssen.
Rechtbank Midden-Nederland
Op 5 september 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot een omgevingsvergunning voor de bouw van een winkel met parkeerdek in Amersfoort. De vergunninghouder, Drietand B.V., had op 4 juli 2017 een omgevingsvergunning verkregen voor de bouw van de winkel en het parkeerdek. Verzoeker, die tegen dit besluit in beroep was gegaan, verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, omdat hij bezorgd was over de parkeerproblematiek en verkeersveiligheid in de omgeving van het bouwproject.
Tijdens de zitting op 22 augustus 2017 werd duidelijk dat er onduidelijkheden bestonden over de oppervlakte van de op te richten winkel, wat van invloed is op de berekening van de parkeerbehoefte. De voorzieningenrechter oordeelde dat, hoewel er sprake was van een gebrek in de besluitvorming, er geen aanleiding was om een voorlopige voorziening te treffen. Dit gebrek kan door verweerder worden hersteld door duidelijkheid te verschaffen over de gehanteerde uitgangspunten bij de vaststelling van de parkeernormen. De voorzieningenrechter merkte op dat de bestaande twijfel over de verkeersveiligheid mogelijk kan worden weggenomen door een rapport van een verkeersdeskundige.
De voorzieningenrechter concludeerde dat de belangen van verzoeker zich beperkten tot de mogelijke effecten van de ingebruikname van het gebouw en dat er geen onomkeerbare gevolgen te verwachten waren voordat de rechtbank uitspraak zou doen in de bodemzaak. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak werd gedaan door mr. J.W. Veenendaal, in aanwezigheid van griffier W.B. Lakeman, en is openbaar uitgesproken op 5 september 2017.