ECLI:NL:RBMNE:2017:4531

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
23 augustus 2017
Publicatiedatum
5 september 2017
Zaaknummer
5419548 AC EXPL 16-4034
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Consumentenkoop van entreebewijzen en verjaringstermijn

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 23 augustus 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een besloten vennootschap, hierna te noemen [eiseres], en een consument, hierna te noemen [gedaagde]. De zaak betreft de aankoop van entreebewijzen voor het evenement Mysteryland, dat op 24 augustus 2013 zou plaatsvinden. [gedaagde] had op 16 februari 2013 via de website van [eiseres] drie entreebewijzen besteld, maar heeft deze op 17 augustus 2013 geannuleerd, een week voor het evenement. [eiseres] vorderde betaling van € 148,50 voor de niet tijdig geannuleerde kaarten, terwijl [gedaagde] aanvoerde dat de vordering was verjaard.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst tussen partijen moet worden gekwalificeerd als een consumentenkoop, waarvoor de verkorte verjaringstermijn van twee jaar geldt volgens artikel 7:28 BW. De rechter oordeelde dat de vordering van [eiseres] was verjaard, omdat [gedaagde] geen aanmaningen had ontvangen en de verjaringstermijn was verstreken voordat de dagvaarding werd ontvangen. De kantonrechter heeft de vordering van [eiseres] afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van [gedaagde] op nihil zijn begroot.

Deze uitspraak benadrukt het belang van de verjaringstermijnen in consumentenkoop en de noodzaak voor aanbieders om aanmaningen op de juiste wijze te versturen en te documenteren, om te voorkomen dat vorderingen verjaren zonder dat de consument hiervan op de hoogte is.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Amersfoort
zaaknummer: 5419548 AC EXPL 16-4034 SW/1581
Vonnis van 23 augustus 2017 bij vervroeging
inzake
de besloten vennootschap
[eiseres] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verder ook te noemen [eiseres] ,
eisende partij,
gemachtigde: BoitenLuhrs incasso gerechtsdeurwaarders,
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen [gedaagde] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 21 juni 2017, waarin een comparitie van partijen is gelast;
  • de comparitie van partijen, gehouden op 17 augustus 2017, waarvan door de griffier aantekening is gehouden.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] is een aanbieder van entreebewijzen voor concerten en festivals. In de door haar gebruikte algemene voorwaarden is het volgende vermeld:
“ARTIKEL 2: Het tot stand komen en de inhoud van de overeenkomst
Lid 1. Het tot stand komen van de overeenkomst
Een overeenkomst tussen [eiseres] BV en de kopende partij, komt tot stand, middels:
  • een online bestelling op de site www. [eiseres] .nl
  • een e-mail naar info@ [eiseres] .nl
(…)
Lid 3. Verplichtingen kopende partij
(…)
Wanneer de bestelde entreebewijzen niet worden afgehaald voor het evenement of wanneer de koper niet schriftelijk cq per email annuleert, is de gedane bestelling nog van kracht en zal het overeenkomen bedrag alsnog in rekening worden gebracht bij de koper.
(…)
ARTIKEL 4: Leveringsvoorwaarden
(…)
Lid 8. Annulering
Wanneer de entreebewijzen nog niet afgehaald of betaald zijn, voor een evenement welke over, langer dan 2 weken plaatsvindt, zullen bij annulering geen verdere kosten in rekening worden gebracht. (…)
Annuleren is mogelijk via het onderdeel ‘Mijn […] ’ op onze website.
(…)”
2.2.
[gedaagde] heeft op 16 februari 2013 via de website van [eiseres] drie entreebewijzen gezocht voor Mysteryland, dat op 24 augustus 2013 plaats zou vinden. Zij heeft deze kaarten in de virtuele winkelwagen geplaatst.
2.3.
[eiseres] heeft [gedaagde] bij e-mailbericht van 16 februari 2013 het volgende bericht gestuurd:
“Bedankt voor uw bestelling.
U heeft er voor gekozen de tickets per post te willen ontvangen. (…) Zodra het volledige bedrag d.m.v. iDEAL voldaan is, zorgen wij ervoor dat u uiterlijk 7 dagen voor het concert/evenement de tickets ontvangen heeft. (…)
Bestelling: ------------------------------------------------------------------------
zaterdag 24 augustus 2013 | 11:00 tot 23:00 – Mysteryland – Floriadeterrein, Hoofddorp
(…)
3 kaarten a 95,00 euro per stuk voor 285,00 euro
Subtotaal: 285,00 euro
Servicekosten: 6,00 euro
Verzendkosten: 4,50 euro
Totaal: 295,50 euro
-------------------------------------------------------
In het onderdeel ‘Mijn […] ’ op onze website kunt u te allen tijde de status van uw bestelling volgen, of als u wilt afzien van de bestelling, kunt u deze hier online annuleren. Zonder annulering blijven de tickets op uw naam geregistreerd.
(…)’

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert - kort gezegd - betaling door [gedaagde] van € 148,50 aan wel bestelde, maar te laat geannuleerde entreebewijzen. Deze zijn geannuleerd op 17 augustus 2013, één week voor het evenement plaatsvond, hetgeen te laat is om nog kosteloos te kunnen annuleren.
3.2.
[gedaagde] voert verweer. Zij voert aan dat zij de tickets in de winkelwagen had geplaatst, maar dat zij – voordat zij de order zou bevestigen – eerst nog heeft gezocht naar recensies over [eiseres] . Deze bleken zo slecht, dat ze de browser heeft dicht geklikt. Toen [gedaagde] de orderbevestiging kreeg, heeft zij direct gebeld dat ze de kaarten niet had besteld. Vervolgens heeft ze nooit een aanmaning van [eiseres] ontvangen. Er is daarom sprake van verjaring van de vordering.

4.De beoordeling

4.1.
[gedaagde] heeft als meest verstrekkende verweer aangevoerd dat de vordering is verjaard. Volgens haar is er sprake van consumentenkoop, waarvoor de verkorte verjaringstermijn van 2 jaar geldt (zie artikel 7:28 BW). Volgens [eiseres] geldt een verjaringstermijn van 5 jaar, omdat er geen sprake is van consumentenkoop.
4.2.
De verkorte verjaringstermijn van artikel 7:28 BW beoogt de consument koper in bescherming te nemen tegen niet meer verwachte vorderingen tot prijsbetaling, waartegen hij zich ten gevolge van het tijdsverloop mogelijk moeilijk kan verweren, omdat bewijsmiddelen niet langer voorhanden zijn of niet meer eenvoudig vergaard kunnen worden.
4.3.
De kantonrechter is van oordeel dat de overeenkomst tussen partijen moet worden gekwalificeerd als een consumentenkoop. De overeenkomst behelst het verlenen van het recht op toegang tot een evenement door het tegen betaling leveren van een toegangskaart. Artikel 7:47 BW bepaalt dat een koop ook betrekking kan hebben op een vermogensrecht. De koop van het recht om toegang te verkrijgen tot een bepaald evenement moet worden beschouwd als de koop van een vermogensrecht. In dat geval zijn ook de bepalingen van titel 1 van boek 7 BW inzake koop van toepassing, voor zover dit in overeenstemming is met de aard van het recht. De aard van het recht waarvan sprake is bij het kopen van entreekaarten voor een evenement is naar het oordeel van de kantonrechter in overeenstemming met toepassing van de bepalingen die gelden voor de koop van een roerende zaak. Tussen partijen is niet in geschil dat [eiseres] handelt in de uitoefening van een bedrijf, en [gedaagde] als particulier niet. Dit betekent dat de voor consumentenkoop geldende verkorte verjaringstermijn van twee jaar geldt.
4.4.
Artikel 7:28 BW bepaalt dat het recht op betaling van de koopprijs verjaart door het verloop van twee jaren. Naar het oordeel van de kantonrechter valt hier niet alleen de vordering tot nakoming onder, maar ook de vordering waarbij de koopprijs als schadevergoeding wordt gevorderd.
4.5.
De vraag is of [eiseres] de verjaring tijdig heeft gestuit. [gedaagde] heeft gesteld dat zij geen enkele aanmaning van [eiseres] of haar gemachtigde heeft ontvangen. Op grond van artikel 3:37 lid 3 BW moet een tot een bepaalde persoon gerichte verklaring, om haar werking te hebben, die persoon hebben bereikt. [eiseres] heeft ter zitting verklaard dat alle brieven per gewone post zijn verstuurd, maar dat de ontvangst hiervan door [gedaagde] niet door haar kan worden bewezen. Er is geen reden om de verklaring van [gedaagde] in twijfel te trekken. Derhalve kan niet worden aangenomen dat de mails of brieven [gedaagde] daadwerkelijk hebben bereikt. Toen [gedaagde] de dagvaarding ontving was de verjaringstermijn van twee jaar reeds verstreken. Daarmee slaagt het beroep van [gedaagde] op verjaring, zodat de vordering van [eiseres] om die reden moet worden afgewezen. Hetgeen partijen verder hebben aangevoerd kan daarmee buiten verdere bespreking blijven.
4.6.
[eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op nihil, nu zij zonder gemachtigde procedeert.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, tot heden aan de zijde van [gedaagde] begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.O. Zuurmond, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 23 augustus 2017.